OPINIE
Schrijver José Rentes de Carvalho sloopt de Nederlandse volksaard en vakantieman Raúl leert u hoe u moet emigreren naar Spanje.
In het Portugese weekblad Sol stond een mooi interview met José Rentes de Carvalho, een van de bekendste schrijvers van Portugal. Hij was heerlijk aan het mopperen over Nederland – hij woont een deel van het jaar in Amsterdam – en over Nederlanders in het bijzonder. Rentes de Carvalho schreef het voorwoord van mijn boek Saudades en vertaler- en Komrij-biograaf Arie Pos en ik interviewden hem in zijn dorp in Trás-as-Montes, de streek in het noordoosten van Portugal. Dit zei hij over de Portugezen:
“Wij hebben hier een beetje van de democratie geleerd, maar we zijn nog steeds heel gehoorzaam. Verder zijn wij een wreed volk en doen we net alsof we heel vriendelijk en zachtaardig zijn. Dat zijn wij niet. Wij hebben alles geërfd van de volkeren van het Midden-Oosten en Noord-Afrika die hier zijn geweest. Het is een vernisje: we doen aardig om te voorkomen dat je ziet dat we echt in staat zijn om iemand te vermoorden. De mensen van Trás-os-Montes lijken heel lief, maar je moet geen ruzie met ze maken. Eigenwaarde en trots.”
Artikel gaat verder na afbeelding.
Maar wat vindt hij dan van de Nederlanders? Hier een samenvatting van zijn – losjes door mij vertaalde – conclusies over de Nederlander, in weekblad Sol. Opgepast hoor, bij José weet je nooit of hij ironisch of sarcastisch is!
“De Nederlander kent maar drie passies: religie, politiek en geld. Nederlandse gezinnen worden gekenmerkt door botte manieren en omgangsvormen, een gebrek aan genegenheid en tederheid en ‘laissez-aller’, en een grote onverschilligheid tussen de mensen. De relatie tussen ouders en kinderen wordt gekenmerkt door egoïsme. Misschien zijn Nederlandse kinderen daarom verrassend agressief en missen ze normen en waarden.
“De Hollander vermijdt risico, is geen durfal en houdt niet van het avontuur.”
Bij aankomst in Nederland, en door de jaren heen, voelde Rentes de Carvalho bij veel Nederlanders een latente, min of meer gemaskeerde vreemdelingenhaat, waarin de laatste jaren geen morele vooruitgang is gekomen: racisme lijkt nu zelfs gemakkelijker te worden getoond.
“De Latijnse volkeren zijn het ‘vuile blanke ras’ (nog steeds geïdentificeerd in Nederlandse naslagwerken voor aardrijkskunde uit de jaren zestig als ‘de bewoners van de Middellandse Zeekust, inclusief Portugal’, met een onderontwikkelde smaak qua eten en seks). Nederlanders hebben de neiging te denken dat ze beter en eerlijker zijn en veel betere intenties hebben dan hun buren.
“Nederlanders denken altijd in in termen van winst en nut (‘Het is belastingtechnisch interessant als de baby in december wordt geboren vanwege de belastingaftrek’); wel geld verdienen, wel geld sparen, geen geld uitgeven. Nederlanders zijn fanatiek over planning, het land is de bakermat van programmeren, precisie en netheid. Ze beweren bij hoog en bij laag gemiddeld te willen zijn; ze bespreken zonder gêne het waarom van dingen; ze leveren wat ze beloven; ze zijn onderdanig en buigen voor autoriteit; ze zijn serieus en kennen de kunst van het langdurig ontspannen keuvelen niet waardoor elk gesprek al snel serieus en zwaar wordt en op een eenzijdige toespraak, preek of een lofdicht lijkt. De Nederlandse taal weerspiegelt luiheid, en de sprekers hebben de neiging om die op een onbeleefde manier te gebruiken.
“Als er iets typisch ‘niet-Nederlands’ is, dan is het wel gourmetten. Het eten is verschrikkelijk en de activiteit is een vorm van enorme culturele armoede, die erop neerkomt dat niemand uren in de keuken hoeft te staan om een bevredigende maaltijd te creëren. In dit land is eten geen kunst, en ook geen plezier.
“Melk is alomtegenwoordig in verschillende maaltijden. In tegenstelling tot kruiden en andere smaakmakers, waarvan het gebrek eraan zelfs indruk maakt op de meest sobere proevers.
“In Nederlandse restaurants – met personeel zonder beleefdheden of vriendelijkheid – wordt de levensvreugde niet gevoeld. In werkelijkheid is de levensvreugde geen kenmerk van Nederlanders.
“De Nederlander gaat qua terughoudendheid en zelfbeheersing tot het uiterste: pijn wordt zelden uitgedrukt in tranen, pijn en verdriet worden verdrongen. De Nederlander vindt het belangrijk wat ‘men’ van hem denkt: ‘Fijnzinnig zijn’ is een zwakte en een risico; ‘attent zijn’ betekent wantrouwen oproepen. In het openbaar vervoer gebruikt de Nederlander zijn lichaam, met constant stoten en duwen om zijn beurt of zijn plaats te winnen, maar ondanks dat hij fysiek sterk is heeft de Nederlander echter weinig moed en durf.
“De Nederlander is somber, nors, lacht weinig, en is naïef. Hij is hebzuchtig, sluw en gepassioneerd als het gaat over stabiliteit, bezit en winst. Hij ziet ledige uren als tijdverspilling, een zonde.
Nederlanders accepteren geen grappen of luchthartigheid en hebben een gebrek aan respect.”
