Strafrechtadvocaten zijn van 2018 tot 2020 te makkelijk omgegaan met het accepteren van cashgeld van hun cliënten, dat schrijft het NRC op basis van onderzoek van lokale dekens. Het accepteren van cash door advocaten is normaliter aan strenge regels gebonden. Zo moeten betalingen van boven de 5.000 euro met contanten altijd overlegd worden met de deken, die toezicht moet houden op de advocatuur. Vooral in 2018 en 2019 gingen de meeste advocatenkantoren hierbij geregeld de fout in. Ook is het de bedoeling dat cashgeld alleen gebruikt wordt wanneer de cliënt geen bankrekening heeft, of wanneer hierop beslag is gelegd vanwege een strafzaak. Veel advocatenkantoren gaven echter andere redenen op voor het accepteren van cash, zoals een inzamelingsactie door familie en vrienden van de cliënt. Ook dat is een probleem.
Ook lijken de meeste advocaten wel te hebben geweten dat wat ze deden eigenlijk niet door de beugel kon. Het onderzoek besloeg een periode van drie jaar, maar vooral in de eerste twee werden overtredingen vastgesteld. In 2020 lijkt iedereen door te hebben gehad dat de dekens aan het rondneuzen waren, en nam het aantal cashbetalingen merkbaar af. Welke van de 45 advocatenkantoren de regels overtraden, blijft overigens geheim. Het rapport wordt vanwege de geheimhoudingsplicht niet openbaar gemaakt. Wel zou een meerderheid van de kantoren de regels hebben overtreden. Het Openbaar Ministerie hanteert een ”terughoudend opsporings- en vervolgingsbeleid” voor advocaten die mogelijk betrokken waren bij schuldheling of schuldwitwassing, dus het is maar de vraag of er rechtszaken uit het onderzoek voortkomen.
De dekens willen dat er een paar aanpassingen komen in de regels. Zo willen ze dat advocaten voortaan maximaal 1.000 mogen ontvangen in contanten, en moeten ze deze betalingen voortaan bijna altijd melden. Daarnaast hoopt men dat advocaten een jaarlijkse vragenlijst eerlijk invullen, waarin ook gevraagd wordt naar dit soort transacties. Zo moeten overtredingen in de toekomst worden tegengegaan.