Door: Jan Omvlee, TPO- Minister Dennis Wiersma vindt dat de overheid sneller in moet kunnen grijpen bij misstanden in het weekendonderwijs. Informele scholen zijn niet afhankelijk van overheidssubsidie, maar dat betekent volgens de minister niet dat ze niet onder toezicht van de Inspectie van het Onderwijs horen te staan. Die Inspectie kan momenteel nog niet inspecteren.
Wiersma noemt het ”schrijnend” dat op een aantal onderwijsplekken ”anti-integratieve, antidemocratische en anti-rechtstatelijke overtuigingen” worden aangeleerd. De minister verwijst onder meer naar onderzoek omtrent salafistische moskeescholen.
Nieuwsuur en NRC concludeerden in 2019 al eens dat op veel van die scholen denkbeelden worden ingeprent die niet overeenkomstig zijn met goed burgerschap. Zo leerden kinderen op sommige scholen dat ongelovigen de doodstraf verdienen, en dat moslimjongeren uit Nederland zouden moeten vertrekken om in een islamitisch land te gaan wonen.
Het gaat volgens Wiersma echter niet alleen om weekendscholen die vanuit islamitische hoek zijn opgericht. De overheid moet alert kunnen reageren wanneer er signalen zijn dat scholen bijdragen aan de vorming van parallelle samenlevingen. Of het weekendonderwijs religieus, extreemrechts, extreemlinks of iets anders extreems is, maakt hierbij niet uit.
Kinderen moeten op weekendscholen geen dingen leren die indruisen tegen de rechtsstaat. Als ze naar een gewone school gaan waar ze bijvoorbeeld leren dat mannen en vrouwen gelijk zijn, moet de weekendschool daar niet tegenin gaan. Zo zegt Wiersma:
”Geen enkel kind mag leren dat de Nederlandse samenleving giftig is, dat je anderen mag discrimineren of dat de wetenschap ‘ook maar een mening is’. Bij de meeste informele scholen gaat het goed en helpen ze bij de ontwikkeling van jongeren, maar helaas is er een kleine kern waar het echt mis gaat. Waar je als kind bijvoorbeeld te horen krijgt dat onze rechtsstaat niets voorstelt of jongens en meisjes ongelijkwaardig zijn.”
”Als we hier niets aan doen wordt het goede werk van docenten op onze scholen teniet gedaan. Het is mijn taak als minister om kinderen, leerlingen en docenten te beschermen. Daarom maken we een nieuwe wet, zodat we adequaat kunnen optreden wanneer kinderen worden opgezet tegen de Nederlandse samenleving.”
Minister Wiersma wil dat het aanvragen van een Verklaring Omtrent Gedrag ook verplicht wordt voor medewerkers van weekendscholen. De VOG is in het reguliere onderwijs al een vereiste.
Ook moet er een onafhankelijk meldpunt komen, waar ouders die zich zorgen maken over de informele scholing van hun kind aan de bel kunnen trekken. De onderwijsinspectie kan deze signalen dan onderzoeken, en waar nodig ingrijpen. De precieze invulling van deze taak, en de juridische definities van een aantal termen moeten nog worden uitgewerkt door de minister en de inspectie. Begin volgend jaar moet deze uitwerking met het wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd worden.