Opinie

Syp Wynia – De verkiezingen zijn gewonnen door de gevestigde orde

18-03-2021 12:07

De Tweede Kamer. (Screenshot NOS)

De Kamerverkiezingen werden een overwinning voor het nieuwe links-liberale centrum in de Nederlandse politiek en verloren door de machtspartijen van de 20ste eeuw. Maar de echte verliezers zijn de mensen wier stem toch al niet zo telde. Over de tijdbom die tikt. Over bijltjesdag. Over de winnaars van Corona. De verkiezingen van 2021 in 11 punten.

1 We krijgen een Grote Coalitie

Alles wijst er op dat de partijen die altijd al regeren dat nu weer gaan doen, en nu voor het eerst samen. Mark Rutte (VVD) en Sigrid Kaag (D66) zijn niet alleen winnaars, maar ook de grootste twee partijen. Ze willen beide regeren en ook met elkaar. Het ligt in de rede dat de VVD dat het liefst met het CDA er bij doet, want dat is – of was, tot dusver – de belangrijkste concurrent bij verkiezingen. Bij het CDA zijn ze ook al net zo ‘bestuurlijk ingesteld’ als de VVD zelf. Ze zijn ook nauw verweven met het bedrijfsleven.

Nu is het CDA wel een van de verliezers van de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 en daar is het laatste woord nog niet over gezegd. Maar het CDA-kader wil regeren en zo belangen veilig stellen, desnoods als derde in rang.

Maar het ziet er niet naar uit dat een coalitie van VVD, D66 en CDA meer dan de 75 zetels krijgt die nodig zijn voor een Kamermeerderheid (en anders maar op het nippertje). Er is dus nog een partij nodig. En dat zal naar alle waarschijnlijkheid de PvdA worden.

Ten eerste omdat D66 er dolgraag een linkse partij bij heeft – in de veronderstelling dat regeren minder gewenste compromissen oplevert die ze graag delen met ‘andere’ linkse partijen. Ten tweede omdat de PvdA in 2017 weliswaar werd bestraft voor regeren, maar nu niet wist te winnen met oppositie voeren. En het kader van de PvdA is – net als die van het CDA – doodsbenauwd om langdurig niet te regeren en zo de lijntjes, de baantjes en de belangen in Den Haag kwijt te raken. Liever besturen in de bijrijdersstoel, dan helemaal niet regeren.

In Duitsland noemen ze dat een Groko, een Grote Coalitie, waarbij de twee grote gevestigde partijen samen regeren. In Nederland zou je het Paars-plus-CDA kunnen noemen. In 1994 kwam het CDA immers voor het eerst buitenspel te staan, doordat de linkse PvdA en de rechtse VVD samen met bindmiddel D66 gingen regeren. Nu zou zo’n paarse combinatie dus juist mèt het CDA gaan regeren. Het moet natuurlijk nog, maar dat is op de ochtend na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 de meest logische coalitie.

2 Wat is eigenlijk nog het verschil tussen VVD en D66?

VVD en D66 zijn niet de enige winnaars, maar wel de belangrijkste winnaars van de Tweede Kamerverkiezingen. De VVD won voor de vierde keer achtereen de Tweede Kamerverkiezingen en kreeg er zelfs zetels bij. D66 werd de tweede partij en won behoorlijk.

Er zijn anno 2021 grote overeenkomsten tussen de partijen van Mark Rutte en Sigrid Kaag. De jonge VVD’er Mark Rutte wilde altijd al een brede VVD, met D66 er bij en zelfs PvdA’ers er bij. Dat is hem nu zo ongeveer gelukt, zij het dat de PvdA goeddeels opgegeten is door andere partijen (waaronder de VVD) en dat D66 juist groter is dan ooit tevoren.

Maar de verschillen tussen de partij van Rutte en de partij van Kaag zijn nog nooit zo klein geweest. Dat bleek duidelijk tijdens een onderling debat bij Jinek, op RTL4. Rutte en Kaag vielen elkaar niet aan, uit niets bleken grote verschillen, ze leken wel broer en zus die elkaar spaarden.

