De afgelopen vier dagen sprak ThePostOnline met vier waterschapskandidaten. Welke thema’s staan in het waterschap centraal en is er voor burgers iets te kiezen? Vandaag in het vijfde en laatste deel: Roeland Geertzen, lijsttrekker van het CDA in waterschap Rivierenland, het gebied rond de grote rivieren tussen Nijmegen en Dordrecht. Dit waterschap overlapt met delen van drie provincies: Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Geertzen is voor het eerst kandidaat voor het waterschap. Hij was jarenlang wethouder in Culemborg.
“Ik wilde na acht jaar wethouderschap een nieuwe stap in mijn carrière maken. Het CDA voert dan een gesprek met je waarom je stopt en of je nog iets voor de partij wilt betekenen. Dat wilde ik wel. Ik kon iets doen bij de Provinciale Staten en het waterschap. Bij de Provinciale Staten wil het CDA regionale spreiding van kandidaten en bij toeval komt de huidige lijsttrekker ook uit Culemborg. Ik zou daardoor vrij laag op de lijst komen. Bij het waterschap bleek ik later lijsttrekker te kunnen worden, al had ik me niet om die reden gekandideerd.”
Je bent nieuw in het waterschap. Weet je waar je aan begint?
“Door je wethouderschap loop je tegen alle vraagstukken van het waterschap aan. Je moet een waterplan maken, een soort beheersplan van alle watersystemen op jouw grondgebied. Bij een wijziging van het bestemmingsplan heb je een vooroverleg met tientallen partijen en daar zit het waterschap bij. Ik kende de organisatie dus min of meer al.”
Het waterschap is vanuit burgers gezien een hele onduidelijke bestuurslaag.
“Het Algemeen Bestuur van het waterschap is een politieke omgeving die de kaders stelt. Net als in een gemeente waar de gemeenteraad de kaders stelt, bijvoorbeeld hoe lang je moet wachten op de brandweer of op de ambulance. Kwaliteit kost geld. Zo is het met dijken ook. Dit is een discussie die eraan zit te komen: wil je dat de dijken aan de zwaarste eisen voldoen of vind je dat het wel een tandje minder kan? Rivierenland heeft 1000 kilometer dijken. De kwaliteit van die dijken is de taak van het waterschap. Op veel plekken zijn de dijken niet conform de norm en die worden daarom aangepakt. Die norm is politiek.”
Gaat die norm veranderen?
“Er komt een nieuwe deltacommissie: een rijkscommissie die zich gaat buigen over de vraag hoe hoog de zeespiegel zal zijn in 2050, hoeveel het gaat regenen en hoeveel de grond nog inklinkt. Daar komt een advies voor een nieuwe norm uit. Die norm ligt ongetwijfeld hoger dan de huidige norm. De vraag is vervolgens aan de politiek of deze nieuwe norm ook daadwerkelijk nageleefd moet gaan worden.”
“Burgers moeten de gevolgen van deze nieuwe norm gaan betalen. Ik zal me er tegen verzetten dat er nu al een norm voor 2050 wordt afgesproken. Dat vind ik onzin: je kunt niet verder denken dan tien of twintig jaar. Waarschijnlijk komen er in die komende decennia nieuwe technieken die ons nieuwe kijk geven hoe de nieuwe norm gehaald kan worden. Kijk naar de techniek die de afgelopen tien jaar is ontdekt en toegepast om rivieren meer ruimte te geven. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst”
Maar het waterschap bepaalt de norm niet. Jullie voeren die uit.
“Projecten vergen enorm veel overleg met alle betrokkenen. Als een gebied wordt aangewezen om water op te vangen worden alle gemeenschappen die aan de rivier wonen bij dat proces betrokken, niet alleen de mensen die direct naast zo’n overloopgebied wonen. Het waterschap was vroeger een projectorganisatie die zonder veel overleg te werk ging en gewoon ging uitvoeren. Nu is er veel meer dialoog en wordt er met mensen gekeken naar alternatieve opties om het gebied zo leefbaar mogelijk te maken. Dat is om het proces beter te laten verlopen en sneller te maken. Het lijkt niet sneller als je met burgers in gesprek gaat, maar op den duur is het dat juist wel.”
“Niet alle politieke partijen willen deze aanpak hanteren. Dat is in een gemeenteraad precies hetzelfde. Het CDA zal in principe meer de kant van de burger kiezen. De politiek bepaalt hoeveel ruimte de burger mag krijgen bij de planvorming. Ook op dat punt is er iets te kiezen.”
Wat zijn verder de belangrijkste verschillen tussen de partijen?
“Het is echt een verschil hoe we kijken naar geld. Een partij als Water Natuurlijk (specifieke waterschapspartij, CA) kiest uitdrukkelijk voor de natuur en is bereid daarvoor ook meer te betalen dan het budget toelaat. Zo wil zij de dijken natuurlijker maken en overal natuurvriendelijke oevers realiseren. Die keuze kan wringen met het belang van de eigenaren van het land. Het CDA wil primair de wettelijke taak uitvoeren en wel zo goedkoop mogelijk. Het geld dat je daarmee bespaart kun je weer investeren in innovatie. Dat kan weer leiden tot duurzame en efficiënte oplossingen.”
Dit interview vond plaats op 12 maart in Culemborg. Dit interview is geautoriseerd.