In deze bijdrage wil ik de stelling verdedigen dat oorlogsherdenkingen het best, uit schaamte, kunnen worden afgeschaft. Hier gaat het niet om het relativeren van de ernst van de misdaden en van de gruwelijkheden van de oorlog, maar om de zin van het herdenken.
De holocaust is een van de verschrikkelijkste misdaden die ooit door de mensheid werd begaan en in wezen is daar niets mee te vergelijken. Daarnaast zijn er ook de honderdduizenden onschuldige slachtoffers van de bombardementen op Duitse steden en Nijmegen, van de atoombommen die werden gegooid op Hiroshima en Nagasaki en van de napalmbommen en chemisch vergif die over Vietnamese velden en dorpen werden gegooid. De iconische foto van het naakte meisje met brandwonden over het gehele lijf, dat wegliep uit een brandend dorp schudde de wereld wakker.
Enkele jaren geleden ontstond grote ophef toen een fotoalbum opdook van een nazi-officier die in Auschwitz mede verantwoordelijk was geweest voor het uitmoorden van joden. Het waren foto’s genomen tijdens de vrije tijd van de kampbewakers en -bewaaksters. Het leken wel vakantiekiekjes. Zij lagen lekker lui te zonnen. Ze dansten rondom een muzikant met een accordeon. Een groep vrolijke mannen en vrouwen keek recht in de camera. Een paar honderd meter verderop werden mensen als beesten behandeld en draaiden de crematoria op volle toeren.
Toen dacht ik aan andere foto’s, namelijk van geallieerde bemanningsleden van bombardementsvliegtuigen die na hun vlucht over Duitsland vrolijk poseerden vóór hun vliegtuig. Terzelfder tijd lagen in Duitsland nog baby’s, jonge vrouwen, bejaarden en zelfs burgers die zich verzet hadden tegen het nazisme, met brandwonden te kermen van de pijn, terwijl in de straten het vol lag met doden en zwaar verminkten.
Wie moeten we gedenken? De gesneuvelden hebben er niets aan. In Europa hebben we het christendom nagenoeg afgeschaft en de Europese Unie is lege goddeloosheid waar zelfs geen grondwet kon worden opgesteld. Er bestaat dus geen hemel en de doden zullen niet verrijzen. De gesneuvelden zijn morsdood. De meeste overlevende oud-strijders zijn al lang dood en toen ze nog leefden zaten onder hen diegenen die ver achter de frontlijn in comfortabele veiligheid de oorlog hadden overleefd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vielen op één dag eens 65.000 jonge Britse mannen, bijna nog kinderen van 17-18 jaar, onder het mitrailleurvuur van de Duitsers. Zij werden de dood ingestuurd op het bevel van officieren en generaals, vaak van adellijke afkomst, die in kastelen ver achter het front, onder het genot van een glas champagne, op een kaart hun strategieën uitdachten. Na de oorlog werden straten en pleinen vernoemd naar die generaals.
Wat valt er eigenlijk te gedenken? Al die onnoemelijke wreedheden aan beide kanten? Of is het de bedoeling de jongere generatie te waarschuwen voor bedenkelijke ideologieën en oorlogszuchtige politici? Er zijn betere middelen om oorlogen te voorkomen. Het zijn niet de jongeren of de burgers in het algemeen die oorlogen ontketenen. Precies onder diegenen die herdenkingen organiseren en er paraderen zitten de lieden die mogelijkerwijs verantwoordelijk zijn voor nieuwe conflicten.
Wat mij ook ergert is dat tijdens sommige herdenkingen een stoet oude legervoertuigen voorbijtrekt. Daarin zitten oude mannen met potsierlijke uniformen. Zij hebben zelf nooit de oorlog meegemaakt, want dat was vóór hun tijd. Nu spelen ze oorlogje. Ze zijn te vergelijken met diegenen die na het vertrek van de Duitsers zich aansloten bij het verzet en vermeende collaborateurs sadistisch afranselden.
We moeten ons gewoonweg diep schamen en niet alleen voor alle oorlogen, maar ook voor de duizenden miljarden die wereldwijd worden besteed aan bewapening. De wapenindustrie en de wapenhandel draaien op volle toeren. Voor wie er veel geld aan verdient, biedt elke nieuwe oorlog een prettig vooruitzicht. Voor de Amerikanen is de oorlog in Oekraïne in elk geval economisch een enorme meevaller (zou dat misschien …?). Die duizenden miljarden zouden beter besteed worden aan goed onderwijs voor alle kinderen in de wereld en betere gezondheidszorg in ontwikkelingslanden.
In plaats van oorlogen te herdenken, kunnen we beter een dag uitroepen waarop al diegenen die geld verdienen aan de bewapening aan de schandpaal worden genageld. Elk jaar op die dag verschijnt een lijst met de foto’s en de namen van die schurken en van het geld dat ze het afgelopen jaar aan de bewapening hebben verdiend. Dan hadden we destijds bijvoorbeeld die Chinees genoemd die op het idee kwam landmijnen te fabriceren die leken op kinderspeelgoed. Voor kinderen die blind zijn geworden of kinderen met afgerukte ledematen is er in hun landen meestal geen passend onderwijs.
Lees ook van Juliaan van Acker:
KLIK NIET OP DE RODE KNOP!