In conservatief Amerika is met waardering gereageerd op een nieuw oordeel van het Hooggerechtshof. Niet dat oordeel voer abortus, dat is officieel nog niet gegeven, maar over religieus onderwijs. Twee koppels die hun kinderen naar een religieuze privéschool in Maine hadden willen sturen, klaagden die staat aan omdat die weigerde hier subsidie voor te geven. Amerikaanse staten betalen in de regel niet voor religieus onderwijs, maar Maine heeft een uitzondering. Als ouders in die staat geen geschikte openbare school kunnen vinden, kan de overheid een plek op een lokale privéschool helpen betalen.
De twee gezinnen in kwestie hadden hun kinderen naar middelbare scholen willen sturen die volgens Maine tegen homoseksuelen, transgender, en tegen niet-christenen discrimineerden. Hierbij gaat het zowel om het aannemen van medewerkers als het toelaten van scholieren. Maine mag volgens de regels van het subsidieprogramma alleen geld geven voor scholen die ”niet-sektarisch” zijn, en weigerde mee te werken.
Het Hof geeft nu de ouders gelijk, en oordeelt met 6 tegen 3 rechters dat Maine hier onrechtmatig discrimineert tegen religieus onderwijs. Volgens rechter John Roberts staat het Maine vrij om geen cent te betalen aan privéonderwijs. Als de staat wel besluit dit te doen, dan heeft het de verplichting om geen onderscheid te maken tussen religieuze en seculiere scholen. Roberts kreeg bijval van de andere conservatieve rechters, Clarence Thomas, Samuel Alito, Neil Gorsuch, Brett Kavanaugh en Amy Coney Barrett.
De drie liberale rechter bekritiseerden het oordeel op grond van de constitutionele scheiding tussen kerk en staat. Volgens rechter Sonya Sotomayor doet het oordeel afbreuk aan die scheiding. Volgens Stephen Breyer probeerde Maine zich neutraal op te stellen, door ervoor te kiezen bepaalde vormen van onderwijs niet te steunen. Hij wijst erop dat de inwoners van de VS inmiddels zijn in religieus opzicht meer diversiteit kennen dan toen het land onafhankelijk werd. Het Hof zou die diversiteit moeten meerekenen door staten niet te dwingen religieus onderwijs te steunen.
Verschillende religieuze onderwijsinstellingen hebben enthousiast gereageerd op het oordeel. Volgens een analist bij CNN kan het oordeel mogelijk ook gevolgen voor de manier waarop de staat met religie omgaat bij andere kwesties. ”Het brengt staten in de ongemakkelijke positie te moeten kiezen tussen het het betalen voor religieuze activiteiten, of het helemaal niet betalen voor bepaalde diensten.”