De JOVD riep CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt zaterdag uit tot Liberaal van het Jaar 2020. Dit is de dankrede die hij uitsprak.
Ik ben enorm vereerd om vandaag, twee weken na de val van het liberaal-christelijke kabinet-Rutte-III, een prijs te mogen ontvangen als “liberaal van het jaar”.
De afgelopen weken had ik over aandacht en erkenning voor mijn werk op geen enkele manier te klagen, maar deze prijs had ik niet verwacht en tegelijk is hij voor mij de meest bijzondere en waardeer ik hem enorm. Niet vanuit een electoraal oogpunt, maar vanuit een principieel oogpunt. Ik verwacht niet dat ik ook maar een JOVD’er zal overtuigen om op het CDA te stemmen of een voorkeursstem uit te brengen op mij. Al staat dat jullie natuurlijk volledig vrij. Je hebt ten slotte stemgeheim.
Het is mooi om vandaag hier te gast te zijn. Digitaal, werpen jullie tegen. Excuses daarvoor, maar mijn gezinsleven is er de afgelopen maanden toch bij in geschoten en ik had vandaag toch echt even een van mijn dochters beloofd om samen iets gezelligs te doen in Enschede. En als ik iets beloof, doe ik het ook – zeker met mijn dochters. Het is maar goed dat een aantal ministers die zwakke plekken nog niet ontdekt hebben, want ze zouden het geweldig kunnen uitbuiten. Ik heb een permanent schuldgevoel voor de weinige tijd en aandacht die ik voor hen kan hebben. Even serieus: die christendemocratische principes over gezin en familie zijn geweldig in theorie. Maar als voor een christendemocratische politicus zijn ze helaas toch echt veel te vaak theorie.
Wat ik vandaag zo waardeer in jullie is die principiële keuze voor de rechtsstaat. Eén van de grondbeginselen van de VVD. Liberale politici hebben voor Rutte niet vaak Nederland geregeerd. Maar wanneer zij dat deden hadden zij een enorme impact op Nederland die meer dan een eeuw later nog voelbaar is. Liberale premiers hadden een visie op de samenleving die vooruitstrevend was en honderd of honderdzeventig jaar later nog relevant.
Thorbecke veranderde Nederland in een parlementaire democratie in 1848. Een principieel en uitgewerkt idee van de negenmannen, dat een paar jaar eerder nog werd weggelachen, werd in 1848 de hoeksteen van de nieuwe Grondwet. En dat is het tot op de dag van vandaag. En zoals jullie weten sta ik dichter bij Thorbecke dan jullie. Hij was een echte Overijsselse politicus, die zich inzette voor Enschede, dat vernietigd werd in de laatste grootste stadsbrand in Nederland in 1862. Het lot van mijn stad heeft ook een bepaalde constante in de geschiedenis. Maar goed, ook hij zette zich in voor de rest van het land, hij vertegenwoordigde de kiesdistricten van Leiden, Groningen, Assen, Maastricht en gelukkig ook Deventer.
De liberale remonstrant Cort van der Linden had weliswaar negen mannen in zijn kabinet – witte mannen zo je wilt in de politiek correcte taal van vandaag – maar voerde het algemeen mannenkiesrecht in, het passief vrouwenkiesrecht, en legde het fundament voor het actief vrouwenkiesrecht. Vanuit een puur electoraal oogpunt leverde dat het liberalisme bijna 100 jaar eenzaamheid op, want dat algemene kiesrecht legde de basis voor decennialange alleenheerschappij van de voorlopers van het CDA. Maar het is die overtuiging om het juiste te doen die mij boeit en inspireert. Die overtuiging en die principiële keuze om te doen wat goed is voor Nederland, zonder een calculatie of je er zelf politiek beter van wordt. Die keuze is waardevol en op de lange termijn de enige houdbare. Korte termijn calculatie is vaak geweldig voor de krantenkop van morgen, maar overmorgen wordt de vis erin verpakt.
