Kerncentrales, hulp bij gezinsplanning in arme landen en research in Wageningen en Delft; dat is een mooie agenda voor het Nederlandse klimaatbeleid. Ik geef nog een paar feiten ter adstructie en maak en passant korte metten met dr Pieter Boot, die als klimaatbaas bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) die feiten natuurlijk ook kent, maar niettemin kernenergie zo lang mogelijk blijft tegenwerken, family planning negeert en liever 5 miljard belastinggeld besteedt aan kabels in de Noordzee dan aan research naar fotosynthese en zuinige landbouw.
De website van Electricité de France geeft een lijst van alle in Frankrijk gebouwde kerncentrales en dan blijkt dat bouw van zo’n centrale 4-8 jaar tijd neemt. Toch beweert het PBL dat kernenergie niet op tijd voor 2030 (een overigens willekeurig gekozen datum) kan helpen.
Klimaatbaas Pieter Boot gaat nog verder. Hij beweerde eind 2019:
‘Er zijn onoverkomelijke andere bezwaren om op kosteneffectieve wijze een kerncentrale in dit land te krijgen. Zo nu en dan zal de vraag wel weer opwakkeren, maar dat is omdat het altijd plezierig kan zijn even te dagdromen. De werkelijkheid is anders.’
Een jaar later was duidelijk dat VVD en CDA wél met open ogen naar kernenergie willen kijken. Boot schrijft dan soepel:
‘Het kan geen kwaad nog eens goed naar een nieuwe kerncentrale te kijken.’
De klimaatbaas begon als wetenschapper, met als specialisatie de combines in de communistische DDR, waar hij lovend over schreef in Soviet Studies. Als hij was blijven publiceren na de Wende van 1989 had hij zeker willen uitleggen waarom het management van de DDR toch niet zo succesvol was.
Een integere wetenschapper geeft feiten en argumenten wanneer hij zijn mening verandert. Zo niet Pieter Boot. Wat in 2019 een ‘dagdroom’ heet, wordt in 2020 tegen heug en meug aanbevolen zonder één snipper feit of argument waarom Boot in 2019 het omgekeerde beweerde van Boot in 2020.
Hoe kunnen lezers van PBL-rapporten dan nog geloven in de wetenschappelijke integriteit?
Ik denk dat Boot – zoals ook veel Democraten in de VS – bang is dat success met kernenergie de miljarden subsidies voor wind aantast. Hij heeft zich vastgelegd op 50% van de elektriciteit uit wind; met nieuwe kerncentrales is dat (overigens volgens échte dekundigen onmogelijke) doel niet langer relevant (en blijven er meer vogels in leven boven de Noordzee).
Boot weet dat ook maar wil het niet meenemen in de beschouwingen van zijn sector Klimaat bij het PBL.
Peter Singer, hoogleraar bioethiek aan Princeton, wijt het taboe op family planning bij de Verenigde Naties op de racistische nasmaak van de voorstellen vijftig jaar geleden van Paul Ehrlich, auteur van The Population Bomb.
Die bestseller – uit dezelfde periode als het misplaatste Grenzen aan de groei – wilde verplichte sterilisatie en stopzetting van voedselhulp aan arme landen.
Ook onderzoekers bij de Wereldbank krijgen nog steeds het advies om het onderwerp ‘family planning’ te vermijden. Prof Brant Liddle heeft in The Lancet en elders uitgelegd dat de klimaatscenario’s van het IPCC (het orgaan dat de prognoses van de global warming publiceert) tekort schieten omdat ze wel aangeven dat bevolkingsgroei heel belangrijk is voor CO2, maar niet de family planning durven te noemen die daarbij zou helpen.
Als family planning – de pil, condooms, spiraaltje, altijd alleen op vrijwillige basis – zou resulteren in het IPCC-scenario met een lage groei van de wereldbevolking zou dat volgens een schatting van prof Liddle 40 procent schelen in de uitstoot van CO2 in het jaar 2100.
De eminente Nederlands-Amerikaanse bevolkingsdeskundige John Bongaarts schrijft verdrietig over de IPCC: ‘Population policy options are not discussed.’ Klimaatbaas Boot past dat schadelijke taboe ook toe. Onder zijn voorganger bij het PBL werd John Bongaarts nog wel eens aangehaald; nu niet meer.
De vele artikelen van Bongaarts over bevolkingspolitiek en family planning van de laatste tien jaar zijn wereldwijd vijfduizend keer gebruikt, maar 0 keer door het PBL sinds Boot daar de sector Klimaat leidt.
Succesvol klimaatbeleid vraagt om actie op vele terreinen, want CO2 is een serieus probleem. Pieter Boot laat systematisch twee van de belangrijkste opties weg: kerncentrales die zo veel minder ruimte innemen dan zonnepanelen en windmolens; en hulp bij family planning in arme landen, niet alleen met de pil en condooms, maar ook indirect door hulp aan onderwijs voor meisjes zodat ze later trouwen en beter zijn opgeleid.
Die omissie betekent dat alle afwegingen van kosten en baten van het klimaatbeleid onvolledig en fout zijn.
De Tweede Kamer zou demograaf John Bongaarts – lid van de Koninklijke Akademie sinds 1986, lid van de Amerikaanse National Academy of Sciences sinds 2002 – kunnen uitnodigen, liefst samen met Mike Shellenberger, auteur van Apocalypse Never: Why Environmental Alarmism Hurts Us All.
Bongaarts kan helpen om family planning op de Nederlandse klimaatagenda te krijgen; Shellenberger om uit te leggen waarom de hoeveelheid CO2 die wordt uitgestoten bij de productie van elektriciteit in Frankijk 90 procent minder is dan in Duitsland (en die Franse elektriciteit bovendien veel goedkoper is).
We moeten het PBL kunnen vertrouwen. Nu kan dat niet. Op twee belangrijke opties voor beleid rust een taboe, en dus is de afweging van kosten en baten van alle andere opties onvolledig.
In de woorden van de dichter: ‘Mit falschen Gewichten wird alles gewogen.’ Klimaatbeleid is te belangrijk en kostbaar om zo door te gaan.
Deze column verscheen eerder op Wynia’s Week. De onafhankelijke berichtgeving van Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Steunt u ook deze broodnodige, ongebonden journalistiek? Graag! Doneren kan op verschillende manieren. Lees HIER. Hartelijk dank!