BIJ1 zit nog geen half jaar in de Tweede Kamer en er is al ruzie. Vorige week konden we al vernemen hoe de nummer twee van de kandidatenlijst, Quinsy Gario, uit de partij werd gezet. Deze week kreeg dat incident een vervolg met het vertrek van het Haagse afdelingsbestuur, dat openlijk met Gario sympathiseert. Laten we kijken wat deze ontwikkelingen ons vertellen over BIJ1.
Een partij met één zetel wordt al snel vereenzelvigd met het enige Kamerlid. Sylvana Simons is in alle opzichten synoniem aan BIJ1: ze is essentieel voor de personele bezetting, binding met de achterban en uitstraling naar buiten. Bij de verkiezingen van 2017 was ze al lijsttrekker, dat was ze ook in Amsterdam in 2018 en vervolgens was ze lange tijd de enige gekozen BIJ1-politicus. Het is dus makkelijk om BIJ1 als een verlengstuk van Simons te zien. Is de partij meer dan dat? Simons is voor velen een idool en er zal daarom altijd kliekvorming optreden: loyale fans die haar bewonderen en het een eer vinden met haar te werken.
Misschien wordt BIJ1 meer dan alleen Simons: de Amsterdamse zetel wordt sinds enige tijd door iemand anders bezet en BIJ1 doet in zeven andere gemeenten mee aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. Er zijn bovendien meer bekende namen. Op de kandidatenlijst van 2017 zagen we al Anja Meulenbelt, Gloria Wekker en Simone van Saarloos. Dit jaar stonden Romana Vrede en Anousha Nzume erop. Toch is het lastig hen op te vatten als belangrijke BIJ1-gezichten: ze waren feitelijk steeds lijstduwers. De enige uitzondering was Quinsy Gario. En juist van hem weten we hoe het is afgelopen.
Waarom kwam Gario eigenlijk bij de partij die zo wordt gedomineerd door Simons? Zelf zegt ze geïnspireerd te zijn door de beweging tegen Zwarte Piet. Voor BIJ1 was het nuttig aan Kick Out Zwarte Piet (KOZP) verbonden te zijn. Het was – ook dit jaar – immers verre van zeker dat BIJ1 de kiesdrempel zou halen. Gario kwam als een van de belangrijkste KOZP-gezichten goed van pas om twijfelaars over de streep te trekken. De opbrengst van deze vondst viel desondanks tegen: hij haalde nog geen 2500 stemmen, veel minder dan menigeen had verwacht. Dat doet zijn interne positie natuurlijk geen goed.
We krijgen de positie van Gario vooral goed in beeld als we deze vergelijken met die van de nummer drie, het voormalige Hilversumse SP-raadslid Rebekka Timmer. Zij haalde veel meer stemmen dan Gario en heeft in de partij ook veel meer te zeggen. Ze werkte al in een vroeg stadium mee aan de opbouw, zit al langer in het partijbestuur en is sinds de verkiezingen de rechterhand van Simons in de Tweede Kamer. Daar steekt Gario – zonder functie en met zijn tegenvallende achterban – schril bij af. Het reproduceert het oude beeld: Simons is bij BIJ1 de kern, Timmer is haar rechterhand en Gario hangt er een beetje bij.
Sinds afgelopen week gaan er allerlei verhalen over Gario rond. Hij is kennelijk geen makkelijk iemand. Dat ligt nogal voor de hand: activisten staan eigenlijk nooit als makkelijk bekend, Gario heeft stevige meningen en hij is niet bang ze te uiten. Bij Op1 hoorden we hem bijvoorbeeld zeggen dat hij zich uitsprak toen BIJ1 George Floyd in een campagnespot wilde gebruiken. Hij heeft bovendien allerlei meningen over de democratisering van BIJ1 waar het partijbestuur niets van wil weten.
