LUXEMBURG, 8 december (Reuters) – Alphabet-eenheid Google moet gegevens uit online zoekresultaten verwijderen als gebruikers kunnen aantonen dat deze onjuist zijn, aldus het hoogste Europese gerechtshof op donderdag.
Voorstanders van vrije meningsuiting en voorstanders van privacyrechten zijn de afgelopen jaren met elkaar in conflict geraakt over het ‘recht om vergeten te worden’, wat betekent dat mensen hun digitale sporen van het internet moeten kunnen verwijderen.
De zaak voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) betrof twee directeuren van een groep investeringsmaatschappijen die Google hadden gevraagd zoekresultaten te verwijderen waarin hun naam werd gekoppeld aan bepaalde artikelen waarin kritiek werd geuit op het investeringsmodel van de groep.
Ook wilden zij dat Google miniatuurfoto’s van hen uit de zoekresultaten zou verwijderen. Het bedrijf wees de verzoeken af en zei dat het niet wist of de informatie in de artikelen juist was of niet.
Een Duitse rechter vroeg daarop advies aan het HvJEU over het evenwicht tussen het recht om te worden vergeten en het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie.
“De exploitant van een zoekmachine moet de in de inhoud waarnaar wordt verwezen aangetroffen informatie verwijderen wanneer degene die om verwijdering verzoekt, aantoont dat deze informatie kennelijk onjuist is”, aldus het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Om de gebruikers niet te zwaar te belasten, zeiden de rechters dat dit bewijs niet hoeft te komen van een rechterlijke beslissing tegen uitgevers van websites en dat gebruikers alleen het bewijs hoeven te leveren dat redelijkerwijs van hen kan worden verlangd.
Google zei dat de links en thumbnails in kwestie niet langer beschikbaar waren via web search en image search en dat de content al lange tijd offline was.
“Sinds 2014 hebben we hard gewerkt om het recht om vergeten te worden in Europa te implementeren en een verstandig evenwicht te vinden tussen het recht van mensen op toegang tot informatie en privacy“, aldus een woordvoerder.
Hetzelfde Hof verankerde in 2014 het recht om te worden vergeten en zei dat mensen zoekmachines zoals Google kunnen vragen om inadequate of irrelevante informatie te verwijderen uit webresultaten die verschijnen bij zoekopdrachten naar hun naam.
De uitspraak ging vooraf aan baanbrekende EU-privacyregels die in 2018 van kracht werden en waarin staat dat het recht om te worden vergeten is uitgesloten wanneer de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is voor de uitoefening van het recht op informatie.
De zaak is C-460/20 Google (Déréférencement d’un contenu prétendument inexact).
