Ik schrijf wekelijks, hier op DeJaap, een stuk waarin ik iets becommentarieer of probeer uit te leggen. Meestal verwijs ik daarbij naar recente gebeurtenissen of ontwikkelingen, naar media-uitingen daarover en, soms, naar een relevante geschiedenis van hetgeen aan de gebeurtenis of de ontwikkeling vooraf ging. De ene keer krijg ik juichende reacties van herkenning, van ‘het-moet-maar-eens-gezegd-worden!’, de andere keer blijft het stil en in weer andere gevallen worden mensen boos omdat ze vinden dat ik een stokpaardje berijd waar ze op uitgekeken zijn.
Als ik het zo klinisch neerpen, is het behoorlijk saai, eigenlijk. En ja… op zich is het misschien ook niet opwindend als iemand, zoals ik in dit geval, om de zoveel tijd (zeven dagen) en in zijn eigen stijl en redeneertrant de eindjes weer aan elkaar probeert te knopen. Zich telkens opnieuw (en vaak op eendere wijze) niet neer wenst te leggen bij wat ogenschijnlijk toch zo helder is, namelijk dat de wereld van willekeur en onbewezen stelligheden aan elkaar hangt. Enfin. Het voorgaande zou wel eens een prozaïsche omschrijving kunnen zijn van wat een columnist geacht wordt te doen: zijn onzekerheid en twijfel kortstondig wegmasseren met een gestaald schrijfsel, ofwel een twijfelachtig product afscheiden om een nóg twijfelachtiger toestand geen of minder ruimte te geven.
Bloedrode chaos
Voor velen zijn die gestaalde schrijfsels annex tijdelijke bezweringsformules niet genoeg. “Ik lees veel opinies op DeJaap,” hoor ik hen nogal eens zeggen. “Maar wat héb je daaraan? Iedereen vindt wel wat!” Bij navraag eisen dergelijke lieden, kennelijk ook van een opiniesite, dat er gewerkt moet worden aan wat zij ‘oplossingen’ en ‘verbeteringen’ noemen. Een mening an sich is in hun visie tijdverlies als het niet onmiddellijk tot een nuttig of baanbrekend inzicht leidt. Zij lezen graag tien tips over hoe je pubers beter kunt opvoeden, een interview over rouw dat handvatten biedt over hoe om te gaan met de dood of een essay van een VN-diplomaat die deftig klinkende recepten voor de wereldvrede probeert te slijten. “Daar kún je wat mee!” roepen ze blij.
Ik word, eerlijk gezegd, altijd een beetje giechelig van dat soort geluiden. Alsof zelfs het lezen van een krant of tijdschrift of het, al of niet voor je plezier, raadplegen van een site een bouwsteentje hoort te zijn naar een hoger doel. Terwijl ik ervan overtuigd ben – sorry dat het maar een mening is – dat wat die hooggeleerde pedagoog, psycholoog of diplomaat aan het papier (of beter: aan zijn of haar computerscherm) toevertrouwt in essentie ook maar een manier van hem of haar is de bloedrode chaos van alledag op afstand te houden, in plaats van een kant-en-klaar recept voor een Betere Wereld. Ik ben dan ook zo’n luie, ietwat starre romanticus die in de wartaal van de dorpsgek soms meer waarheid ontdekt dan in vuistdikke rapporten die bij sociaalpsychologische instituten van de band rollen (al heeft Diederik Stapel dit laatste standpunt van mij recentelijk een stuk salonfähiger gemaakt, waarvoor dank!).
Hilhorst en de Poetin-jeugd
Hoewel ‘onze’ linkse tegenhanger, Joop, tegenwoordig ook kritische stukken begint af te scheiden over de ellende die het progressieve managerstype, door het Paarse kabinet met schier goddeloze budgetten en onbeperkte vrijheid op rooftocht gestuurd, over ons heeft uitgestrooid (megascholen, megaziekenhuizen, graaiende ambtenaren, malafide banken) en ik me – u mag het gerust weten – steeds vaker in hun artikelen herken, blijft er tussen ons, gelukkig maar (!), één belangrijk verschil: bij Joop willen ze altijd blijven bouwen. Bouwen aan een mooiere en fijnere toekomst. Zij zijn bereid de foute recepten uit het verleden te benoemen om in één moeite door weer nieuwe concepten voor de toekomst te omarmen. Links is De Nieuwe Vergeetachtigheid. Ombudsman, VARA-hoofd en Joop-publicist Pieter Hilhorst omschreef zichzelf onlangs, in een opmerkelijke scheut van zelfkennis, als een pathologische optimist, die de godganse dag aan meer begrip, meer rechtvaardigheid en meer Bruto Nationaal Geluk wil werken. Wanneer methode A daarbij niet werkt, trekt hij onmiddellijke methode B uit de kast; Het Paradijs verdraagt geen slow motion. Als je bereid bent je open te stellen voor de manier waarop Hilhorst onvermoeibaar ronddartelt en je kijkt door je oogharen naar zijn taaie padvindersmentaliteit, heb je weinig fantasie nodig om in hem een gewaardeerde opbouwwerker in de Poetin-jeugd, ‘Nasji’, te herkennen. Niet voor niets is de voornaamste klacht van ‘Nasji’ jegens de Russische oppositie dat ze ‘negatief’ zijn en ‘obstructie’ plegen op de route naar nieuwe glorie voor het vaderland. Vervang ‘vaderland’ door ‘EU’ of ‘een groene planeet’, en je begrijpt dat DeJaap, juist dankzij haar volstrekt open karakter, een historische missie van formaat tegemoet gaat.
Irritant is nog beter
Met het Russische schisma en de druk van een oligarchie die de ‘gewone burger’ monddood wenst te houden in het achterhoofd (al heet die oligarchie in het westen dan, een stuk vriendelijker, ‘democratie’ of ‘civil society’), zie ik DeJaap maar wat graag stijf haar tenten opslaan in het kamp van de nutteloze, of beter nog, irritante mening. Zolang we ons de warmte ervan nog kunnen permitteren, moeten we die pakken! Straks kloppen de brigadiers van Hilhorst op de deur, die onze computers scannen op ‘subjectieve geschriften die geen enkele maatschappelijk doel dienen’.
Dán is het te laat!!!
Hans van Willigenburg schrijft al bijna een jaar, volstrekt nutteloos (?), een wekelijkse column voor DeJaap. Hij gaat daar in 2012 ijs- en wederdienende stug mee door. Morgenavond staat hij oog in oog met de linkse kerk als hij in de Amsterdamse sociëteit De Kring voorleest uit eigen werk.