Afgevaardigden van het Europees Parlement en de Raad van Europa zijn het eens geworden over nieuwe richtlijnen omtrent het minimumloon en cao’s. In het voorlopig akkoord, afgelopen nacht gesloten, staat dat landen hun minimumloon gelijk moeten stellen aan ”minimaal 50 procent van het gemiddelde brutoloon”. Voor Nederland betekent dit dat het minimumloon wel eens van 10,48 euro naar 14 euro per uur kan stijgen.
Hoofdonderhandelaar namens het Europarlement, Agnes Jongerius (PvdA), noemt als voorbeelden van de beroepsgroepen die hiervan zullen profiteren bezorgers, winkelmedewerkers, schoonmakers en landarbeider. De loonstijging moet een inhaalslag zijn voor mensen die moeite hebben de stijgende levenskosten te betalen.
De nieuwe richtlijnen zijn geen gelijkschakeling van het minimumloon in alle EU-lidstaten, maar wel van de methode waarmee die wordt berekend. Als het gemiddelde inkomen in een lidstaat lager ligt dan in Nederland, zal ook het minimumloon lager liggen. De regels moeten de transparantie over de berekening van het loon vergroten. Ook moeten EU-lidstaten ervoor gaan zorgen dat minimaal 80 procent van de werkende bevolking onder een cao valt. Dit moet de positie van werknemers en vakbonden verbeteren.
