We zijn vrijdagavond op een afgelegen industrieterrein in Apeldoorn, om de hoek bij een asbestverwijderaar. Hier zit Compassion, een christelijke instelling voor hulp aan kinderen in ontwikkelingslanden. De ChristenUnie mag dit terrein gebruiken voor de tweede aflevering van de Zomertour, een serie bijeenkomsten om met leden in gesprek te gaan. Er is een tent, een band, een voetbalveld en een borrel met alcoholvrij bier. Voordat we aan het gesprek beginnen zingen we een stemmig lied. Het klinkt nog goed ook.
De presentatrice praat over haar behoefte aan een goed gesprek. We moeten elkaar weer eens in de ogen kijken, zegt ze. Het is fijn dat dit na twee jaar corona weer kan. Er zijn zo’n honderd mensen op deze avond afgekomen en het lijkt een zeer divers gezelschap. Een man vertelt dat hij voor het eerst bij zo’n bijeenkomst is, een ander wil horen hoe de ChristenUnie als regeringspartij tegen de huidige maatschappelijke problemen aankijkt en weer een ander wil graag in gesprek met Gert-Jan Segers.
Het Apeldoornse raadslid Willeke de Jager wil graag goed luisteren naar de bevolking. Ook in Apeldoorn stonden er trekkers voor het stadhuis. Gert-Jan Segers verhaalt dat de Zomertour vorige week nog in Renswoude was, waar de sfeer ondanks de vele trekkers constructief was. De boeren hadden veel zorgen en daar heeft hij mooie gesprekken over gevoerd. Gert-Jan ziet dat er veel behoefte is aan gesprek, want er is door corona heel lang niet met de achterban gepraat. Er is echt ‘achterstallig onderhoud’, zoals hij dat noemt.
Een man in het publiek wil weten hoe het vertrouwen in de overheid terug kan keren. Gert-Jan laat deze vraag over aan raadslid Willeke, die de waarde van een luisterende overheid begint te bewieroken. Zo’n luisterende houding levert namelijk goodwill op. Gert-Jan vult aan dat de overheid dienstbaar moet zijn en rekening moet houden met de menselijke maat. Er moeten uitzonderingen gemaakt kunnen worden op de regels zodat de individuele situatie van burgers meegenomen kan worden. Luisteren mag niet vrijblijvend zijn.
Tegelijk vindt Gert-Jan ook dat de politiek de mensen niet naar de mond moet praten, want dat levert alleen maar teleurstellingen op. Dat geldt dus ook voor boeren. Je houdt ‘het eerlijke verhaal’ het langst vol. Wel moet er ruimte zijn voor maatwerk en de politiek moet dat mogelijk maken. Kamerlid Don Ceder is al bezig met een initiatiefwet. Een paar minuten later begint een vrouw te klagen dat de politiek wetten maakt op basis van incidenten. Niemand spreekt haar tegen en zo blijkt dat de politiek ook te veel kan luisteren.
Het probleem wordt pas echt goed duidelijk als een man in het publiek vertelt dat hij op school maar liefst drie leerlingen heeft waarbij ‘gendertransformatie’ speelt. De negatieve ondertoon is goed hoorbaar. De huisarts heeft advies uitgebracht en nu staan de leerlingen op een wachtlijst van twee jaar. Ondertussen staat in de krant dat jongeren aan zelfmedicatie doen. De man vindt dat het niet klopt dat ‘de huisarts een diagnose kan stellen’. De politiek moet hier volgens hem echt iets aan doen.
Kamerlid Don begint te misten dat heel veel beleidsterreinen hier iets mee te maken hebben. Er moet juiste ondersteuning zijn en goede jeugdzorg, vindt Don, die ook ‘pastoraal wil kijken hoe je hiermee omgaat’ en vindt dat dit gaat over ‘dieperliggende vragen waarbij we terug moeten naar het gezin’. Gert-Jan zegt dat huisartsen wel expertise moeten hebben en dat het niet zo kan zijn dat er ‘ongekwalificeerd’ adviezen worden gegeven. Hier moet men behoedzaam mee omgaan.
Hoe moet hiernaar geluisterd worden, vraag je je af. Moet er een wet komen die stelt dat huisartsen geen diagnoses meer mogen stellen op het gebied van ‘gendertransformatie’, of is dat wetgeving op basis van een incident? Moet de genderzorg stevig worden opgeschroefd? Is deze zorg ook mogelijk op jonge leeftijd in het kader van het maatwerk? Of kan de politiek er beter zijn mond over houden omdat deze discussie op zichzelf leidt tot verwachtingen die niet worden waargemaakt en dus alleen maar cynisme in de hand werkt?
Een concreet antwoord komt er niet en een aanwezige legt uit waarom. De ChristenUnie-achterban wenst een principiële stellingname. De Kamerleden zijn daartoe in staat, maar zij voelen zich óók erg verantwoordelijk en daarom is hun partij in het kabinet gaan zitten. De ChristenUnie wil zichzelf niet buiten de politieke werkelijkheid plaatsen of de coalitieverhoudingen op de spits drijven. Bovendien weten de Kamerleden dat ze een hele loyale achterban hebben die met bestuurlijke argumenten prima te paaien is.
Zo blijven we achter met de vraag wat de waarde is van een gesprek met politici, behalve dat de betreffende partij vervolgens kan twitteren dat dat gesprek heeft plaatsgevonden.
Meer over deze bijeenkomst, met beeld, via @chrisiserbij.
Lees ook van Chris Aalberts: