Elk jaar wordt er een ranglijst van 32 Europese landen opgesteld op cliëntvriendelijke gezondheidszorg, de zogenoemde Europe Health Consumer Index (EHCI). Deze lijst indexeert aan de hand van zes categorieën: rechten en voorlichting van de patiënt, e-health, wachttijd voor de behandeling, resultaten, aanbod en dekking van diensten en farmaceutica. Nederland haalde dit jaar 875 punten op een totaal van 1000 en mag zich dan ook verheugen op alweer een koppositie in de lijst . Volgens dr. Arne Bjornberg (EHCI) “wijst de koppositie van Nederland erop dat het een succesvolle benadering heeft gevonden met zijn systeem van concurrentie bij de financiering van de zorg”.
De dagen volgend op dit heugelijk nieuws verschenen opvallend veel slechtnieuwsberichten met betrekking tot de zorg in de krant. Slechts een dag of drie lezen leverde alleen al de volgende krantenkoppen op: ‘Zorg stevent op vertrouwenscrisis af‘ , ‘Thuishulp krijgt te weinig betaald‘ , ‘Zorg doet te weinig brandoefeningen‘ , ‘Apothekers in geldnood‘, ‘Klink misleidend over orgaandonaties‘, ‘Relatief hoge babysterfte in vier grote steden‘, ‘Veel Nederlanders dood door kanker‘.
Niet de minste problemen en toch zou de gemiddelde Nederlander uitermate tevreden zijn met de zorg. Dat wordt iets begrijpelijker als we kijken in welke categorieën Nederland eigenlijk uitblinkt. Dan blijken we alleen top te scoren op e-health en farmaceutica, in de overige categorieën streven landen als België, Zwitserland en zelfs Albanië ons zo voorbij.
Een verdere verklaring zit wellicht in het feit dat de gemiddelde burger meer gesteld is op goede onderlinge verhoudingen dan een degelijke oplossing voor gezondheidsproblemen. We hebben wel vaker de neiging artsen, ziekenhuizen en andere zorg te beoordelen op de vriendelijkheid van de receptioniste, het goede humeur van de verpleegster, het lekkere eten of dat leuke kioskje in de hal. Schijnbaar vinden we het ook niet erg de meeste doden door kanker te hebben binnen Europa, zolang we de dokter maar kunnen mailen en een pilletje krijgen voor het slapen gaan.
CC-foto: Bob Galindo