De VVD is nooit zo links geweest als onder Rutte. RutteTwee (met de PvdA) maakte van de VVD al een aanhanger van nivellering. RutteDrie (met ChristenUnie en D66) maakte de VVD onder meer ook klimaatkoploper van de wereld. Cultureel gesproken schoof Rutte ook in hoog tempo op: zijn derde kabinet herschreef de (koloniale) geschiedenis, keerde zich tegen Zwarte Piet, ziet overal ‘systemisch’ racisme en vindt diversiteit heel nastrevenswaardig.

De VVD is weliswaar niet zo ‘woke’ als D66 – met D66-minister Ingrid van Engelshoven voorop – maar bij Rutte staan het regeerakkoord en het kabinetsbeleid gelijk aan het actuele beginselprogram van de VVD. En zo lift de VVD ook op dit vlak mee met D66.

En dan het verkiezingsprogramma van de VVD in 2021: dat gaat nog een stapje verder naar links dan het nogal linkse regeringsbeleid. Waarmee het onderscheid tussen VVD en D66 wel heel klein is geworden.

De VVD is in naam niet zo eurofiel als D66, maar op de keper beschouwd maakt het in de praktijk weinig uit. Rutte wil nog onderhandelen als Merkel en Macron meer geld aan Italië willen geven, maar komt uiteindelijk met weinig thuis. Kaag wil zelfs niet eens onderhandelen als Berlijn, Brussel en Parijs ‘meer Europa’ willen.

Officieel heten de VVD van Rutte en D66 van Sigrid Kaag beide liberaal te zijn, waarbij de VVD dan rechts-liberaal zou zijn en D66 links- dan wel progressief-liberaal. Je zou ze ook centrumrechts en centrumlinks kunnen noemen. In werkelijkheid zijn de verschillen klein.

3 Maatschappelijk geslaagden wonnen de Kamerverkiezingen

VVD en D66 werden dus nummer één en twee en waarschijnlijk gaan ze weer samen regeren. Dat is een stevige overwinning voor maatschappelijk geslaagd Nederland, voor de mensen die toch al niet zoveel te klagen hebben – ook niet over invloed in het politieke bestel.

D66 is bij uitstek de partij voor de hoger opgeleiden. Dat geldt iets minder voor de VVD, maar dat is dan weer wat meer de partij van de economisch beter gesitueerden. Zo bekeken zijn de Tweede Kamerverkiezingen bij uitstek een succes voor wie toch al succesvol was.

Rutte en Kaag vinden zich ook beide de leiders die optimisme en positiviteit prediken en verklaren ook hun aanhangers tot positieven en optimisten. Het mag een beetje aanmatigend zijn (als je weinig te klagen hebt is het makkelijk optimistisch zijn) maar het werkt, kennelijk.

De partijen van de uitgesproken maatschappelijk geslaagden gaan bovendien weer regeren, wat ze onevenredige invloed geeft op het overheidsbeleid. Partijen van de maatschappelijk minder geslaagden – zoals PVV en waarschijnlijk SP – verloren juist bij de verkiezingen en blijven bovendien (de PVV zeker, de SP waarschijnlijk) buiten spel bij regeringsdeelname.

De VVD en D66 zijn bovendien de favoriete partijen bij de machtigen en invloedrijken. In dat wereldje van economische belangen en gesubsidieerde lobby’s tellen CDA, PvdA en GroenLinks – of dat zo blijft is niet zo zeker – ook mee, maar VVD en zeker ook D66 zijn favoriet. Dat gold voor D66 zelfs al toen die partij in 2005, 2006 in de electorale put belandde.

De gevestigde machten in Nederland hebben dus gewonnen, bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Dat zal ook blijken uit het regeringsbeleid. De vraag is of dat stand kan houden.

Als VVD en D66 niet oppassen, blazen ze de maatschappelijke cohesie in Nederland op en worde de kloven in de samenleving verder vergroot. Op enig moment zal het ongenoegen voelbaar de kop op steken. Een tijdbom tikt.

