Deze week is het zover. Een select groepje onder leiding van de historicus Rutte en met inbreng van de historicus Verhagen buigt zich over de toekomst. Met de kennis van toen nadenken over toekomst straks, zeg maar. Niet dat je zo veel aan economen hebt heden ten dag, want die spreken elkaar toch maar tegen en hadden ons al eens eerder het moeras in geleid. Met de Euro, de vergezichten op Nederland als groot internationaal opererend financieel centrum, de aanbevolen schaalvergrotingen en de marktwerking niet te vergeten. Alles zou anders, sneller beter worden en zo leek het ook. Even. Op historische schaal.
Mark moest denken aan z’n eerste kennismaking met de geschiedenis. Vaderlandse geschiedenis heette dat toen nog. In een tijd dat vaders nog wat voorstelden. Net als zeehelden en politici trouwens, die gemeen hadden dat ze schepen stuurden. De een het schip van staat, de ander een handelsvloot op jacht naar een zilvervloot. Dat laatste zou ie nog wel willen maar voor het eerste was ie aangesteld. Sterker nog, hij had het gezocht. Als een roepende. Om bezuinigingen die Jan-Peter en Wouter maar niet wilden. En die Teulings nu, ook al niet. Nu zat ie met de gebakken peren en het gevoel dat heel Europa over z’n schouder zat mee te kijken.
“De overheid is het schild van de zwakken”, had ie om het parlement gerust te stellen van de week nog geroepen, maar hij wist dat ie dat niet langer waar kon maken. Er was weer storm op komst en er moest ballast worden geloosd. Even dacht ie aan de Costa Concordia en aan Rita Verdonk: recht door zee. “De VOC-mentaliteit, ja toch?”, echode Balkenende door z’n hoofd, terwijl ie dacht aan de tulpencrisis.
Eeuw van verval
“Na een periode van welvaart en grote rijkdom brak de eeuw van verval aan”, galmde het nu. Inkosten en uitgaven. Zo veel was duidelijk. “We voeren hem niet uit”, schaterlachte Gerrit Zalm. Ook al zo’n sirene met z’n begrotingsnormen en z’n belastingverlagingen in de tijd van de internet- en vastgoedbubbles en giftige hypotheken. Het zweet brak hem uit. Lucht, hij had lucht nodig en opende het raam van het torentje.
“Regenten en kooplieden, die zich hoog boven het volk verheven voelden, leefden verkwistend van hetgeen in vroegere tijden verzameld was. De regenten zorgden er wel voor, dat hun familieleden, bekwaam of niet bekwaam, de best betaalde ambten kregen. Ze lieten prachtige buitenhuizen bouwen en richtten die in naar Frans model.” Het zweet brak hem nu pas goed terwijl hij dacht aan Nijmegen, de hypotheekrenteaftrek en die onbetrouwbare Hollande.
Wasgoed
Hij keek de hofvijver over. Aan de overzijde leek het alsof Van Oldebarneveld z’n hoofd verloor en nog wat verder naar links meende ie de gebroeders De Witt te zien hangen. “De regering was radeloos, het volk redeloos, het land reddeloos.” “Watermanagement.” ”De ellendige toestand deed het volk om Oranje roepen.” Er ging een huivering door hem heen.
Hij sloot het raam en zichzelf weer op. In een wereld die de zijne niet was. Hij had op ambtenaren en uitkeringen korten na nog geen enkel idee en maandag moest ie weer thee drinken.Op Huis ten Bosch.
Op dat moment belde z’n moeder.
Of ie de was nog kwam halen.
René heeft griep en verveelt zich. Hij verlangt terug naar Lubbers. Maar dat zal de koorts wel zijn…