De reden om mij te verkiezen – wat misschien ook wel een appreciatie is voor bijvoorbeeld Renske Leijten, maar ja die staat nog een stap verder van het liberalisme dan ik, tenminste dat denken jullie, is een principiële keuze en dat waardeer ik enorm. Toen Willem II in 1848 zag dat elders revoluties uitbraken koos hij de vlucht vooruit. Thorbecke stond op in Nederland op een moment dat hervormingen onvermijdelijk waren. Ook nu zijn hervormingen in Nederland nodig. Ten eerste voor een herordening van macht en tegenmacht in Nederland.
En om een belangrijke tweede reden. Ook hier kunnen we leren van Thorbecke. Thorbecke zorgde voor twee belangrijke zaken: een nieuw machtsevenwicht en openheid. Het machtsevenwicht is bekend, maar de openbaarheid van vergadering was ook revolutionair. Tot dan toe waren vergaderingen van de vertegenwoordigende lichamen besloten. En Thorbecke wist uit zijn ervaring in de Leidse raad dat dat niet leidde tot hoogstaande discussies of de juiste besluitvorming.
Op juist die beide punten is ook vandaag een herijking nodig in Nederland. Zoveel heeft het kinderopvangtoeslagschandaal wel duidelijk gemaakt. Nederland is een geweldig polderland, misschien wel een gaaf land, waar we proberen om zoveel mogelijk samen tot oplossingen te komen. Dat heeft vele positieve kanten. Betrokkenheid, geen harde alles-of-niets-politiek en winner-takes-it-all mentaliteit. Maar het heeft een schaduwzijde die steeds zichtbaarder wordt: het knettert niet in de openbaarheid over welke problemen we moeten oplossen en wat de juiste oplossing is. Er is geen confrontatie, geen harde wisseling van argumenten, maar heel veel vliegen afvangen. De meest vergaande besluiten zijn toch al genomen, in een regeerakkoord, in een klimaatakkoord, in een pensioenakkoord.
Een groot deel van de inhouden van akkoorden klopt misschien inhoudelijk. Maar ze zijn ook vaak simpelweg het product van uitruilen, onsamenhangend, zonder dat daar heldere en consistente keuzes aan ten grondslag liggen. En in het ergste geval heeft er een belangengroep aan tafel gezeten die er met een buit vandoor gaat. Iedereen is dan verantwoordelijk en tegelijk ook niemand. De afspraken liggen zo vast in politiek beton, zonder een kans om ze echt tegen het licht te houden en waar nodig te verbeteren.
De tegenmacht is uitgeschakeld: coalitiepartijen zijn gecommiteerd en, maatschappelijke organisaties zijn gebonden middels maatschappelijke akkoorden. En pas dan verneemt Nederland en de burger wat het akkoord is. Hoe ze tot stand gekomen zijn blijft vaak geheim en een echte publieke discussie blijft uit. De gang van zaken rondom de akkoorden wijkt in geheimhouding niet af van de Leidse gemeenteraad die Thorbecke zag: gesloten deuren voor de betrokken burger. Een gevolg is dat de cultuur van controle, van tegenmacht, langzaam uit Nederland verdwijnt. Dat is geen nieuwe constatering. Oud-ombudsman Alex Brenninkeijer en oud vice voorzitter van de Raad van State Herman Tjeenk Willink hebben de afgelopen tien jaar scherpe stukken geschreven hierover. En juist het ontbreken van die tegenmacht leidde tot de zwaarste bevinding in de commissie-Van Dam: de rechtsstaat is geschonden in het kinderopvangtoeslagschandaal. Dat kon gebeuren omdat macht en tegenmacht niet functioneerde: de Kamer is incident gedreven en besteedt te weinig aandacht aan goede wetgeving en goede controle.
