“Niet gelukt, maar ook niet mislukt” sprak NOS-reporter Xander van der Wulp zalvend over de poging van informateur Johan Remkes om in de villa op het Hilversumse landgoed De Zwaluwenberg een doorbraak te forceren in de totaal vastgelopen regeringsformatie. ‘Een ergerlijke wanvertoning’ lijkt mij een betere kwalificatie. Ik snap niet dat Johan Remkes zich ervoor leent om nog anderhalve week aan het lijntje te worden gehouden door drie elkaar wantrouwende operettefiguren die de oorzaak van het probleem zijn en dus nooit de oplossing kunnen worden.
Met hun loze frasen over een “meer dan uitstekende sfeer” (Rutte), “goede intensieve gesprekken” (Hoekstra) en “een zoektocht naar het ‘breje’ midden” (Rutte) om tijdens de algemene politieke beschouwingen “te kijken hoe we de begroting 2022 echt kunnen vullen met enkele beleidsrijke initiatieven die belangrijk zijn voor het land” (Kaag) kreeg de zelfdiskwalificatie van dit trio een nieuwe dimensie. Het begon met dat krankzinnige Super Dry kinder t-shirt van Wopke Hoekstra, het eindigde in hol geblaat tegen het achter een touw gesperde journaille. Had ik erbij gestaan zou ik uit een heel ander vat getapt hebben. Ik was over dat touw geklommen en had net zo lang de microfoon onder de neus van die drie clowns geduwd tot er iets zinnigs uitkwam. Welke journalist laat zich nou zo amechtig in zijn hemd zetten?
Wie verzint ook om in De Zwaluwenberg te gaan vergaderen? Ooit was ik op dat landgoed, als gast van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht. Het is lang geleden, maar de oubolligheid van het pand en de muffe geur die er hing kan ik nog moeiteloos omhoog halen. Sleetse tapijten, donkere gangen, trappen van krakend hout, hertengewei aan de muur, schouw met houtblokken, fotogalerijtje met Prins Bernhard. Dat werk. Ik denk dat in de logeerkamers nog een po onder het bed staat. Hoe kan in zo’n ingedutte, vergane glorie uit de 19e eeuw de spirit weer in de formatie komen?
Heisessies zijn ook nergens goed voor en leveren zelden iets blijvends op, of het moet zijn dat verhoudingen definitief verpest raken doordat deelnemers elkaar ’s avonds aan de bar, overmoedig geworden door de drank, eens even flink de waarheid gaan vertellen. In mijn politiek-bestuurlijk leven heb ik er vele van moeten doorstaan. Altijd deed ik goed mijn best om niet mee te gaan in een sfeer van openhartigheid, wetend hoeveel spijt je daarvan kunt krijgen. Hou het maar zakelijk.
Relaties bouw je beter op door bilateraal vertrouwen. Maar zoiets is aan Sigrid Kaag niet besteed, getuige de stiekeme wijze waarop ze Ank Bijleveld, toch een beetje de Erica Terpstra van het CDA, onderuit trok door de collega niet in te lichten over haar voornemen tot aftreden. Na zo’n actie kun je heizitten wat je wilt, het komt nooit meer goed. Waarom zou Sigrid Kaag trouwens aanpappen met het CDA van Wopke Hoekstra, thans goed voor zes, zeven gepeilde zetels, terwijl Pieter Omtzigt er vijfentwintig scoort?
Zet daar Mark Rutte naast, door Kaag vilein neergezet als een visieloze politieke ritselaar die zij niet vertrouwt, en een kind snapt dat we naar de laatste stuiptrekkingen van de gênante formatievertoning zitten te kijken. Wil Johan Remkes niet alsnog te boek komen te staan als een brekebeen doet hij er goed aan zo snel mogelijk de stekker eruit te trekken. Anders gaat deze wanvertoning ook aan hem kleven.
