Historicus, schrijver en muzikant Ewoud Kieft heeft een prachtig boek geschreven. Oorlogsenthousiasme gaat over het enthousiasme waarmee het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd begroet door vele Europeanen, waaronder ook veel intellectuelen. Aan de hand van de levens van enkele belangrijke intellectuelen uit de vroege twintigste eeuw probeert Kieft het oorlogsenthousiasme te begrijpen.
In Oorlogsenthousiasme komen een aantal zeer interessante bekende en minder bekende figuren voorbij. Het zijn de Duitse kluizenaar en hippie avant la lettre Gusto Gräser, de Duitse schrijver Herman Hesse, de Oostenrijkse psychiater Sigmund Freud, de Zwitserse psychiater Carl-Gustav Jung, de Italiaanse schrijver, dichter en beeldhouwer Ardengo Soffici, de flamboyante Italiaanse schrijver en journalist Gabriele D’Annunzio , de Russische kunstenaar Vladimir Majakosvki, de Britse sciencefictionschrijver H.G. Wells, de Franse dichter en essayist Charles Péguy, de Franse schrijver Ernest Psichari,de Duitse dichter Erich Mühsam en de Joegoslavische schrijver Ivo Andrić. Niet alle geportretteerden juichten het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog toe, maar allen waren vatbaar voor het virus dat Kieft oorlogsenthousiasme noemt.
Kieft vertelt zijn geschiedenis als een estafetteloop. Hij introduceert een bepaalde schrijver of denker, geeft een minibiografie met allerlei wetenswaardigheden, vertelt hoe dit historische figuur een ander historisch figuur ontmoet en vervolgens neemt dat figuur het estafettestokje van Kiefts geschiedenisverhaal over. Op deze manier maakt de lezer een tocht door het Europa van het begin van de twintigste eeuw en doet onder andere München, Moskou, Londen, Wenen, Florence, Parijs, Sarajevo, Genua, Berlijn, Belgrado, Sint Petersburg en Ascona aan.
Ascona, waar de reis uiteindelijk eindigt, is een Zwitser stadje aan het meer van Locarno, waar begin twintigste eeuw een alternatieve gemeenschap werd gesticht, Monte Verità (de waarheidsberg) genaamd, door de Belgische koopmanszoon Henry Oedenkoven en zijn tien jaar oudere vriendin Ida Hofmann. De boomlange baardaap Gusto Gräser, die zich nooit waste, was de beroemdste bezienswaardigheid van Monte Verità. Hij kwam ook dikwijls in München waar hij in het culturele wereldje onbegrijpelijke gedichten voorlas. Monte Verità was een GroenLinkse utopie. Men liep er naakt rond en was veganist. Herman Hesse en Erich Mühsam, maar ook Lenin, de Russische anarchist Peter Kropotkin (Roel van Duijns illustere voorganger en voorbeeld) en een heleboel andere beroemdheden deden Monte Verità aan en waren even helemaal weg van de moderne wereld. Hoewel er vanuit Monte Verità een pacifistische geest uitging was men helemaal in de ban van het idee van een wedergeboorte, waar ook de oorlogsenthousiastelingen zich door lieten betoveren. Blijkbaar kun je alleen wedergeboren worden als je eerst sterft. De hippies avant la lettre waren zeer geboeid door heidense vruchtbaarheidsreligies die in hun cultus de wisseling van de seizoenen centraal stelden.
Het christendom had voor intellectuelen uit de vroege twintigste eeuw afgedaan, maar omdat liberalisme en socialisme te materialistisch waren zocht men naar een nieuwe religie. De spiritistische en veganistische naaktideologie van de bewoners Monte Verità was zo’n nieuwe religie, maar vele anderen vonden hun heil in het nationalisme.
Bijzonder interessant is de levensloop van Charles Péguy. Tijdens de roemruchte Dreyfus-affaire, toen de Joodse kapitein Alfred Dreyfus ten onrechte van spionage werd veroordeeld, voelde Péguy zich helemaal socialist en vond hij het leger een antisemitisch en reactionair instituut. Toch ontwikkelde hij zich uiteindelijk tot een hartstochtelijke nationalist, omdat het socialisme compromissen sloot om te kunnen regeren en de romantische ziel van Péguy in iets hogers wilde geloven waarvoor hij wilde sterven. Hij begroette het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog dan ook met een kus, maar zijn minnares was een zwarte weduwe die hem verslond: Péguy sneuvelde in september 1914 tijdens de slag bij de Marne.
Uiteraard krijgen de charismatische journalist Benito Mussolini, die zijn politieke carrière begon als socialist en zich in 1914 nationaal socialist ging noemen, en de mislukte kunstenaar en notoire uitslaper Adolf Hitler ook de nodige aandacht in het boek van Kieft. Juist zij begrepen dat het in de politiek ook om het irrationale gaat. Het irrationele, dat religieuze trekjes heeft, brengt mensen in vervoering, in een oorlogsroes. Haat tegen de vijand en tegen (vermeende) verraders, hoop op een nieuwe morgen, een nieuwe nationale wedergeboorte, dat was precies dat waar het fascisme van Mussolini en het nationaal-socialisme van Hitler voor stonden. Het oorlogsenthousiasme van de Eerste Wereld bracht geen wedergeboorte, maar vormde de kiem voor een nieuwe, nog verwoestende wereldoorlog.
N.a.v.: Ewoud Kieft, Oorlogsenthousiasme. Europa 1900-1918. De Bezige Bij (Amsterdam, Antwerpen februari 2015). ISBN 9789023484349. 544 pagina´s. €29,90.