Het Russische staatsgasbedrijf Gazprom heeft woensdag de leveringen via Nord Stream 1 verder teruggebracht. De pijpleiding levert nu nog maar een vijfde van de maximale hoeveelheid gas. Volgens Gazprom levert het bedrijf zoveel als technisch gezien mogelijk is, maar zijn er problemen ontstaan door de sancties die juist door Europa zijn genomen. Rusland is in veel economische sectoren afhankelijk van technische expertise uit het westen. Zo moest een turbine voor Nord Stream 1 onlangs uit Canada via Duitsland doorgestuurd worden naar Rusland. Het onderdeel kon niet onderhouden worden in Rusland zelf.
Europese landen moeten dus met spoed op zoek naar manieren om gas te besparen. De ministers van Energie van de Europese Unie kwamen gisteren met een akkoord over het reduceren van de gasconsumptie. De consumptie moet in alle EU-lidstaten van augustus tot maart 2023 met 15 procent terug worden gebracht, om zo gastekorten te voorkomen tijdens de winter. De afspraken zijn nu nog vrijwillig, maar zouden verplicht kunnen worden als de tekorten te groot worden. Dit zou kunnen leiden tot een rantsoeneringssysteem, waarbij bedrijven aangewezen moeten worden die hun activiteiten moeten staken om gas te besparen. Dit zou vooral een klap zijn voor energie-intensieve industrie, die nu al kampt met de stijgende prijzen.
Hier zijn echter weer een aantal uitzonderingen op bedongen door verschillende lidstaten. De Baltische staten Estland, Letland en Litouwen zitten nog vast aan het Russische elektriciteitsnetwerk. Mocht Rusland hen hiervan afsluiten, dan moeten deze landen toch meer gas gebruiken om zelf stroom op te wekken. Een paar landen die geografische geïsoleerd liggen van het Europese vasteland, Cyprus, Malta en Ierland, hebben ook een uitzonderingspositie. Ook zit er rek in de regels voor landen die gas importeren uit andere landen dan Rusland, en die dit gas vervolgens verder kunnen doorvoeren naar andere lidstaten. Dit geldt onder andere voor Spanje, Portugal, Italië, Griekenland en België.