Wat hebben kannibalen, rottende zombies, gemaskerde psychopaten, geile nonnen, nog geilere SS-dames, gemuteerde monsters, negroïde vampiers en andere rariteiten met elkaar gemeen? Juist, zij figureren in de onderbuik van de cinema, waar zij de exploitatiefilm bevolken. Exploitatiefilms zijn vaak wars van artistieke en maatschappelijke pretenties en worden door de meesten beschouwd als filmische rotzooi. Niet geheel onterecht overigens. Dit soort films zijn niet gemaakt om een verheven boodschap de wereld in te sturen of om de esthetische sensibiliteit van de gemiddelde kijker te prikkelen. Ze zijn gemaakt om geld te verdienen met budget dat nog lager is dan de opbrengst.
Gedurende de jaren zeventig verschenen films in de bioscoop, die zich afspelen in een klooster en waarin de nonnen zich te buiten gaan aan (lesbische) seksuele uitspattingen, duivelaanbidding en andere zaken die niet stroken met de verheven moraal van de kerk. Erotiek of horror met nonnen werd later aangeduid als nunsploitation. Na de jaren zeventig was de hausse voorbij en werden er binnen en buiten Europa nog slechts sporadisch films geschoten die als nunsploitation zijn te categoriseren.
WIP met Nonnen
Net zoals het eerder in deze serie besproken nazi exploitatiegenre is exploitatie met nonnen geënt op de Women in Prison film. Het klooster dient in dit geval als gevangenis, eveneens een geïsoleerde omgeving. De gevangenen zijn de nonnen en de moeder overste fungeert als hoofdbewaker, vaak een corrupt secreet. Nunsploitation is veelal onvervalste softporno met bijbehorend naakt, seksscènes en een snufje masochisme. Soms zit er een horrorfilm aspect in, zoals demonische bezetenheid, die vaak dient als oorzaak voor de seksuele uitspattingen. Ook de onvoorziene intrusie van een manspersoon kan aanleiding zijn tot seksuele transgressie en verloedering van de strikte seksuele moraal in het klooster.
http://www.youtube.com/watch?v=oczqllYBVOc
Sinfull Nuns of Saint Valentine (Sergio Grieco, 1974)
Duivels genot
De belangrijkste aanzet tot het genre was The Devils (1971) van de Britse filmmaker Ken Russell. Deze controversiële film was een regelrechte aanval op georganiseerde religie, in het bijzonder de Katholieke kerk. De films die er op volgden kwamen vooral uit van oudsher Katholieke landen, zoals Italië en Spanje. Waar the Devils gezien kan worden gezien als artistiek hoogwaardige kritiek op georganiseerde religie, waren door deze film geïnspireerde werken minder verheven en gericht op veel (lesbische) nonnenseks en andere profaniteiten.
Enkele voorbeelden zijn Love Letters of a Portugese Nun (Jess Franco, 1973), Flavia the Heretic (Gianfranco Mingozzi , 1974) en Images in a Convent (Joe d’Amato, 1979). The Other Hell (Bruno Mattei, 1980) neemt een aparte positie in, omdat dit meer een pure horrorfilm in een klooster is, zonder naakt en seks.
Horror met nonnen: the Other Hell (Bruno Mattei, 1980)
Nunploitation in Japan
Exploitatiefilms met nonnen werden vooral gemaakt in het continentale Europa en dan voornamelijk in landen waarin het katholicisme de religieuze mainstream is of was. Maar opmerkelijk genoeg werden ook in Japan een aantal films gemaakt waarin nonnen en hun seksuele escapades de hoofdrol spelen. Relatief bekende voorbeelden zijn School of the Holy beast (Noribumi Suzuki, 1974) en Cloistered Nun: Runa’s Confession (Masaru Konuma, 1976). De Katholieke kerk is in Japan nooit dominant geweest, in deze Japanse nunsploitationfilms werd dus een uitheemse religie voor paal gezet.
http://www.youtube.com/watch?v=SG7T4bfcFTI&feature=related
Japanse nunploitation: School of the Holy Beast
Post jaren zeventig Nunsploitatie
De boodschap dat de kerk hypocriet en onderdrukkend kan zijn is onderhand bekend. Erg veel exploitatie met nonnen is er na de jaren zeventig dan ook niet meer gemaakt. Exploitatiekoning Joe D’Amato maakte in 1986 nog Convent of Sinners en in 1999 verscheen Sacred Flesh van Nigel Wingrove. Meer recentelijk verschenen er films die knipogen naar nunsploitation, zoals Nun of that (2009) en Nuns with Big Guns (2010). De charme van vintage exploitatiefilms in een nonnenklooster blijft echter onovertroffen.
Tom Scheers is historicus, maar dat verklaart allerminst zijn fascinatie voor culturele randverschijnselen als instrumentale death metal-jazz-fusion crossovers of zachtplastieken zombies.