Achtergrond

Hoe de Iran-deal Obama en Netanyahu vervreemdde

19-03-2015 15:22

De Likud-partij van premier Netanyahu’s won dinsdag de verkiezingen in Israël. Op dat zelfde moment onderhandelde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry in het Zwitserse Lausanne met zijn ambtsgenoot Mohammed Javad Zarif over het Iraanse nucleaire programma.

Bij deze onderhandelingen wordt gepoogd sancties tegen Iran geleidelijk op te heffen in ruil voor inspraak in de wijze waarop Iran haar kernprogramma hanteert. Dit programma mag enkel vreedzaam zijn en moet dit ook blijven. Dat betekent in de praktijk dat Iran nog steeds uranium mag verrijken, en gaat gepaard met de geleidelijke opheffing van sancties en kernprogramma-inspecties,  gepland voor een periode van een jaar of tien. De grote vraag is natuurlijk: wat gebeurt er daarna, en wat zijn de gevolgen van deze deal voor Israël?

Netanyahu is not amsued

Het moge duidelijk zijn dat Netanyahu de deal, die eind maart beklonken moet zijn, met argusogen volgt. Sterker nog: hij is not amused over het proces dat door president Obama in gang is gezet. De premier sprak het Amerikaanse Congres onlangs toe en gaf Obama er ongenadig hard van langs. Hij zei daar in zijn speech: “We must all stand together to stop Iran’s march of conquest, subjugation, and terror”.

Zijn klare taal in aanloop naar de verkiezingen sloeg toen niet echt aan bij de Israëlische bevolking. Het linkse Zionistische Kamp koerste lange tijd af op winst. Israëli’s leken de absurd gestegen voedsel en huizenprijzen belangrijker te vinden dan Iran maar kozen uiteindelijk toch voor het rechtse geluid van Netanyahu.

‘Vreemd’ genoeg krijgt Netanyahu bijval uit onverwachte hoek: de Saoedische prins Turki al-Faisal kondigde eerder al aan dat ‘wat er ook uit de besprekingen met Iran komt, zijn land hetzelfde zal willen’. Saoedi-Arabië ziet het Perzische land eveneens als een grote bedreiging, maar om andere redenen: de invloed van Iran is in de laatste jaren enorm gegroeid. Saoedi-Arabië geldt als bakermat van de (soennitische) islam, en soennieten vormen mondiaal een grote meerderheid ten opzichte van sjiieten.

Iran wordt steeds machtiger

Toch is het de sjiitische machthebbers in Iran gelukt een stevige positie op het islamitisch wereldtoneel in handen te krijgen; nadat de Verenigde Staten in 2003 Saddam Hoessein afzetten, zag Iran haar invloed in Irak zienderogen toenemen via het Iraakse regime van Al-Maliki dat daarna volgde. Door de onrust in Syrië en Irak en de strijd tegen IS waar het Westen zodoende in verzeild raakte, kan Iran nu ongekend veel macht uitoefenen in die regio. Ze steunt de regering van de huidige Iraakse premier Al-Abadi én traint sjiitische milities, die door heel het land huishouden in hun strijd tegen Islamitische Staat.

Assad: ooit de grote Satan

Het is geen geheim dat het Syrische regime van Bashar al-Assad eveneens kan rekenen op steun van Teheran. Hoewel laatstgenoemde weet dat die situatie onhoudbaar is, is er nog geen betere vervanger gevonden voor Assad en zolang Kerry vol in de onderhandelingen zit met Iran over het kernprogramma, wordt de druk om die steun in te trekken niet echt opgevoerd. Tot die tijd kan Assad relatief ‘rustig’ op zijn post blijven. Bovendien lijkt de Syrische president in de perceptie van veel politieke leiders en westerse burgers lang niet meer de Arabische variant van al-Shaytan al-kabir, zoals enkele jaren terug nog wel het geval was: een groter kwaad dan Assad leek niet denkbaar, totdat ISIS op volle sterkte losbarstte.

Saoedi-Arabië vreest voor eigen positie

Naast Syrië ligt het kleine, onrustige Libanon, van waaruit Hizballah – eveneens gesteund door Iran – in Syrië actief de troepen van Assad ondersteunt. En wat voor Saoedi-Arabië nog veel gevoeliger ligt, is haar eigen achtertuin: Jemen. Juist in dit zeer instabiele land wordt door de Saoedi’s gevreesd voor invloed van de radicale tegenpool van het olierijke schiereiland.

Er is Saoedi-Arabië dus veel aan gelegen de eigen positie vast te houden ten opzichte van Iran, dat steeds meer macht verkrijgt. Deze macht is mede te danken aan de milde opstelling van de Iraanse president Rohani (waardoor Iran opeens weer gesprekspartner kan zijn), de groeiende invloed in het Midden-Oosten waardoor er wel samengewerkt moet worden met Teheran én de nucleaire deal die de economische restricties (deels) zal opheffen.

Ontwikkelingen die zowel door Saoedi-Arabië als Israël met lede ogen wordt aangezien. Want onder meer de noodzaak om de Verenigde Staten en Iran nader tot elkaar te laten komen (het mastermind plan van Obama) zorgt voor vrees bij twee landen die gelden als uiterst belangrijke bondgenoten van de VS.

