Kamerleden van VVD en PvdA hebben vragen gesteld over een hypothetische same-sex partner van onze kroonprinses en daarmee deze week alvast één kwestie aangepakt: premier Rutte ziet geen beletsel voor een toestemmingswet. Ligt er verder nog iets dringends op tafel voor onze ijverige parlementariërs? Misschien de cijfers van het Sociaal-Cultureel Planbureau die verschillen laten zien tussen Nederlanders die met 16 jaar van school gingen en hun landgenoten met hbo of universiteit. Van de eerste groep heeft meer dan een kwart last van hun lichaam, dat is 4-5 keer zo veel als de afgestudeerden van hbo en uni.
Twee keer zo veel schoolverlaters met 16 jaar hebben psychische klachten, opnieuw vergeleken met de ex-hbo en uni-studenten. Ze leven dan ook gemiddeld zes jaar korter en genieten gemiddeld vijftien jaar minder van een goede gezondheid. Vroeger was het normaal dat de particuliere patiënten bij de huisarts in de wachtkamer plaats namen, en de fondspatiënten bleven staan. Die tijd is gelukkig voorbij.
De bekende Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama schrijft als conclusie van zijn laatste boek:
‘De Toqueville voorspelde al dat de drang naar gelijkheid steeds sterker zou worden (ook al zien we in veel regimes nog maar weinig resultaat). Mensen vinden dat hun rechten respect verdienen en zullen daarvoor steeds meer in actie komen. Daarom moet de overheid niet alleen gezag uitoefenen, maar tegelijk ook de burgers een rechtsstaat bieden met een democratische verantwoordingsplicht. Gelijkheid is niet langer alleen een mooi ideaal, maar een noodzakelijke voorwaarde voor een stabiele politiek in elke samenleving met moderne ambities.’
Vanaf volgende week neem ik twee weken vrij van Wynia’s Week vanwege onze eerste reis terug naar kinderen en kleinkinderen na bijna twee jaar werk en lockdown in Maleisië.
Misschien gaan we voor het eerst weer naar de Nationale Opera in Amsterdam. 230 euro voor twee zwaar gesubsidieerde kaarten voor Mozarts Don Giovanni (de kaartverkoop dekt minder dan eenderde deel van de kosten). Dank dus aan al die Nederlanders die samen honderden euros meebetalen aan onze twee kaarten, maar zelf de voorstelling niet bijwonen. Op het balkon in de pauze hangt het parfum van de D66-elite en die mag beseffen wat ze moreel zijn verplicht aan de niet aanwezige belastingbetalers.
We zien daar ook veel mede-bezoekers in de categorie van de senioren, die moeten weten dat op hun leeftijd de helft van de landgenoten die met lichamelijk werk hun geld hebben verdiend niet alleen de 230 euro missen voor zulk entertainment, maar ook lichamelijk al niet meer in staat zijn tot drieënhalf uur opera.
In Fukuyama’s rechtsstaat met een democratische verantwoordingsplicht zijn er nog steeds verschillen tussen rijk en arm, maar er is respect voor iedereen. Gelijk voor de wet, en gelijk in het recht dat misstanden zo snel mogelijk worden opgeruimd.
Onder de bezoekers van Don Giovanni zijn, zou ik denken, heel weinig slachtoffers van de toeslagenaffaire bij de belastingdienst, geen enkele bewoner van een huurwoning die – zoals nu voor de tweede keer in Amersfoort – uit zijn huis dreigt te worden gezet omdat de gemeente ‘van het gas af wil’, niemand die tobt omdat de energierekening met 500 euro of meer omhoog gaat, en ook weinig bezoekers uit de buurten in Tilburg waar mensen elkaar terroriseren om niet te verklappen wie een wietplantage op zolder heeft, terwijl corporatie, gemeente en politie royaal overleggen en Ruttes advies ter harte nemen om daar een ‘goed glas wijn’ bij te schenken, maar de drugscriminaliteit niet aanpakken.