In een volwassen partij zijn lokale afdelingen min of meer zelfstandig. Afdelingen bepalen zelf welke meningen ze hebben en welke ze uitdragen. Bij BIJ1 blijkt deze zelfstandigheid beperkt. In Den Haag wilde de afdeling publiekelijk iets zeggen over dekolonisering. Volgens Timmer is dat een landelijk thema. Lees: de afdeling van Simons. Juist op inhoudelijke gronden is dit heel vreemd: men is het bij BIJ1 breed eens over dekolonisering en dus komt er uit geen enkele afdeling een geluid waar de landelijke fractie – lees: Simons – last van kan hebben. Bij BIJ1 vindt het landelijk bestuur dit toch ongewenst. Hoezo zelfstandige afdelingen?
Nu het Haagse afdelingsbestuur is opgestapt zijn er meer voorbeelden. Dit bestuur werd beschuldigd van het plegen van een coup, iets wat een lokale afdeling helemaal niet kan. Een Haags lid werd ‘verbaal gewelddadig vernederd’ tijdens de ledenvergadering. Een niet erg fraaie werkwijze. Het Haagse afdelingsbestuur vindt het ongepast dat Timmer leden met vragen over democratisering ‘intriganten’ noemt. Dit is inderdaad geen teken dat interne discussie wordt gewaardeerd. Ook beweert Simons dat de Haagse afdeling nog geen campagneplan had. Dat heeft het afdelingsbestuur naar eigen zeggen wel.
Het toont allemaal aan dat de organisatie van BIJ1 niet draait om afdelingen of leden, maar om de kern rond Simons, precies zoals je dat bij een partij met één zetel zou verwachten. Iedereen die BIJ1 volgde, wist dat overigens al. In Haarlem kozen de leden een tijdje terug een ‘witte hetero-vrouw’ als bestuurslid. Hilariteit alom, maar het liet vooral een gebrek aan interne democratie zien. Er kwamen gesprekken tussen de ‘witte hetero-vrouw’ en een ongekozen ‘kerngroep’. Die gesprekken waren erop gericht dat het gekozen bestuurslid zich zou terugtrekken. Leden maken ook in Haarlem niet de dienst uit.
Quinsy Gario had ondertussen na de verkiezingen zijn nut wel bewezen. Of eigenlijk zijn gebrek aan nut, want hij had teleurstellend weinig stemmen binnengehaald. Zo resteerde alleen een lastige man met vervelende, afwijkende meningen over onder andere de partijdemocratie. Zo iemand ben je liever kwijt dan rijk. Toevallig of niet, deze weken vormen ook een prachtige periode om Gario te lozen: nu duurt het nog even tot de gemeenteraadsverkiezingen. Elke week uitstel is schadelijk voor BIJ1 want dit vergroot de kans dat het er in september nog steeds over gaat, terwijl de schijnwerpers dan weer gewoon op Simons moeten staan.
Een blik op de machtsverhoudingen helpt. Vrijwel de hele top van BIJ1 bestaat uit vrouwen. Zij hebben meer macht dan Gario, die tegen hun ideeën aanschopt. De top handelt een procedure af die leidt tot een exit van Gario en de partijleider roept dat iedereen daar maar vertrouwen in moet hebben, al kan men zowel de klachten als de werkwijze niet controleren. Het bestuur begint ondertussen te ratelen over ‘toxische mannelijkheid’ en niemand weet wat dat in dit geval betekent. De ironie kan niet groter: zelfs de leden van BIJ1 hebben geen idee, want ook zij hebben het rapport niet gelezen.
Nu kunnen we de hand over ons hart strijken en het BIJ1-partijbestuur het voordeel van de twijfel geven, maar er is slecht nieuws: we horen de vrouwen van de Haagse BIJ1-afdeling helemaal niet klagen over de toxische mannelijkheid van Gario, wat de indruk wekt dat het allemaal net even anders zit. ‘Toxische mannelijkheid’ is in ieder geval een beschuldiging die niet is bewezen én die het partijbestuur wel erg goed uitkwam, want deze spreekt leden intuïtief aan en hoeft vanwege alle vertrouwelijkheid toch niet te worden uitgelegd. Vragen om zo’n uitleg is immers ook heel onveilig en toxisch. Zo is de cirkel weer rond.
Een organisatie die zo met kritische leden omgaat noem je geen politieke partij, maar een stelletje groupies.