4 De verkiezingen gingen over personen

Wie wonnen er? Mark Rutte, Sigrid Kaag, Thierry Baudet. In alle drie de gevallen gaat het om partijen en campagnes die grotendeels op de lijsttrekker gebouwd zijn.

De VVD van Mark Rutte was al de Ruttepartij, maar nooit zo sterk als in 2021. Rutte controleert de partij, iedere kandidaat-opvolger verdwijnt uit beeld, al dan niet door toedoen van Rutte zelf.

Rutte’s wil is wet. De VVD vindt wat Rutte’s regeerakkoorden vinden. De VVD verpakt dat niet eens meer. De campagne ging volledig over Rutte. Niet over zijn verdiensten – want die zijn discutabel – maar zijn ‘leiderschap’, dat Nederland ten derde malen ‘door’ en ‘uit de crisis’ zou gaan leiden. Het is een geslaagde boodschap, zoveel is zeker.

Sigrid Kaag verdubbelde het zetelaantal in de peilingen in amper twee weken, met een campagne die geheel rond haar – de nieuwe leider van D66 – was gebouwd. Zij beloofde ‘nieuw leiderschap’ – wat het ook moge betekenen.

Kaag deed het onverwacht goed in de debatten en had zo baat bij de lage verwachtingen die daarover bestonden. Vervolgens had ze alles mee: haar vrouw-zijn (ze at daarmee waarschijnlijk ‘andere’ linkse partijen leeg), een ruim budget (Kaag was overal in kranten en op tv, mede met behulp van een miljoen euro van een sponsor), het ‘bandwagon-effect’ (kiezers associëren zich graag met een partij die in de lift zit) en bijna tastbare steun op het Mediapark in Hilversum (Kaag was overal, werd overal gedragen en zelden kritisch bejegend en als winnaar geëtaleerd). Daarbij zijn winnaars bij verkiezingen vaak ‘the new kid on the block’, het nieuwe alternatief. Dat was deze keer Sigrid Kaag.

Wat D66 en Sigrid Kaag hielp, is dat Nederland voor een steeds groter deel bestaat uit sociale stijgers met een hogere opleiding, dikwijls eerste generatie academici. Die bevolkingsgroep wil graag bij de maatschappelijke bovenlaag behoren, met behoud van progressieve uitstraling en links levensgevoel. Daar hoort een internationalistische, kosmopolitische houding bij, inclusief een optimistisch, zo niet lichtzinnig idee over immigratie (waar deze bevolkingslaag geen of weinig last van heeft, in de vorm van lagere lonen zelfs voordeel).

Het spreekt voor zich, dat Sigrid Kaag het ideale rolmodel is voor deze groep sociale stijgers. Vrouwen willen haar zijn, mannen willen best bij haar zijn. Bij de verkiezingen van 2021 heeft D66 een deel van deze sociale stijgers weggelokt bij de als te arbeideristisch, dan wel te oud-links en te weinig met de macht geassocieerde partijen als SP, PvdA en GroenLinks.

5 Links is klein, versnipperd, uit de mode

De uitslag was vernederend voor de linkse partijen van de afgelopen decennia. De sociaaldemocraten van de PvdA – traditioneel bij de groten, leverancier van de premiers Drees, Den Uyl en Kok – bleven weer steken in de marge, een ogenschijnlijk succesvolle campagne van de SP verkeerde wederom in verlies en GroenLinks dat links wilde verenigen en regeren verloor zelf dramatisch.

Dit linkse blok is in enkele verkiezingen zo ongeveer gehalveerd. Het is een zwaar gelag, omdat het zelfbeeld van links totaal anders is. Dat zelfbeeld gaat altijd nog uit van het idee dat het socialisme – of hoe het nu moge heten – onvermijdelijk zal heersen op aard. Dat zelfbeeld ging ook uit van de onvermijdelijke ondergang van de heersende macht van de vorige eeuw – de christendemocraten – maar ondertussen glijdt traditioneel links bijkans net zo hard weg als de christendemocratie.