Nederland wordt zo steeds meer een meritocratie. Toen ik in Leiden studeerde konden veel rijke rechtenstudenten nog jaren ‘lorren’ want er was wel een vrindje van hun vader die kon helpen met een baan. Die tijd is voorbij en talent en hard werken zijn belangrijker dan ‘vrindjes’.
Dat is mooi, maar er is een keerzijde. Omdat universitaire afgestudeerden tegenwoordig meestal een partner vinden met ook zo’n opleiding, en dan met een dubbel inkomen hun kinderen een voorsprong op school kunnen geven, wordt de sociale mobiliteit tussen de generaties minder. Dat wil zeggen: de sociale klasse van de kinderen gaat meer lijken op de sociale klasse van de ouders.
De rijke ouders zijn blij dat zij hun kinderen die extra’s kunnen geven en daarmee de kans verkleinen dat hun zoon of dochter afzakt van de top naar het midden, maar andersom werkt hetzelfde mechanisme tegen de kans voor kinderen uit armere milieus om relatief op te klimmen.
Allemaal lang niet zo erg in Nederland als in de VS of in Engeland, maar wel een reden te meer om ook, zeg maar, de SP-aanhang (lager inkomen, huurwoning, daardoor in concurrentie op de woningmarkt met de asielzoekers) respect te tonen.
Er is geen respect wanneer staatssecretaris Van Huffelen uitlegt dat het team bij de belastingdienst dat werkte aan de toeslagen de tijd had volgemaakt en dus moest worden vervangen door een nieuw team dat nog niet was ingewerkt. Zij had al veel eerder specialisten moeten inschakelen voor een ‘workflow model’ en een ‘decision tree’ zodat extra ingeschakelde medewerkers sneller konden helpen.
Er is geen respect wanneer de geestelijke gezondheidszorg al zo lang klaagt over de papierlast die te veel kostbare werktijd opslurpt. Een groep deskundigen – los van het ministerie van VWS – had al lang oplossingen moeten aandragen.
Er is dus geen respect wanneer de Tweede Kamer wel vragen stelt over zulke misstanden en dan door ministers met een kluitje of een leugentje in het riet wordt gestuurd, terwijl iedereen weet dat praten en jokken niet genoeg is.
De twee covid-jaren 2020 en 2021 met lockdowns en supply chain-problemen waren ook niet makkelijk voor kleine of grote bedrijven als bijvoorbeeld Unilever (minder shampoo voor de kappers; meer kant-en-klaar voor thuis) , Heineken (kroegen dicht) en ASML (chipsmachines wel of niet voor China met Amerikaanse onderdelen?). De overheid scoort hoger dan die ondernemingen in de verslaggeving – handelingen van de Tweede Kamer staan binnen een dag op het internet – maar is miserabel veel slechter bij het energiek aanpakken van knelpunten en misstanden.
Met een andere cultuur, harder voor ministers en ambtenaren, maar respectvoller voor alle burgers, moet de overheid dat respect terug gaan verdienen. Maak een lid van een oppositiepartij die nog nooit heeft geregeerd (SP, JA21?) voorzitter van de Kamer in plaats van de huidige D66-er die haar eigen ministers de hand boven het hoofd probeert te houden, laat die nieuwe voorzitter werken aan minder papier, maar meer harde hoorzittingen, en vervang duizenden ambtelijke antwoorden op duizenden schriftelijke vragen door besluiten om na die hoorzittingen deskundige ‘task forces’ in te stellen en snel te laten rapporteren.
Als dat leidt tot een overheid die verantwoording aflegt en zo respect toont, dan voorspelt Fukuyama ook een meer stabiele politieke cultuur.
Deze column verscheen eerder op Wynia’s Week. De onafhankelijke berichtgeving van Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Steunt u ook deze broodnodige, ongebonden journalistiek? Graag! Doneren kan op verschillende manieren. Lees HIER. Hartelijk dank!