“Ze moeten politici op tv verbieden om voor de verkiezingen dingen te beloven. Die moeten eerst maar eens uitleggen wat ze de afgelopen jaren hebben gedaan.” Wijze woorden, van een verontruste kiezer. Een verzoek dat ik zal doorgeven aan de NOS en alle andere omroepen die komende weken tv-debatten organiseren. Waar een maatschappelijk probleem in 20 seconden moet worden opgelost en journalisten de winnaar aanwijzen. Politieke journalistiek wordt steeds meer sportcommentaar. Maar dan zonder de liefde voor het spel.
De afgelopen jaren heb ik aan het Binnenhof een opmerkelijke verandering gezien in de verhouding tussen media en parlement. In het verleden werden problemen eerst besproken in de Tweede Kamer, waarvan verslag werd gedaan op tv en in de krant. Nu zie je vaak dat politici problemen eerst bespreken in de media; een discussie die in de Tweede Kamer vervolgens dunnetjes wordt overgedaan. De parlementaire democratie wordt steeds meer een media-democratie. Dat is een ander spel, met andere regels.
Ook in de Tweede Kamer gaan veel politici zich steeds meer gedragen naar de wetten van de media-democratie. Stuitend vond ik in januari het debat na de aanslagen in Parijs. De hele dag gonsde het in de wandelgangen van de komende aanval van Pechtold op minister Opstelten. Journalisten vroegen mij of ik ook niet vond dat de minister te oud was en moest aftreden. Maar tijdens het debat die avond bleef het bij plaagstootjes, door de minister eenvoudig gepareerd. Terwijl het over terrorisme had moeten gaan.
Johan Huizinga schreef in 1938 het boek Homo ludens, over de ‘spelende mens’. Ook de politiek is een spel. Huizinga was een warm pleitbezorger van de parlementaire democratie, in een tijd dat de democratie onder vuur lag. Juist het parlement was volgens hem een uiterst efficiënte vorm van politiek, omdat het alle ruimte gaf aan het politieke spel:
“Er is een voortdurende match gaande, waarbij bepaalde matadors elkander schaakmat trachten te zetten, onverminderd ’s lands belangen, die zij daarmee in vollen ernst dienen.”
De media-democratie is een ander spel, met een andere logica. Hier is weinig ruimte voor discussies over het algemeen belang, maar veel meer aandacht voor hoogoplopende conflicten. Het liefst tussen bekende personen, over aansprekende details. In de massamedia worden moeilijke problemen als vanzelf teruggebracht tot overzichtelijke wedstrijdjes: wie praat met wie, wie hebben een onderling conflict, wie weet daarbij te ‘scoren’ – en wie niet? Politiek is een spel, daarbij horen wedstrijdjes. Maar dit spel moet ‘in vollen ernst’ worden gespeeld. En meer zijn dan alleen een spelletje voor de media.