In maart doen 24 nieuwe partijen mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Wie zijn de kandidaten van deze partijen, waarom doen ze mee en wat voegen ze toe? Chris Aalberts gaat op zoek naar deze nieuwbakken politici met de vraag waarom ze onmisbaar zijn aan het Binnenhof.
Ik ben deze ijzige dag in Voorburg en ga langs bij Dirk-Jan Keijser. We staan op de bevroren sloot voor zijn huis om een foto te maken. Hij zegt dat hij zich op glad ijs begeeft. Hij heeft gelijk: we kennen elkaar al een paar jaar. Dirk-Jan was jarenlang politiek actief bij allerlei partijen op de rechterflank. Hij adviseerde politici als Rita Verdonk en Hero Brinkman en in 2015 schreven we samen een boek over de mislukkingen die al deze partijen waren: De Puinhopen van Rechts. Het leek toen een soort afscheid van Dirk-Jan van de Nederlandse politiek. Hij ging een paar jaar met zijn gezin in Qatar wonen.
Nu is Dirk-Jan terug en het bloed kruipt waar het niet gaan kan: hij is de nummer twee van de nieuwe partij Oprecht die meedoet aan de Tweede Kamerverkiezingen. Lijsttrekker van de partij is advocaat Michael Ruperti, die zich even kandidaat leek te stellen voor het lijsttrekkerschap van Forum voor Democratie. Op plaats 3 vinden we Dannij van der Sluijs, een oud-Senator en oud-Statenlid van de PVV. Dirk-Jan zegt dat het interview niet te kritisch mag worden, want dan kunnen wij elkaar nooit meer spreken. Ik zeg dat dit gesprek voor Dirk-Jan – die in het verleden media-trainingen gaf – een fluitje van een cent moet zijn.
Dirk-Jan herinnert zich de lessen uit ons boek nog goed. Veel nieuwe partijen worden alleen maar opgericht omdat de politici bij hun oude partij zijn weggelopen en herkozen willen worden. Daar is bij Oprecht absoluut geen sprake van, meldt Dirk-Jan. De top heeft immers nog helemaal geen gekozen functie. Hij herinnert zich ook de tweede les uit ons boek: nieuwe partijen beginnen vaak te laat om de verkiezingen goed voor te kunnen bereiden. Dirk-Jan is sinds begin dit jaar aan Oprecht verbonden. Hij vindt dat niet te laat maar ‘precies op tijd’. De mensen van Oprecht kwamen recent redelijk spontaan samen, vertelt hij.
Oprecht is ontzettend druk geweest met het krijgen van voldoende ondersteuningsverklaringen, maar dat is toch gelukt. De partij doet overal mee behalve in het Carïbische deel van Nederland. Dirk-Jan regelde hoogstpersoonlijk de ondersteuningsverklaringen in de regio Nijmegen. Dat was een hele prestatie, want Dirk-Jan kwam tal van mensen tegen die niet meer stemmen of dat nog nooit hebben gedaan.
Aangezien de top drie van Oprecht bij Forum, Trots op Nederland en de PVV actief was, zal de partij wel tegen de EU, tegen migratie en tegen klimaatwaanzin zijn, zeg ik. Dirk-Jan heeft niets met Forum en de PVV, meldt hij. Met partijen werkte hij ook nooit samen. De kandidaten van Oprecht vertegenwoordigen de doelgroepen van de partij tot in hun genen. Dit is geen partij van beroepspolitici, maar een club met authentieke standpunten, zegt Dirk-Jan. Hij doet dit ook meer vanuit zijn hart. Het gaat hem om rechtvaardigheid, hij wil dat mensen krijgen waar ze recht op hebben.
Het gaat voor Dirk-Jan om groepen die nu over het hoofd worden gezien. Er zijn veel doelgroepen bij die momenteel helemaal niet serieus worden genomen. Molukkers zijn een goed voorbeeld. De nummer vier van Oprecht, José Imlabla, is van Molukse komaf. Na een gesprek met haar begrijpt Dirk-Jan beter wat de Molukkers is aangedaan. Ze zaten bij terugkomst in allerlei kampen zoals bij Nijmegen, daar zijn zuigelingen overleden en er komt nog altijd veel posttraumatische stress onder deze groep voor. Er is trauma tot in de derde generatie en daarom moet er een family care plan komen. Deze problemen moeten serieus genomen worden en er moet van geleerd worden voor de toekomst.
Zo is Oprecht begaan met meer doelgroepen. Veteranen bijvoorbeeld, of politie en het zorgpersoneel. Dirk-Jan denkt dat mensen het ook door Covid moeilijker gaan krijgen en zo ontstaat er als het ware een veenbrand en brokkelt het vertrouwen in bestaande partijen af. De kandidaten van Oprecht komen echt voor deze groepen op, vertegenwoordigen ze en maken hun problemen bespreekbaar. Dat is heel authentiek. Er zijn weinig partijen die zo oorspronkelijk beginnen, denkt Dirk-Jan. Het gaat om mensen die zich niet vertegenwoordigd voelen en die zich vaak in het afvoerputje wanen. Daarom wil Oprecht een voet tussen de deur in Den Haag.
Ik vraag me af wat er volgens Oprecht concreet moet veranderen. Dirk-Jan vindt dat lastig. Na de verkiezingen moet je de doelgroepen zo goed mogelijk vertegenwoordigen zodat ze zich serieus genomen voelen. Er wordt aan mensen als Molukkers en veteranen onvoldoende zorg besteed, vindt hij. Het gaat om erkenning. Dirk-Jan vergelijkt het met medische missers. Artsen mogen nooit schuld bekennen, maar ze zouden juist sorry moeten zeggen want dat geeft al veel verlichting en ruimte voor begrip. Problemen moeten niet onder het tapijt worden geschoven. Als Den Haag de andere kant uitkijkt, dan worden dingen niet bespreekbaar. Dat is niet oprecht.