De krapte op de woningmarkt is enorm en het tekort aan sociale huurwoningen is welhaast nog nijpender. Toch moeten Nederlandse gemeenten volgend jaar huizen beschikbaar stellen voor zo’n 27.000 statushouders. Uit berekeningen van dagblad Trouw blijkt dat dit er 12.000 meer zijn dan volgend jaar. Een groeiend probleem dus, aangezien de IND de achterstanden maar nauwelijks krijgt weggewerkt.
In Utrecht (wachttijd voor sociale huurwoning 10+ jaar) zijn ze dan ook niet blij met de toestroom van deze nieuwe bewoners. De stad moet nu ineens 600 statushouders een plek geven, in plaats van 300. Utrecht heeft volgens wethouder Maarten van Ooijen bovendien rekening te houden met andere zwakkeren:
“We hebben ook andere kwetsbaren die een woning moeten krijgen, denk aan mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang. Wij willen die groepen niet tegen elkaar uitspelen.”
In de gemeente Bloemendaal proberen ze het probleem op te lossen met tijdelijke woningen. Een oplossing die tegelijkertijd gepaard gaat met vertragende juridische procedures en bewonersprotesten. Wethouder Susanne de Roy van Zuidewijn hoopt dan ook op snelle ondersteuning van de landelijke overheid:
“Het hangt allemaal van onzekerheden aan elkaar. We zitten met de handen in het haar.”
In de gemeente Oldebroek weten ze de bewonersprotesten slim te omzeilen. Daar vertellen ze gewoon niet welke kwetsbare groepen er in de oude Glenn Mills School te Wezep komen wonen. Hoogleraar Woningmarkt Peter Boelhouwer denkt ondertussen dat meer sociale huurwoningen reserveren voor deze doelgroepen een deel van de oplossing is. Al zitten daar volgens hem wel nadelen aan voor minder zwakke mensen:
“Nu gebeurt dat bij zo’n 20 tot 40 procent van de woningen. Dat kun je laten oplopen tot 70 of 80 procent. Dat betekent wel dat reguliere woningzoekers langer moeten wachten.”
