WASHINGTON, 23 augustus (Reuters) – Het Amerikaanse Nationaal Archief ontdekte meer dan 700 pagina’s geclassificeerde documenten in het huis van Donald Trump in Florida, naast het materiaal dat deze maand door FBI-agenten in beslag werd genomen, volgens een brief die het archiefbureau in mei naar de advocaat van de Republikeinse oud-president stuurde en die openbaar werd gemaakt door een bondgenoot van Trump.
De grote hoeveelheid geclassificeerd materiaal in 15 dozen die in januari door de National Archives and Records Administration zijn teruggevonden, sommige gemarkeerd als ‘top secret’, geeft meer inzicht in wat heeft geleid tot de doorzoeking van Trumps woning in het Mar-a-Lago resort in Palm Beach door de FBI met toestemming van de rechter op 8 augustus.
Het bureau is verantwoordelijk voor het bewaren van overheidsdocumenten.
De brief van 10 mei is door waarnemend U.S. Archivaris Debra Steidel Wall aan de advocaat van Trump, Evan Corcoran, gestuurd. De brief werd maandag laat vrijgegeven door John Solomon, een conservatieve journalist die Trump in juni toestemming gaf om zijn presidentiële dossiers in te zien.
“Onder het materiaal in de dozen bevinden zich meer dan 100 documenten met classificatiemarkeringen, die meer dan 700 pagina’s omvatten. Sommige omvatten de hoogste niveaus van classificatie, waaronder Special Access Program (SAP) materialen,” zei Wall’s brief, verwijzend naar beveiligingsprotocollen gereserveerd voor sommige van de meest nauwbewaarde geheimen van het land.
Een woordvoerder van het Nationaal Archief heeft niet gereageerd op verzoeken om commentaar.
De brief bevat aanvullende informatie over Trump’s omgang met geclassificeerd materiaal en zijn pogingen om te vertragen dat federale ambtenaren de documenten kunnen inzien.
Uit de brief blijkt dat het juridische team van Trump herhaaldelijk heeft geprobeerd om het Archief ervan te weerhouden om de FBI en inlichtingendiensten het materiaal te laten bekijken, door te zeggen dat hij meer tijd nodig had om te bepalen of een van de documenten onder een doctrine viel die executive privilege wordt genoemd en die een president in staat stelt om sommige documenten af te schermen.
De regering van president Joe Biden – met name het Office of Legal Counsel van het ministerie van Justitie – heeft vastgesteld dat het materiaal niet onder het executive privilege valt. Volgens de brief “bestaat er geen precedent” voor een voormalige president om documenten af te schermen van een zittende president met gebruikmaking van het uitvoerend privilege, wanneer de materialen in kwestie wettelijk toebehoren aan de federale regering.
Zelfs nadat Trump de 15 dozen aan het archief had teruggegeven, vermoedde het ministerie van Justitie nog steeds dat hij meer geclassificeerd materiaal op Mar-a-Lago had.
De huiszoeking van 8 augustus maakte deel uit van een federaal onderzoek naar de vraag of Trump illegaal documenten uit het Witte Huis heeft verwijderd toen hij in januari 2021 zijn ambt neerlegde na zijn mislukte herverkiezing in 2020 en of hij heeft geprobeerd het onderzoek van de regering naar de verwijdering van de documenten te belemmeren.
In een rechtszaak die Trump maandag laat tegen het ministerie van Justitie heeft aangespannen over de huiszoeking, zei hij dat hij op 11 mei een dagvaarding van de grand jury heeft gekregen voor aanvullende geclassificeerde documenten.
Op 3 juni bezochten het hoofd van de contraspionagedienst en drie FBI-agenten Mar-a-Lago om een opslagruimte te inspecteren en aanvullende documenten te verzamelen. Trump ontving later die maand een tweede dagvaarding voor bewakingsbeelden van beveiligingscamera’s, die hij ook ter beschikking stelde.
Tijdens de huiszoeking van 8 augustus vonden FBI-agenten meer dan 20 extra dozen met ongeveer 11 als geheim gemerkte dossiers.