Voor de informatieklus is Remkes een goede keuze. Niet vanwege zijn kwaliteiten als bestuurder, zoals velen beweren. Iedereen kakelt elkaar zonder kennis van de geschiedenis na dat Remkes een bestuurlijke geweldenaar was, maar dat is onzin. Hij heeft wel een indrukwekkend lange loopbaan om en op het pluche achter de rug, die al in de jaren ’70 van de vorige eeuw begon in de gemeenteraad en provinciale staten van Groningen. Daarna ging de mars door de instituties gestaag voort: gedeputeerde, Kamerlid, staatssecretaris, minister, commissaris van de Koning(in), burgemeester van de Hofstad, Remkes is het allemaal geweest.
Zijn belangrijkste bestuurlijke functie, het ministerschap van binnenlandse zaken, kenmerkte zich door misplaatst centralisme, dat uitmondde in grote ellende met het digitale communicatiesysteem C2000, dat een eind had moeten maken aan parallelle verbindingskanalen van de regionale politiekorpsen, brandweerregio’s en GGD’s. Niet alleen liep het project financieel totaal uit de klauwen, het werkte ook voor geen meter. Als korpsbeheerder van de politieregio Fryslân heb ik het drama van nabij meegemaakt. Het was een uiting van een nergens op gebaseerde hypothese dat centralisatie van besluitvorming per definitie beter is dan gedecentraliseerde zeggenschap.
Datzelfde denken lag ook ten grondslag aan de opheffing van de regionale politiekorpsen en samenvoeging tot één nationale politie. De latere minister van Justitie Ivo Opstelten, als burgemeester van Rotterdam altijd mordicus tegen, heeft die dramatische bestuurlijke vergissing afgebreid, maar de basis werd gelegd onder Remkes. De lokale en regionale sterkteverdeling is vervangen door orders van bovenaf, verstrekt door het ministerie van Justitie, want Binnenlandse zaken is de politie kwijtgeraakt. Alsof de lokale openbare orde geen topprioriteit is. Er is geen burgemeester of politieman te vinden die de nationalisatie een goede zaak vindt, behalve de landelijke korpschef.
Remkes was ook de man van de prestatiecontracten die regionale korpsbeheerders moesten afsluiten met het ministerie van binnenlandse zaken. Stapels papier leverde dat op, met tot drie cijfers achter de komma vastgestelde ‘targets’ voor uit te schrijven boetes, in de kraag te vatten drugsdealers of op te rollen wietplantages, een maakbaarheidsfilosofie die niets anders bracht dan een omvangrijke bureaucratie en veel frustratie. Bij alle betrokkenen.
Toen op 11 maart 2004 terroristen meerdere aanslagen pleegden in Madrid met een groot aantal doden tot gevolg besefte de Nederlandse regering dat ook ons land zoiets kon treffen. Het leidde tot een bundeling van krachten van inlichtingen- en veiligheidsdiensten onder de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), de latere NCTV. Niet minister Remkes van BiZa, maar zijn collega Piet Hein Donner van Justitie werd aangewezen als de eerstverantwoordelijk bestuurder. Met de politie was dit een andere belangrijke beleidstak die BiZa kwijtraakte onder het bewind van Remkes. Als in september 2029, vijfentwintig jaar na de desbetreffende besluitvorming, de notulen van de ministerraad openbaar worden kunnen we nalezen of het klopt wat toen al werd gefluisterd. Dat Donner hoogst bezorgd was dat het Vredeling-achtige karakter van collega Remkes tot brokken zou leiden mocht Nederland doelwit worden van een aanslag. Voor de jongens en meisjes die niet weten wie Henk Vredeling was: kijk maar even op Wikipedia.
Tijdens de kerst van 2004 vierde minister Remkes met vrienden vakantie in een gezamenlijk huis in het Thaise Koh Samui. In die Aziatische regio kwamen in die dagen meer dan 230.000 mensen om het leven door een zeebeving, waaronder enkele tientallen Nederlanders, onder meer in Phuket, gelegen op amper 200 kilometer van het oord waar Remkes snorkelde, viste, boeken las en borrelde. Nederlandse hulpdiensten rukten uit om landgenoten in veiligheid te brengen. Remkes koos ervoor zijn vakantie onverminderd voort te zetten. Pas na stormen van kritiek bracht hij een bezoek aan de Nederlandse reddingswerkers. Het kostte hem bijna de kop.