Voor regeringspartijen is effectieve controle ook vaak een mijnenveld met voetangels en klemmen, want als je een minister van een andere partij controleert, gebeurt het dan regelmatig dat de parlementariër van die partij de dag erop een minister van mijn partij op identieke wijze controleert. Controle als een soort represaille zullen we maar zeggen in een coalitieregering. Niet als de grondwettelijke taak. En al helemaal niet uit overtuiging of noodzaak. De Ombudsman kreeg de belastingdienst niet in het gareel. De Autoriteit Persoonsgegevens was te zwak om te grijpen. De rechterlijke macht faalde – lees vooral bijlage 2 van professor Zijlstra in het rapport van de commissie-Van Dam voor een ontluisterend beeld van de bestuursrechtspraak die de burger niet beschermt. Lange tijd waren ook media en maatschappelijke organisaties hier niet toe in staat. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit ontbreken van tegenmacht niet een symptoom is, maar een oorzaak van het schandaal. Met effectieve controle en tegenmacht waren misstappen niet voorkomen, maar wel veel sneller herkend en hersteld. Gebrekkige tegenmacht is wijdverbreid in Nederland en begint al binnen organisaties zelf. De enige bij de belastingdienst die voorwaardelijk ontslag kreeg was de klokkenluider, die een wetsovertreding van de belastingdienst probeerde te herstellen.
Een tweede zaak – die Thorbecke ook scherp zag, was de noodzaak tot openheid. Het feit dat de belastingdienst en de regering de Kamer, de pers en zelfs de rechtbanken voortdurend onjuist en onvolledig geïnformeerd hebben, past niet in een rechtsstaat en is op zichzelf voldoende voor het aftreden van een kabinet. Niet omdat Kamerleden tekort gedaan worden of wat harder moeten werken, maar omdat fouten hiermee onder het tapijt geveegd zijn en ouders jaren langer onnodig in de ellende zaten. Als zij een eerlijk proces gehad hadden en de belastingdienst het hele dossier aan de rechtbank had laten zien zoals wettelijk verplicht, dan hadden ze rechtszaken gewonnen. Als de Kamer geïnformeerd was door het simpel naleven van artikel 68 van de Grondwet, dan had de Kamer in 2017 gewoon de stukken gekregen, zoals de memo- Palmen en was het probleem sneller duidelijk geworden en waren wetten sneller veranderd. En als de pers de juiste informatie had gehad middels de vele WOB verzoeken, had die sneller een analyse kunnen maken van wat er echt aan de hand was. De informatie was overigens zo gebrekkig en onvolledig, dat de regering zelf jarenlang niet door had dat er een groot probleem was en tienduizenden gezinnen vermalen werden. Hoewel de eerste Kamervragen al in juni 2017 gesteld zijn, had de regering pas in juni 2019 zelf door dat er echt een groot probleem was. Dat is wel nieuw in dit schandaal. Het gebrek aan overzicht en informatie was zo erg dat de regering er nu zelf last van heeft. Moge dat misschien de meest effectieve prikkel zijn voor de regering om de eigen informatiehuishouding nu eindelijk eens op orde te krijgen.
En dat is waarom ik jullie moedig vind om mij vandaag hier uit te nodigen. Om dit kleurenblind te herkennen. Omdat je het leed en lijden van de ouders en kinderen gezien hebt en erkent dat je herhaling wilt voorkomen. Ergens is het alsof de Ajax-aanhang een Twente-speler tot ‘man of the match’ uitroept. Ik zie het als een uitgestoken hand, als een gedeelde analyse van problemen. Dat is moedig en belangrijk in Nederland. Want pas als je er samen na discussie achter komt dat je een probleemanalyse deelt, wordt de oplossing gemakkelijker en mogelijk. Dan wordt de oplossing geen uitruil aan een onderhandelingstafel bij een kabinet, maar een gezamenlijke missie voor Nederland. En de oplossing is ook niet een politieke oplossing waarbij een politieke partij macht wint. De oplossing, meer tegenmacht of beter herstel van gezonde tegenmacht, leidt tot een situatie waarbij de Nederlandse samenleving en de Nederlandse rechtsstaat winnen. Twee kernwaarden die sterk zijn in de liberale traditie. Of zoals demissionair premier Rutte zo treffend Pieter Cort van der Linden aanhaalde tijdens het debat over de val van het kabinet: de rol van de staat is “de overmoedigen terug te dringen, de zwakken te beschermen, het risico te verdelen en zich in het haastig gedrang aan allen tot gids te stellen”. Sommige uitspraken zijn tijdloos en urgent tegelijkertijd. En die delen we.
Laten we dus samen die handschoen oppakken en werken aan die hoogstnoodzakelijk reparatie. Om het huis van Thorbecke te beschermen en recht te doen aan ouders, aan kinderen en dus aan de burgers van dit land.