Politiek

Asscher: Er is geen vijfde colonne van Turkse jongeren in Nederland

09-02-2015 12:17

Er is geen vijfde colonne van extremistische Turkse jongeren in Nederland. Dat schrijft minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) maandagochtend aan de Tweede Kamer. “De veronderstelling dat er een ‘vijfde colonne’ zou bestaan in Nederland deel ik nadrukkelijk niet”, schrijft de bewindsman na vragen van VNL. Kamervragen die al enige tijd op de plank lagen: Bontes/Van Klaveren ondervroegen de minister na zijn uitspraken in november vorig jaar over de Turkse jeugd in Nederland. Hij was toen verontrust over de grote steun onder Turkse jongeren in Nederland voor de gewelddadige jihadistische groeperingen als Islamitische Staat (ISIS).

Vertrek Kuzu/Öztürk

Die uitspraak was deels de reden voor het vertrek van Tunuhan Kuzu en Selcuk Öztürk uit de PvdA-fractie die maand. De twee verlieten de partij toen Asscher een brief publiceerde waarin hij aankondigde vier Turkse organisaties in Nederland vijf jaar te monitoren. Volgens de twee gebruikte Asscher het onderzoek van Motivaction om aan te tonen dat er wat aan de hand is met Turken in Nederland. De twee presenteren vandaag hun partijprogramma.

Geen relatie met islamitische achtergrond

Drie maanden later blijkt Asscher genuanceerder over de resultaten van het onderzoek. Zo ziet hij geen relatie tussen de islamitische achtergrond van Turkse jongeren en de steun van deze groep voor jihadistisch geweld:

“De relatie die naar aanleiding van de peiling door u wordt verondersteld wordt door veel Turkse jongeren niet onderschreven. Inmiddels heb ik veel Turks Nederlandse jongeren gesproken. Uit die gesprekken bleek mij niet dat er een relatie bestaat tussen de islamitische achtergrond van de jongeren en de steun van deze groep voor jihadistisch geweld.”

‘Verharding in onze samenleving’ voorkomen

Asscher vindt dat de uitkomst van het onderzoek niet mag leiden tot ‘een verharding in onze samenleving’. Wel vindt Asscher het onacceptabel dat Turks-Nederlandse jongeren ‘zich tegen de Nederlandse samenleving keren’. Asscher is bezig met de Turks-Nederlandse gemeenschap afspraken te maken die afspreken over ‘hoe we ervoor gaan zorgen dat de Turks Nederlandse jongeren zich meer op onze samenleving en haar kernwaarden gaan richten’. Hij heeft daar al overleg over gehad met Turkse organisaties:

“Het gesprek hierover moet gevoerd worden op het niveau van de huiskamers. Ouders, scholen, moskeeën en buurthuizen spelen een cruciale rol om de binding van Turks Nederlandse jongeren met de Nederlandse samenleving te versterken.”