Wat kan ik in deze deprimerende en beangstigende tijd van de coronapandemie als psychotherapeut aanbevelen? Mijn inspiratie haal ik uit mijn klinische praktijk in het orthopedagogisch werkveld waar ik mij sinds 1969 voornamelijk richt op de meest problematische situaties. Hierbij valt bijvoorbeeld aan de ene kant te denken aan meisjes die al vanaf zeer jonge leeftijd thuis verkracht werden of kinderen die nooit eens geknuffeld werden, maar mishandeld en ernstig verwaarloosd. Aan de andere kant heb ik ervaring met jonge moordenaars, kerels die uit woede over een huilend baby’tje het met het hoofd tegen een muur slaan zodat dat kind voor de rest van zijn leven zwaar gehandicapt is, of meedogenloze schurken die aan het begin staan van een criminele carrière vol geweld en haat. Jongeren uit deze tweede groep hebben meestal als kind de grootste ellende meegemaakt.
Dikwijls werd mij gevraagd hoe ik dat werk volhoud. Waarom ik niet, zoals de meeste psychotherapeuten, kies voor makkelijker en gemotiveerde cliënten waarmee meer eer te behalen valt. Mijn antwoord hierop is simpel en zo kom ik tot een eerste advies over hoe om te gaan met beangstigende situaties. Ik voel mij namelijk in de eerste plaats een wetenschapper. Dit betekent dat een probleem mij stimuleert om het objectief te observeren, om de oorzaken op te sporen, om hypothesen op te stellen over hoe het probleem aan te pakken en om daarna te kijken of het werkt. Zo neem ik een zekere afstand van de probleemsituatie, waardoor ik beter oplossingen kan bedenken (wat trouwens mijn taak is als psychotherapeut) en er vrij nuchter onder blijf. Ouders die mij om advies vragen over de aanpak van hun etters, leer ik eveneens met een zekere afstand te kijken naar hun gezinssituatie. Dan komen ze los van de emoties en vinden vaak zelf een oplossing, met enige richtlijnen van mij.
Wat die nuchtere houding betreft lukt het mij niet altijd. Ik zat eens met mensen van de zedenpolitie in een besloten bijeenkomst over seksueel misbruik van zeer jonge kinderen. Er werden dia’s geprojecteerd van baby’s met een beschadigde vagina. Ik moest naar buiten om over te geven. Kinderporno kan ik niet bekijken en mensen die dat wel doen zijn volgens mij hopeloos gestoord.
Tijdens deze coronapandemie zitten we met veel angsten. Het gaat om leven en dood. Eén enkele ontmoeting kan levensgevaarlijk zijn. Knuffelen, een hand geven, zoenen en gezellig samenzijn zijn al maanden ‘verboden’. In zekere zin zijn we allemaal emotioneel verwaarloosde jongeren en volwassenen aan het worden. Uit de ontwikkelingspsychologie weten we hoe belangrijk het contact is met leeftijdgenoten. Die contacten helpen jongeren bij ontwikkelingstaken waar volwassenen hen niet of nauwelijks kunnen helpen. Met leeftijdgenoten kunnen jongeren over intieme zaken spreken, ze kunnen ervaringen opdoen met seksualiteit, ze kunnen leren een leiderschapsrol te vervullen, ze leren er discussiëren zonder dat volwassenen die het zogenaamd beter weten er zich mee bemoeien. De pandemie is voor jongeren traumatisch. Ze worden onbedoeld ernstig in hun ontwikkeling verwaarloosd. De meesten lopen een niet meer te herstellen leerachterstand op; dit geldt vooral voor minder begaafde leerlingen.
Welk advies kan hier gegeven worden? Ik heb vaak te maken gehad met hopeloze situaties en bovendien was de ellende die de kinderen, en hun ouders, hebben meegemaakt niet terug te draaien. Dan is het zaak in kleine, concrete zaken positieve ervaringen op te doen. Met andere woorden: welk concreet, positief doel, hoe klein ook, kan nagestreefd worden om een lichtpuntje te brengen in het leven van deze kinderen en hun ouders? In mijn klinische praktijk zag ik, tot mijn eigen verbazing, dat een eerste succesje of positieve ervaring vaak zelfs in de meest problematische gezinnen een sneeuwbaleffect had in de goede richting. Alsof de ouders en de kinderen een enkel duwtje in de rug nodig hadden, om zelfstandig uit de problemen te komen.
Tijdens de pandemie zitten middenstanders die al maanden niets meer verdienen in een hopeloze situatie. De schulden nemen toe, zodat velen vrezen dat nooit meer te kunnen aflossen. Voor jongeren kan de situatie even hopeloos lijken, nu hun ontwikkeling al bijna een jaar lang stagneert. Volwassenen en jongeren die het niet meer zien zitten, moeten positieve ervaringen opdoen die weer uitzicht bieden. Ik illustreer dit met drie concrete voorbeelden, maar anderen kunnen wellicht betere voorstellen doen. Als we bijvoorbeeld massaal afspreken de komende drie jaar niet meer op vakantie te gaan naar het buitenland. Ons geld besteden we aan onze horeca. Of we doen er alles aan om alleen lokale producten te kopen en online aankopen uitsluitend bij kleine middenstanders te doen. Er wordt een nationale petitie georganiseerd waar de burgers zich hiervoor kunnen engageren. Jongeren geven we prioriteit bij de vaccinatie, want zij hebben nog een heel leven voor de boeg en met dit voorstel weten ze dat wij ouderen eerst en vooral om hen geven (als 80-jarige mag ik dit zeggen). Dit voorstel kan van belang zijn als bij voortduring van de pandemie vaccinaties vaak herhaald moeten worden. Het onderwijs kan niet eindeloos van mindere kwaliteit zijn.
Een derde en laatste advies dat hier gegeven kan worden volgt uit de belangrijkste factor voor succes in de psychotherapie. Als mensen het gevoel hebben dat anderen om hen geven of als er verbondenheid is met anderen wordt de basis gelegd voor zelfvertrouwen en hoop op verbetering. Een diagnose stellen kan destructief zijn omdat het accent dan komt te liggen op wat gestoord is. Beter is de ander het gevoel te geven dat je zelf gelooft in zijn kracht en zijn talenten of goede eigenschappen. Op het niveau van de samenleving vereist deze pandemie dat de politici nu even hun meningsverschillen weten te overbruggen. Ook actiegroepen kunnen best even stoppen met hun strijd. Op die manier krijgen de burgers het gevoel dat we met z’n allen aan een oplossing willen werken en dat ze op de overheid en anderen kunnen rekenen. Misschien ben ik te naïef. Toch zien we om ons heen dat het beste in de mens in deze tijden naar boven komt. Kijk naar het zorgpersoneel dat het eigen leven op spel zet voor anderen. Dat geeft moed en vertrouwen in onze medemensen.