Goed, die kunt u in uw zak steken!
Oké, u wilt emigreren. Snappen wij van de Portugal Post als geen ander. Er is anno 2022 geen enkele reden te bedenken om nog in Nederland te blijven wonen. Zelfs de kinderen en hun toekomst niet. Het onderwijs stond er nog nooit zo slecht voor en een verbetering valt op korte termijn niet te voorzien. Enige lichtpuntje misschien: zelfs als je aantoonbaar níets kunt kan je in Nederland gewoon minister worden. Maakt niet uit van wat. Eventueel verzinnen ze zelfs een ministerie voor je. Maar goed, laten we wel wezen, honderdduizend ministers gaat zélfs voor een zoveelste kabinet Rutte een beetje ver.
Wegwezen dus. Maar hoe doe je dat? Bel je met SBS-campingzender of ze een avontuur met een B&B willen financieren? Nummer driehonderdachtentachtigduizend in het rijtje? Of ga je in je favoriete vakantiedorpje waar je zo relaxt kan chillen met de Hollandse uitbater van een eetcafé óók een Hollands eetcafé beginnen, in de hoop dat je ‘concullega’ je wel zal helpen met alle do’s and don’ts?
Beter niet. Volg de komende weken de online Portugal Post University Cursus ‘Emigreren kan je leren’. Vol met praktische tips en ervaringen van volleerde expats en globetrotters.
Simpel; daar waar jij je lekker voelt. Moeilijker; hoe weet je dat?
Elke zomer hang je lekker op het strand, de zon, het absolute ontbreken van regen, de fijne strandbar met chille tunes uit de speakers en de barman die over aandacht van de chica’s niet te klagen heeft. Je zal er maar wonen zeg je tegen jezelf.
Inderdaad, je zal er maar wonen. Dan zal je meemaken hoe een winter eruit ziet. Ondanks de tropisch uitziende palmen kan het misschien best wel eens een dagje, een nachtje zeker, aan de frisse kant zijn. Hou de weerberichten maar eens in de gaten. Buiten de zomer om bedoel ik. Barcelona bijvoorbeeld komt ‘s winters vaak niet hoger uit dan een graad of veertien, terwijl dezelfde dag Amsterdam de twaalf aantikt. Geen wereldschokkend verschil toch? Maar dat het ‘s nachts dan een graadje of vijf is terwijl Amsterdam rond de tien blijft hangen lees je dan weer nergens.
Eerste serieuze advies derhalve, breng eens de kerst en de eerste week van januari door op de lokatie waarvan je hoopt je toekomstige habitat te maken. Maak je meteen de andere benadering van het begrip ‘donkere dagen rond kerstmis’ mee.
En mocht je je er lekker bij voelen, kijk dan eens om je heen waar je wel zou willen wonen. En wat voor type woningen er beschikbaar zijn. En hoe je nu woont. Heb je nu een vrijstaande woning zal het niet makkelijk zijn te wennen aan een piso (appartement) bijvoorbeeld. Zeker niet in Spanje, gezien het geluidsniveau dat Spanjaarden produceren en als normaal accepteren. Maar hou je van reuring dan is het wonen in een Spaanse stad misschien wel iets voor jou. Er is altijd reuring.
Ten tweede, leer de taal. Ga op cursus en koop wat eenvoudige boeken in het Spaans. Op het gebied van E-books is er plenty te downloaden, soms zelfs gratis. Je gaat er, zelfs als je uiteindelijk besluit niet te emigreren, erg veel plezier van hebben. Al is het maar in het onbetaalbare maar o zo hippe tapasrestaurant bij jou in de stad, mocht je voor Spaans kiezen.
Derde tip, als je op vakantie bent, kijk in de etalages van makelaars. Wen aan de manier van presenteren van vastgoed. De Spaanse wijze, de Portugese waarschijnlijk evenzo, wijkt sterk af van de presentatie door een Nederlandse makelaar. Leer door de zooi heen te kijken. Zie wat kan worden, niet wat nu is. Eén ding dat je misschien opvalt is dat een woning meestal bij meerdere makelaars te koop staat, met sterk afwijkende prijzen bovendien. Een veel gebezigde praktijk is de makelaar die de websites en/of etalages van concurrenten afstruint en gewoon objecten kopiëert en er een eigen prijs aanhangt. Vaak weet de eigenaar niet eens dat makelaar X zijn woning te koop aanbiedt. In Spanje mag ook iedereen zich makelaar noemen, dus er wordt veel ‘gebeund’ en het maken van een afspraak voor een bezichtiging is niet altijd makkelijk. Omdat de makelaar soms niet eens wéét wie de eigenaar is.
Laatste tip voor vandaag; kijk om je heen. Neem de omgeving in je op. Zeker als je gaat voor een huis op het platteland. Lopen er kabels voor stroom en telecom? Nu is telecom dankzij Elon Musk en dergelijke ondernemers niet per se een probleem meer, maar een glasvezelverbinding is wèl goedkoper dan een satellietverbinding. En met de huidige stroomtarieven zijn zonnepanelen in no time terugverdiend. Maar daarvoor heb je wel een bouwvergunning nodig in Spanje want ‘obras‘. Als er ook maar íets niet klopt met de registratie van het vastgoed wordt zo’n vergunning niet afgegeven en blijf alleen de optie ‘ilegal‘ over.
Daarover in een volgende editie.
¡Hasta pronto mis amigos!
Lees meer Portugal Post!
Doneer aan Arthur van Amerongen!
De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.