Koste wat kost ‘vrede’

Na de overwinning van Netanyahu liet het ministerie van Buitenlandse Zaken van Iran weten: “Er is geen verschil tussen politieke partijen van het zionistische regime. Zij zijn allen agressief van aard”.

Minister Kerry, gevraagd naar deze boude uitspraak, wilde niet reageren. Hij zit nog steeds in Lausanne om met Zarif te onderhandelen over het kernprogramma. Door de toenadering van Obama tot Iran in zijn laatste jaren als president, is de verhouding met Israël er niet beter op geworden, om maar niet te zeggen ronduit slecht. De Amerikaanse president wil koste wat kost vrede maken met Teheran in zijn laatste ambtstermijn. Het feit dat er in de afgelopen jaren nooit hard is opgetreden tegen president Assad kan deels worden gezien als een poging Iran niet voor het hoofd te stoten en zo misschien de kans op stabiliteit te verkleinen.

Obama’s Iran-koers

Het merendeel van de gesprekken die de VS en Iran hadden vond plaats in achterkamertjes, maar de lijn die Obama al vanaf 2009 uitzette wordt steeds duidelijker en meer openbaar. Dat geeft voor de president ook niet, hij kan immers niet meer herverkozen worden en kan het zich het dus permitteren meer gewaagde stappen te ondernemen. Dat doet hij op dit moment dan ook.

Kritiek vanuit het Congres op zijn handelen wuift Obama veelal weg; in zijn wereld moet er vrede gesloten worden met Iran om zo een grote oorlog in het Midden-Oosten te voorkomen. Hij vergeet hierbij alleen dat die oorlog er allang is. De blitzkrieg van ISIS was ongekend en in een tijd waarin regimes continue wankelden vormt dit een groot gevaar, want door de vele machtsvacuüms in delen van Syrië, Libië en Irak kan IS straks ongestoord oprukken tot de grenzen van Europa én Israël.

Gezamenlijke vijand

De sjiitische milities die dit gevaar moeten bestrijden in Irak, evenals het regeringsleger van Assad in Syrië, maken zich daarbij evengoed op grote schaal schuldig aan marteling, verkrachting en massamoord en zijn in het geval van de milities minstens zo ideologisch gemotiveerd als hun soennitische tegenhanger. Het verschil is dat hun strijd zich beperkt tot het gebied of land waarin zij leven en ze niet, zoals IS, willen oprukken tot de poorten van Rome en een propaganda-oorlog voeren om buitenlandse strijders hun kant op te halen.

De vijand van onze vijand wordt zodoende onze vriend of, in het geval van Assad, iemand die we ongemoeid laten. In het geval van Assad weten we dat hij het op termijn niet gaat redden. Voor Iran geldt dit niet. De politiek van Iran is een uiterst ondoorzichtig spel, waarbij de Raad der Hoeders en uiteindelijk ayatollah Khamenei daadwerkelijk bepalen wat goed is voor het land in het licht van de grondwet van de Islamitische Republiek Iran, zoals deze werd opgesteld na de revolutie van ’79.

Iran blaft maar bijt (nog) niet

De zorgen van Netanyahu om de veiligheid van zijn land lijken zodoende zeker niet ongegrond. De vraag is wát Barack Obama daadwerkelijk kan veranderen met zijn langgekoesterde vredesdeal. Toch is het gezien de huidige ontwikkelingen allerminst logisch dat Iran in de komende jaren heel onverstandige, agressieve stappen zal ondernemen, behalve wat verbale dreigementen naar Israël, zoals we dit eigenlijk al jaren gewend zijn.

Iran heeft middels proxy-oorlogen en haar tentakels, die reiken tot ver in diverse (terreur)groepen en regeringen, een veel effectievere manier gevonden van invloed uitoefenen. Effectiever dan het eventueel afvuren van nucleaire wapens op Tel Aviv. Tegelijkertijd is Assad als buurman, hoewel in het zadel gehouden door de Nemesis van Netanyahu, ook nog altijd een vele malen betere optie dan wat er mogelijk volgt als hij aftreedt. Het is een haast onmogelijke spagaat.

Obama levert een diplomatiek hoogstandje

Iran intern veranderen zal nog wel even duren, maar een nucleaire deal met het land kan wel zorgen dat het Westen mee kan praten als het gaat om regionale conflicten én zorgt er voor dat in het belang van beide partijen op constructieve wijze samengewerkt kan worden. Dat is pragmatisch gezien een veel betere oplossing dan twee blaffende bullebakken die omwille van hun ego’s hun stokpaardjes niet willen opgeven.

Als er één ding is dat president Obama tot dusver al gerealiseerd heeft, dan is het een dergelijke toenadering, nog voordat de eventuele deal gesloten is. Die toenadering is bijzonder en daarvoor zijn jaren van diplomatie op het hoogste niveau nodig geweest. Dit teniet doen zou doodzonde zijn. Ook al staat het Midden-Oosten in brand, dat is nog geen reden om alle mogelijke coalities die gesmeed kunnen worden op voorhand af te stoten.

Een lange, onzekere weg te gaan

We moeten hopen dat deze opwaartse lijn vastgehouden kan worden, ook als we na een jaar of tien niet langer het kernprogramma van Iran laten inspecteren. Maar het argument dat Israël de aloude bondgenoot is en Iran de aloude vijand, kan geen argument zijn om dus nooit zaken te doen met Teheran. Gezien de groeiende invloed van Iran zullen we wel moeten.