Erasmus had weinig ontzag voor de autoriteiten in zijn tijd. In Lof der Zotheid (1511) wordt iedereen met macht flink onder handen genomen, met een humor en scherpte waar menig cabaretier vandaag nog een voorbeeld aan kan nemen. Tegelijk was deze filosoof nauwgezet bezig met de beeldvorming rondom hemzelf. Zo liet hij schilderijen maken van zichzelf, om die cadeau te doen aan vrienden op invloedrijke posities. De beroemde portretten door Hans Holbein de Jonge hebben het aanzien van deze denker in belangrijke mate bepaald, meer nog dan zijn boeken. Het iconische beeld van Erasmus als de vrome geleerde, die met innerlijke rust aan het werk is. Met om zijn mond een onderdrukte glimlach, die ironisch en ook wat zelfgenoegzaam is. Het klassieke beeld van de filosoof die met verwondering maar toch met begrip kijkt naar de wereld om hem heen. En die over alle dingen zo het zijne denkt.
De afbeelding van één van de schilderijen van Holbein had ik op mijn werkkamer hangen in de Tweede Kamer. Het portret gaf me rust en hielp de politieke waan van de dag een beetje te relativeren. Erasmus schrijft en dat blijkt hem weinig moeite te kosten, deze man is de materie die hij beschrijft geheel meester. Inwendig lijkt hij een glimlach te onderdrukken, alsof hij een beetje moet lachen om deze afbeelding en de ijdelheid die daaruit spreekt. Om succes te hebben in de politiek moet je ijdel zijn. Je moet jezelf op de voorgrond durven zetten, anders zal nooit iemand naar je luisteren. Dat hoort bij het ambt van Tweede Kamerlid. Maar die ijdelheid is tegelijk je grootste valkuil. Op het moment dat je gaat geloven dat de politiek om jou draait en al die aandacht er voor jou is. Te vaak heb ik gezien hoe politici het ambt met hun eigen persoon verwarren. En meer zichzelf dan het volk vertegenwoordigen.
Nieuwe Kamerleden geeft ik het advies om goed op te passen voor hun eigen ijdelheid, die onmisbaar is in de politiek, maar tegelijk één van de grootste gevaren. Al die aandacht werkt verslavend. Als je het goed doet zetten de media je graag op een troontje, waar je later weer net zo hard vanaf wordt getrapt. Dit portret van Erasmus heb ik gekregen van iemand die het voor een paar gulden vond op de rommelmarkt van een gereformeerde kerk – daar wist men de humanist niet goed op zijn waarde te schatten. Ik hoop dat het schilderij mij door de jaren heen heeft geholpen, om te blijven beseffen dat je beeldvorming niet al te serieus moet nemen. Dat je altijd om je eigen imago in de media moet blijven glimlachen. Het was wel een beetje een weemoedig moment, toen ik het van de muur haalde. Ik hoop dat dit portret van Erasmus (een mooie replica) heel snel weer een plaats krijgt op een nieuwe werkplek.
Van Ronald van Raak verscheen onlangs het boek Denken op de dijken.