Vrijspraak van Arnhemse ‘jihadverdachten’ redt ons rechtssysteem

09-02-2015 20:55

De twee ‘jihadverdachten’ Hakim B. en Mohammed el A. zijn terecht vrijgesproken. Dat vind ik niet, dat oordeelde de rechter op basis van ons rechtssysteem. Wat ik wel vind, is dat dat een goede zaak is.

Hoewel het altijd moeilijk is je in te leven in de vrijspraak van bijvoorbeeld geweldplegers, moordenaars of pedofielen wanneer de omstandigheden er in alles op wijzen dat deze mensen wel degelijk schuldig zijn (of, in het geval van de uitreisjihadi’s gaan zijn), toch is het belangrijk in te zien waarom deze vrijspraak positief is.

Vermoedens maken geen zaak

Op zichzelf beschouwd hadden de jongens in 2013 nog niets verkeerd gedaan. Grote hoeveelheden geld bij je dragen, gevechtskleding aantrekken, zonnecelopladers meenemen, het zijn geen strafbare feiten. Wel geeft de context van hun situatie, twee geradicaliseerde mannen waarvan er één een broer heeft die al in Syrië strijdt, alle reden om te denken dat zij van plan waren deel te nemen aan diezelfde strijd. Ook app- en Skypegesprekken droegen bij aan dat vermoeden.

Toch blijven vermoedens slechts vermoedens zolang ze niet onomstotelijk vastgelegd kunnen worden. Daarbij hadden de mannen tot op heden niemand omgebracht, verwond of gegijzeld. Het ontbrak het Openbaar Ministerie kortom aan bewijs, en dus kon de rechter niet anders dan deze mannen vrijspreken.

 

“Het is een kapstokregeling, want een niet-islamitische Nederlander zal waarschijnlijk geen strobreed in de weg worden gelegd om toch richting Syrië te gaan”

 

Wanneer de rechter op basis van ons huidige rechtssysteem had besloten de heren B. en El A. wel te veroordelen, ondanks een gebrek aan bewijsvoering en dus op basis van vermoedens en een aaneenschakeling van feiten die zodoende een sluitend verhaal kunnen maken, dan was dat het failliet geweest van de rechtspraak. Bovendien schept het een precedent; kennelijk hoeft de bewijsvoering niet 100% rond te zijn om iemand te kunnen veroordelen. Kortom, een glijdende schaal.

Bananenrepubliek

Het is minder erg enkele slechterikken te laten lopen dan iemand onterecht te veroordelen. De slechterik kun je achteraf altijd nog oppakken en desnoods tot lange celstraffen veroordelen, maar het leed van een onschuldig iemand wordt nooit meer ongedaan gemaakt. Daarbij is het een ronduit enge situatie wanneer de rechterlijke macht zich bedient van zulke bananenrepubliekpraktijken. Te weinig bewijs betekent vrijspraak. Simple as that.

Een ander, maar nog veel gevaarlijker onderdeel van dit verhaal, is de nieuwe wetgeving die ingevoerd moet worden. CDA en PVV zouden graag een aangescherpte wet zien die het uitreizen naar jihadgebieden strafbaar maakt. Dat betekent dus dat een overheid beslist waar haar burgers mogen staan en waar niet. Zoiets moet pertinent onmogelijk zijn, de overheid hoort er voor haar burgers te zijn, niet andersom. Opnieuw schept zo’n regelgeving een precedent.

Zelfde burgerrechten

Mogelijke jihadgangers kan de weg naar risicogebieden worden ontzegd, maar als dát mag, hoe gaat dat dan in de toekomst, wanneer de overheid besluit dat andere landen eigenlijk toch ook niet zo prettig zijn? Het verbod kon eerder, dus kan het opnieuw. Bovendien is het een kapstokregeling, want een niet-islamitische Nederlander zal waarschijnlijk geen strobreed in de weg worden gelegd om toch richting Syrië te gaan. Maar de jihadverdachten zijn, naast veelal van Marokkaanse komaf en natuurlijk islamitisch, vooral óók Nederlander, met dezelfde burgerrechten als ieder ander. Om die reden zijn ze ook ons probleem.

Volgens de grondwet is iedereen gelijk, ongeacht ras, religie of seksuele voorkeuren. Het zou dus onmogelijk moeten zijn om islamitische Nederlanders, wellicht van Marokkaanse komaf, te verbieden ergens heen te gaan, terwijl een blanke niet-islamitische Nederlander wel kan afreizen. Hoe krom die redenering ook lijkt, want iedereen kan op z’n vingers natellen wat een bebaarde, islamitische Marokkaanse Nederlander in Syrië gaat doen, toch beland je door dit soort regelgeving op een hellend juridisch vlak en dat moet te allen tijde voorkomen worden.

OM: maak sterkere zaken

Veel beter is om bij terugkomst deze mensen de toegang tot Nederland te ontzeggen, als zeker is dat er in Irak of Syrië is gevochten voor IS of een aan Al-Qaida-gelieerde factie. Daarbij moeten het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de AIVD wellicht beter hun zaken voorbereid hebben voordat door het OM wordt overgegaan tot vervolging. Alleen dan kun je zaken maken die standhouden voor een rechter en alleen dan zorg je ervoor dat (potentiële) jihadisten óf het land niet meer binnenkomen, of voor jaren achter de tralies gaan.