In maart doen 24 nieuwe partijen mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Wie zijn de kandidaten van deze partijen, waarom doen ze mee en wat voegen ze toe? Chris Aalberts gaat op zoek naar deze nieuwbakken politici met de vraag waarom ze onmisbaar zijn aan het Binnenhof.
Robert Valentine is al zeven jaar lid van de Libertaire Partij (LP). De partij bestaat sinds 1993 maar zat tot dusver nooit in de Tweede Kamer. De eerste jaren deed de partij niet eens mee aan de verkiezingen, nu is Robert lijsttrekker. Hij denkt dat er goede tijden voor LP aanbreken: hij krijgt regelmatig mailtjes van mensen die de partij niet kenden, maar blij zijn dat ze LP hebben ontdekt. Ook de winst van Forum voor Democratie in 2019 geeft Robert hoop: die stemmers hebben vaak geen politiek thuis meer en staan mogelijk open voor de boodschap van LP.
Robert vindt Nederland illiberaal, vertelt hij. LP heeft een klassiek liberaal fundament. De partij is liberaal ‘zoals het ooit bedoeld was’. Nederland wordt volgens Robert steeds socialistischer en dat kost ons vrijheid en welvaart. Omdat LP nog niet in de Tweede Kamer zit, is het in de praktijk een getuigenispartij. Als LP straks wel is verkozen, of dat nu dit jaar is of in de toekomst, zal de partij volgens Robert gaan groeien. De Tweede Kamer zal dan een platform zijn om de ideeën van LP bredere bekendheid te geven. De belangrijkste uitdaging is daarom nu een eerste zetel te halen.
De kern van het LP-programma is dat er minder regeldruk en minder belastingdruk moet komen, zodat er meer vrijheid ontstaat. Woningbouw is een goed voorbeeld, vindt Robert. De lokale overheid bepaalt wie wat waar mag bouwen: welk soort huizen in welke categorieën: sociale huur, vrije sector of koop. Er zijn allerlei eisen. Zo moeten er daktuinen zijn en moeten huizen van het gas af. Er zijn hele boekwerken met regels. Als je de woningnood wilt oplossen moet je projectontwikkelaars aan het werk zetten, denkt Robert: zij begrijpen wat voor huizen mensen willen en kunnen die snel en goedkoop bouwen, zeker als er minder regels zijn.
De zorg zou eveneens veel beter georganiseerd kunnen zijn als er meer markt is, denkt Robert. Er wordt weliswaar veel geklaagd over de vermarkting van de zorg, maar Robert denkt dat er juist helemaal geen markt is. Er zijn ontzettend veel regels voor verzekeraars en voor de producten die worden aangeboden. Ziekenhuizen en verzekeringen moeten volgens marktprincipes worden opgezet. Als je als consument echt kunt kiezen tussen zorgaanbieders en er echte verschillen bestaan tussen typen verzekeringen, levert dat goedkopere en betere zorg op. Nu is er echter niets te kiezen.
Ik vind het partijprogramma van LP erg langdradig voor een club die alleen maar minder regels en minder belastingen wil. Robert legt uit dat dat komt omdat de ideale situatie nog ver weg is. Het is een leerproces om tot zo min mogelijk overheid te komen. Deze zal er in het ideale geval vooral zijn voor zaken als veiligheid en infrastructuur. Niet om bijvoorbeeld migratie in goede banen te leiden: er moeten geen belemmeringen zijn om naar Nederland te komen, maar dit moet ook niet worden gestimuleerd door mensen gratis een huis te geven. Migranten moeten vanaf de eerste dag voor zichzelf zorgen.
Er is een enorme cultuuromslag nodig want Nederland is nu nog socialistisch: er wordt mensen geld afgepakt om het aan anderen te geven, zegt Robert. Mensen moeten zelf weten waar ze hun geld aan uitgeven. Regels creëren onvrijheid en kosten vooral geld. Zo klinkt bijvoorbeeld de cookiewet nuttig maar deze kost het bedrijfsleven 3,9 miljard per jaar. Hoe zit het met de zwakkeren in de samenleving, vraag ik. Robert geeft mensen onder een bepaalde inkomensgrens een basisinkomen. Er moet niet zoals nu een wirwar zijn aan regels, loketten en toeslagen. Als je onder een bepaald inkomen zit, krijg je dit geld gewoon.
Robert denkt dat maatschappelijke problemen ook zonder overheid opgelost kunnen worden. Racisme is een voorbeeld: er bestaat arbeidsmarktdiscriminatie, maar als er veel banen zijn waaruit je kunt kiezen is dit geen probleem meer want dan moeten werkgevers concurreren om de beste mensen. Burgers kunnen bovendien bedrijven namen en shamen. Racisme mag nu al niet en het gebeurt toch, denkt Robert. Je moet het dus van de mensen zelf hebben. Dat geldt ook voor drugs: deze worden ondanks het verbod toch gebruikt. Dan kun je ze beter legaliseren, maar wel goede voorlichting regelen.
In de Tweede Kamer wil Robert vaak de vraag stellen: ‘moeten we ons hiermee bezighouden?’ Hij wil aantonen dat allerlei maatregelen niet nodig zijn. Om dit te doen is één enkele zetel al voldoende. De vraag is wel of hij niet beter met zijn ideeën bij de VVD terecht kan. Daar zitten toch ook mensen die minder regels willen, vraag ik. Robert lijkt die gedachte naïef te vinden. Hij is ooit even lid geweest van de VVD. Deze ‘nepliberalen’ willen volgens hem juist een grotere, sturende rol van de overheid. Het is beter om bij een partij te zitten waar je in gelooft, dan bij een partij die al een tijdje de weg kwijt is.