Maar liefst 85 procent van de Nederlanders wil de coronamaatregelen versoepelen of alle maatregelen loslaten. Nog niet eerder was de roep om versoepelingen zo groot. Toch wil lang niet iedereen af van alle maatregelen. Thuisblijven en testen bij klachten en de mondkapjesplicht in ov mogen bijvoorbeeld blijven. Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de NOS.
De steun voor het coronabeleid is enigszins gestegen. De helft (51%) van de Nederlanders staat nu achter “de aanpak van de coronacrisis door het kabinet in het algemeen” (dit was 45% in januari). De aanpak van de coronacrisis als het gaat om de gezondheid van Nederlandse burgers steeg van 48 naar 54 procent.
De steun voor de economische maatregelen steeg van 29 naar 38 procent.
Staat volledig/grotendeels achter maatregelen met betrekking tot… Basis: februari n=1.186
Nederlanders hebben genoeg van de maatregelen. Maar liefst 85 procent wil verder versoepelen (47%) of alle maatregelen loslaten (38%). Nog niet eerder was het aandeel “helemaal loslaten” zo groot en ook nog niet eerder was de som van deze twee categorieën zo groot.
Nog maar negen procent wil de huidige maatregelen handhaven en slechts drie procent wil ze verder aanscherpen.
Opvallend is de relatieve gelijkgestemdheid onder kiezers. De achterbannen van alle partijen, alle leeftijdscategorieën en opleidingsniveaus zijn in ruime meerderheid voor versoepelingen.
Er zijn wel nuanceverschillen: de achterban van FvD[1], BBB, PVV en SGP wil de maatregelen in (nipte) meerderheid helemaal loslaten. Kiezers van CDA, D66, VVD, PvdA, GroenLinks, CU en Volt zijn voorzichtiger: wel versoepelen, maar niet helemaal loslaten.
De verschillen naar leeftijd en opleiding zijn klein, al willen 65-plussers opvallend vaak versoepelen en niet alles loslaten.
We vroegen respondenten welke maatregelen het kabinet direct moet laten vervallen én welke maatregelen gehandhaafd mogen blijven. De antwoorden op deze vraag laten zien dat – hoewel 85 procent dus versoepelingen wil – er maatregelen zijn die substantiële delen van de bevolking zouden willen handhaven: thuisblijven en testen bij klachten (56%) en de mondkapjesplicht in openbaar vervoer (49%).
Ruim zes op tien vinden dat horeca en culturele instellingen direct af moeten van de sluitingstijd van 22 uur.
Iets minder dan de helft vindt dat ook sportlocaties langer open moeten kunnen blijven en wil af van de beperkte bezetting in stadions, theaters, bioscopen en het buitenshuis anderhalve meter afstand houden.
Basis: februari n=1.186
Bijna de helft (47%) van de Nederlandse bevolking wil graag verder versoepelen (maar nog niet alles loslaten). Deze groep vindt dat het tijd is de teugels los te laten, maar houdt de hand aan de handrem. “We zijn er nog niet” en “we moeten rekening houden met een nieuwe opleving, bijvoorbeeld door nieuwe corona-varianten” zijn veel gehoorde teksten. Er wordt dan ook gepleit voor handhaving van de anderhalve meter regel en mondkapjes (bijvoorbeeld in het ov).
Zoals iemand het uitdrukt:
“Corona is nog niet weg, en we moeten er rekening mee houden dat iedereen er toch nog flink ziek van kan worden. Dus een beetje bescherming is nog wel nodig.”
Vier op tien (38%) Nederlanders zijn van mening dat alle maatregelen van tafel moeten. Opvallend is de boosheid en de achterdocht bij veel van deze respondenten. Men vindt de maatregelen disproportioneel, gebaseerd op onwaarheden.
Ook wordt vaak gezegd dat de maatregelen niets hebben uitgehaald. Velen wijzen bovendien op het milde karakter van de Omicron-variant.
Een citaat:
“Complete waanzin, gebaseerd op onwaarheden die al lang zijn aangekaart, maar waar men maar aan vast blijft houden. De ‘crisis’ heeft de geloofwaardigheid en het vertrouwen in de overheid ernstig beschadigd en dit zal behoorlijk wat tijd kosten om te herstellen. Daarnaast is er aanzienlijke schade aangericht voor zowel economie als, ironisch genoeg, de gezondheid van de burgers. Het hele beleid durf ik wel als misdadig te bestempelen.”
De meeste Nederlanders zijn het niet eens met de stelling:
“Het kabinet moet nooit meer een lockdown afkondigen, zelfs als dat ten koste gaat van een overbelasting van de ziekenhuizen en eventueel leidt tot meer doden”.
Iets minder dan een derde (31%) is het ermee eens, de helft niet (50%). De rest is neutraal of weet het niet.
Ook over het coronatoegangsbewijs (de QR-code) is men verdeeld. Vier op tien vinden dat het definitief moet worden afgeschaft, maar ook vier op tien vinden van niet.
Als besmettingen en ziekenhuisopnames weer oplopen, vindt de meerderheid (62%) het acceptabel dat het coronatoegangsbewijs (weer) wordt ingevoerd.
De steun voor een vaccinatieplicht neemt verder af. Nog slechts 22 procent van de Nederlanders is daar voorstander van. Vorige maand betrof dit nog 26 procent en in december 36 procent. Ruim zes op tien (63 procent) vinden dat vaccineren een vrije keuze moet blijven. Opnieuw iets meer dan vorige maand (61 procent) en ruim meer dan in december (49%).
Nog 42 procent is “moedeloos van alle maatregelen en het niet normaal kunnen leven”. Dit is nog steeds een groot aandeel, maar minder dan in januari ’22 (50 procent). Ook het eenzaamheidsgevoel neemt af. Nog drie op tien onderschrijven de stelling “door deze crisis eenzamer te voelen dan voor de crisis” (29%), een maand geleden was dat nog 36 procent.
Ondanks deze twee positieve ontwikkelingen wordt niet meer saamhorigheid ervaren. 12 procent is het eens met de stelling “Door deze crisis ervaar ik meer saamhorigheid om mij heen”. Dit was hiervoor 11 en 12 procent.
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 11 februari tot maandagochtend 14 februari 9 uur. In totaal werkten 2.311 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan het grootste deel van dit onderzoek.
Het grootste deel van de steekproef (n=2.167) is afkomstig het I&O Research Panel, 144 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratie-achtergrond.
De draagvlakvragen (paragraaf 2.1 t/m 2.3) werden voorgelegd aan de halve steekproef: 1.186 respondenten. In alle gevallen gaat het om een representatieve steekproef volgens beschreven weging.