Als Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland claimt Remkes de grondlegger te zijn geweest van het provinciale integriteitsbeleid. Het lijdt geen twijfel dat hij doortastender optrad dan zijn voorganger, GroenLinkser Harry Borghouts, maar dat was ook niet moeilijk. Onder Borghouts ogen sloeg VVD-gedeputeerde Ton Hooijmaijers aan het frauderen. Hooijmaijers belandde voor ruim twee jaar in de bak en werd daarmee een prachtige metafoor voor alles wat fout was en een niet te negeren aanleiding om schoon schip te maken en de normen flink aan te trekken. Verder stelt zo’n CdK functie niet veel voor. Het is hoofdzakelijk de postbus waar sollicitaties voor burgemeestersvacatures binnenkomen en eerste gesprekken worden gevoerd met kandidaten voordat ze doorgeleid worden naar vertrouwenscommissies in gemeenteraden. Je moet het wel heel bont maken om in zo’n luizenbaan te mislukken. Het is Theo Bovens, ‘gouverneur’ van Limburg gelukt, maar dat pas na een decennium lang niet in de gaten te hebben gehad hoe om hem heen gedeputeerden, burgemeesters en ambtenaren de ene integriteitsschending aan de andere regen. Het kostte alle Limburgse provinciebestuurders de kop, de gouverneur incluis. Die is overigens, met dank aan oud-collega en vriend Andries Heidema, CdK in Overijssel, weer onder de pannen als waarnemend burgemeester van Enschede.
Nadat Bovens moest opstappen verscheen Johan Remkes ten tonele om in Limburg ‘puin te ruimen’. Dat had hij kort daardoor ook al gedaan in Den Haag toen burgemeester Pauline Krikke aftrad wegens de bestuurlijke chaos met de ‘vreugdevuren’ in Scheveningen die het vissersdorp bijna in de as hadden gelegd. Krikke is goed in het sociale verkeer op straat en in de kroeg, maar had een hoop ellende veroorzaakt in het lokale bestuur en veel ruzie gemaakt op het stadhuis. Wie er ook na haar was aangetreden, hij of zij was per definitie een succesnummer geworden. Wat Remkes tot stand gebracht heeft in Den Haag kan niemand precies uitleggen, behalve dat hij ‘de rust heeft teruggebracht’. Datzelfde wapenfeit wordt hem ook toebedeeld in Limburg. Het is hem van harte gegund, maar het maakt de huidige informateur nog niet tot een bestuurlijke krachtpatser, wel tot een man die de kunst verstaat van imagebuilding, daarbij flink geholpen door een exotische tongval, houterige tred en zelfgerolde shagjes, bij voorkeur te roken in een fietsenhok.
Toch is hij geknipt voor zijn huidige bijrol – de man is nog steeds primair CdK in Limburg tot er een kroonbenoemde gouverneur aantreedt. Remkes heeft niets meer te verliezen, tenzij hij te lang blijft doormodderen en is mede daarom geen ‘pleaser’. Zijn horkerige omgangsvormen zijn exact waar in deze formatiefase behoefte aan is. Op de Zwaluwenberg was hij de enige die kritische noten kraakte over het samenzijn, erkende dat Kaags aftreden en de manier waarop dat ging de zaken ernstig hadden gecompliceerd en niet fabuleerde dat het een topbijeenkomst was geweest. In die zin was hij een verademing voor de deur van het muffe kasteel.
“Het duurt te lang” sprak de veteraan. En zo is het maar net. Nu nog definitief de stekker eruit met een glashelder eindrapportje over de verziekte sfeer in dat groepje politieke ruziemakers en Remkes kan weer bonuspunten bijschrijven op zijn imagokaart. Zelfs Hans Wiegel pleit inmiddels voor nieuwe verkiezingen, dus wat houdt ons nog tegen?