Over een week gaan we weer naar de stembus. Dit keer niet alleen voor de Provinciale Statenverkiezingen, maar ook voor de Waterschapsverkiezingen. Sinds 2008 zijn deze waterschappen gepolitiseerd, nadat daar in 2004 al een voorzetje voor gegeven was. Anno 2015 weet vrijwel niemand wat de waterschappen daadwerkelijk doen en is het bovendien gissen naar concrete resultaten. Zijn de waterschappen wel geschikt voor politisering?
De Nederlandse Grondwet vertelt ons dat wij officieel gezien drie bestuurslagen kennen; het rijk, de provincie en de gemeente. Toch heeft een gemiddelde Nederlandse burger te maken met een aantal bestuurslagen waar de burger aanzienlijk minder invloed op uit kan oefenen. Te denken valt daarbij aan de regio, Europa en dus ook het waterschap. Tegenwoordig kiezen we het waterschap dan wel elke vier jaar, maar de afgelegde verantwoording aan de zogeheten ‘verkozenen van de waterschappen’ is totaal niet inzichtelijk.
Daarnaast is het waterschapsbestuur niet volledig democratisch samengesteld. De meerderheid van de zetels wordt ingenomen door gekozen volksvertegenwoordigers, maar de overige stoelen worden bekleed door vertegenwoordigers uit de agrarische sector en afgevaardigden uit bedrijven. Wanneer je dus stemt op degene van je voorkeur, zal je stem nooit 100% gelden voor die persoon.
De voornaamste taken van een waterschap bestaan uit waterbeheer, het waterpeil in de gaten houden en zorgen voor de juiste waterkwaliteit. Belangrijke taken, zeker met het oog op de tegenwoordig snelle weersveranderingen. Toch kun je je afvragen of deze taken apart uitgevoerd moeten worden. Provinciale Staten, een bestuurslaag die sowieso steeds minder te doen krijgen door verschuivingen naar het Rijk en gemeenten, zouden deze taken prima op zich kunnen nemen. Dit scheelt niet alleen relatief hoge vergoedingen voor waterschapsbestuursleden, maar zorgt ook voor snellere implementatie van genomen beslissingen. Wanneer een ondemocratische bestuurslaag als het waterschap verdwijnt, zullen de taken met betrekking tot waterbeheer een stuk inzichtelijker worden en zijn we direct af van belangenverstrengeling die automatisch om de hoek komt kijken wanneer natuurorganisaties en bedrijven zitting nemen in een waterschapsbestuur.
Het idee om het waterschap in het provinciebestuur te integreren, krijgt inmiddels ook bijval uit de politiek. Thom de Graaf, lijsttrekker voor de Eerste Kamer namens D66, opperde dit idee tijdens een verkiezingsavond in Leiden. Hij voegde hieraan toe dat het voegen van het waterschap bij de provincie zou zorgen voor een duidelijkere verkiezing wat de democratie automatisch zal bevorderen.
Ongeacht het feit dat waterbeheer niet te onderschatten is, zou de provincie dit als kerntaak op kunnen pakken. De provincie zou dan net als bij andere natuurgebieden een faciliterende rol hebben in het zuiveren en onderhouden van deze waterschappen. De politisering van een enkele kerntaak als het onderhouden van waterschappen is niet alleen ondemocratisch, het zorgt ook voor niet-transparant toezicht. De taken van het waterschap zouden beter door de provincie kunnen worden overgenomen, zodat provinciale staten toezicht kunnen houden. Met de afgenomen taken van de provincie kan deze er best een opdracht bij hebben.