Waar is links gebleven? De arbeiders, verwaarloosd door links, kozen vaak al voor Pim Fortuyn, Geert Wilders of Thierry Baudet. Links was immers nogal vaak geporteerd voor de allochtonen – de nieuwe verworpenen der aarde – dan wel voor zulke zaken als het klimaat – voor diversiteit en duurzaamheid, om het zomaar te zeggen.

Maar de allochtone kiezer is inmiddels òf geïntegreerd en stemt bijvoorbeeld op Rutte of Kaag, of bekeerde zich tot etnische partijen als Denk en Bij1. Ouderen gingen (eerder) naar 50+. En wie nog een tikje duurzamer wil, kan ook bij de Partij van de Dieren terecht. Wie het allemaal een beetje wil, met een toefje radical chic – die kan naar Sigrid Kaag. Het links dat we kenden is zo te zien overbodig geworden.

6 Nog een verliezer: christendemocraten

Het CDA deed alles fout en kreeg in die zin loon naar werken. Het CDA vergeet keer op keer dat het CDA alleen maar groot kan worden als het de VVD succesvol concurrentie aandoet en zo – als het even kan – de grootste op rechts kan worden (en de premier kan leveren).

En dus profileerde het CDA-bestuur zich de afgelopen jaren als stedelijk, linksig, en duurzaam. Dat was al een ticket voor neergang. Het CDA-kader mag wel willen dat het CDA groot moet worden in steden als Rotterdam, dat er voortdurend een generaal pardon dan wel een kinderpardon voor afgewezen asielzoekers moet komen – maar daar wordt het CDA niet groot en wel klein van. Dat geldt al helemaal als het CDA zich tegelijkertijd de boosheid van de boeren en daarmee van veel sympathisanten op het platteland verspeelt.

Dan had het CDA in korte tijd ook nog drie lijsttrekkers: Hugo de Jonge (de kandidaat van het partijbestuur), Pieter Omtzigt (de kandidaat van de helft van de partijleden) en Wopke Hoekstra (die eerst niet wilde en het daarna zonder verkiezingen onder de leden toch werd).

Hoekstra was redelijk populair toen de Nederlanders voornamelijk zijn rijzige verschijning kenden, maar aan het eind van de debattenreeks bleef er weinig over van zijn beoogde premierwaardigheid.

7 Hier kan het bijltjesdag worden

Dat er bij het CDA koppen rollen is bijna zeker. Het partijbestuur is een logische kandidaat, misschien gaat ook lijsttrekker Wopke Hoekstra iets anders doen. Veel hangt af van de voorkeurstemmen. Kreeg Pieter Omtzigt meer stemmen dan Hoekstra? Instabiliteit hangt in de lucht bij het CDA.

Het is amper voorspelbaar dat er bij GroenLinks, SP en/of PvdA niets gebeurt. Jesse Klaver, de nieuweling van 2017, bleek in 2021 verbleekt. Het verlies steekt dramatisch af tegen de ambities en pretenties. Jesse heeft zijn beste tijd gehad.

Lilian Marijnissen kon de neergang bij de SP ondanks een goed ogende campagne weer niet breken, wat zeker mede verklaard moet worden uit interne conflicten: ideologische scherpslijperij of niet, wel/niet regeren, wel asielzoekers maar geen Oost-Europeanen?

8 Baudet had baat bij Coronakritiek

Het potentieel van Forum voor Democratie bleek overduidelijk twee jaar geleden, toen de partij van Baudet de grootste van het land werd bij de Statenverkiezingen – toen met de thema’s klimaatbeleid en immigratie. In enkele etappes (ruzie met Henk Otten, incidenten, weer ruzie en afsplitsing enkele maanden voor de verkiezingen) zakte Forum bijna volledig weg.

Maar een van de bronnen van ruzie (Baudet taxeert Corona niet als een zware epidemie, vindt de schadelijkheid van de maatregelen als groter) werd ook de motor van het gedeeltelijke herstel bij de verkiezingen. FvD is in zetels een grote winnaar en niet in de laatste plaats omdat er toch substantiële kritiek is – zoals bij delen van het bedrijfsleven – op Rutte’s Coronabeleid.

9 Waar het niet over ging (maar het wel over had moeten gaan)?

De campagnes en de debatten gingen dikwijls nergens over. Politici kozen vage thema’s als ‘leiderschap’ of ‘samenwerking’ of ‘acceptatie’. Zat het land daar op te wachten?

Het ging dus niet over de eerste inzet van het kabinet RutteDrie (meer koopkracht, klimaatkoploper worden). Die koopkracht kwam er niet, wel ging de btw weer omhoog.

‘Het klimaat’ heette een belangrijk onderwerp te zijn, maar geen debatredactie stelde de vraag of ‘meer klimaat’ dan ook betekende ‘meer windmolens’, ‘meer biomassa’ of ’40.000 euro per woning voor van het gas af’. Vreemd. En een gemiste kans.

Het ging niet over Europa, het ging niet over de toeslagenaffaire. Betekent ‘meer Europa’ een transferunie waarbij steeds weer Nederlands geld naar Italië moet? Geen antwoord. Rutte kwam weg met de suggestie dat Nederland geld aan Italië moet geven zodat Italië in Nederland spullen kan bestellen.

Het ging niet of nauwelijks over de schandelijke toeslagenaffaire, waarbij minstens 100.000 Nederlanders willens en wetens door de staat in het ongeluk werden gestort. Dat het kabinet daarover viel, lijkt per saldo in het voordeel van Mark Rutte. Die kon demissionair doorregeren en had verder niet veel last van de affaire. De slachtoffers van die affaire telden niet echt mee, zo leek het.

10 Wordt het land onbestuurbaar?

Het ziet er naar uit dat er een stel nieuwe partijen in de Tweede Kamer komen. Binnenhofbewoners klagen dan graag steen en been over een ‘versnippering’. In werkelijkheid kent Nederland heel wat meer problemen dan de organisatorische inrichting van de Tweede Kamer. Ze zullen er best wel uitkomen.

Aan alle nieuwkomers is wel iets verrassends. Volt is ‘Europees’ en wil vanuit Nederland meer Europa organiseren. Het was vooralsnog vooral concurrentie voor GroenLinks en D66.

JA21 viel qua resultaat zowel mee als tegen. De partij van Joost Eerdmans ontstond als afsplitsing (en ‘redelijk alternatief’) van Forum. Die belofte werd niet echt waargemaakt. Maar de uitslag was royaler dan de peilingen voorspelde.

11 Alle deuren gaan weer dicht

Verkiezingen mogen een feest van de democratie heten, maar bij de formatie wordt de democratie tijdelijk begraven. Maandenlang regeert een demissionair kabinet, terwijl onderhandelaars van partijen onzichtbaar voor het land en goeddeels onzichtbaar voor hun eigen fracties een regeerakkoord in elkaar timmeren.

De formatie van 2017 heeft ten overvloede aangetoond, dat terwijl de verkiezingsuitslag uit beeld verdwijnt, lobbyïsten als die van Shell en Unilever stiekem meeregeren. De formatie is een black box. Hoe langer die duurt, hoe groter de kans dat de burgers uit het zicht verdwijnen en particuliere belangen de toon zetten.

Daar komt nog bij dat de formatie verregaand wordt gedicteerd door de ambtenarij. Eerst schreven ambtenaren richtlijnen voor de partijprogramma’s, nu assisteren ze de formatie met adviezen en ‘doorrekeningen’.

De koning is in 2012 weggeschreven uit de Nederlandse kabinetsformatie. Het wordt nu de hoogste tijd om de burger en zijn volksvertegenwoordigers de kabinetsformatie in te schrijven (en de lobbycraten er uit).

Deze column verscheen eerder op Wynia’s Week