Onlangs hoorde ik een item op Radio 1 en dat ging over de Zeeuwse taal. In Brazilië is een groep Zeeuwen vanwege economische motieven ooit verhuisd naar de andere kant van de wereld. Ze stichtten daar een dorpje en generaties lang hebben zij hun cultuur daar vast weten te houden. Het nieuws op de radio was dat er nu een generatie is die niet meer de Zeeuwse taal en cultuur wilde bestendigen in Brazilië, en daarmee zou de plaatselijke Zeeuwse folklore op een eind lopen in het Zuid-Amerikaanse land.
In de radiostudio was iedereen het er over eens dat het heel erg jammer was dat dit zo gebeurde, en werden er suggesties aangedragen om dit te voorkomen. Een onschuldig itempje ‘lichte’ journalistiek, zult u denken. Dat is natuurlijk ook waar, zij het niet dat we aan de andere kant een totaal ander wereldbeeld er op nahouden.
Afgelopen tien jaar was Wilders vaak een alleenstaande in de Kamer, die haat predikte en desnoods de derde generatie niet-Westerse allochtonen, zonder echt tellend argument ‘terug’ wilde zetten naar hun ‘eigen’ land. Dat hun ‘eigen’ land Nederland is, hoe erg sommigen het ook zullen ontkennen, wordt vaak gemakkelijk opzij geschoven. Maar afijn. Eén radicaal in de Kamer, kan onze democratie hebben.
Wat echter tot mijn grote verbijstering afgelopen jaren, en zeker laatste maanden, gebeurt is dat zijn quotes, opmerkingen en gedachtegoed gemeengoed zijn geworden. Rutte zegt over leden van zijn eigen volk dat als ze willen vertrekken, ze maar moeten vertrekken. Aboutaleb doet er een schepje bovenop en spreekt van ‘Rot dan toch op’.
Natuurlijk gaat het in deze context over Syrië-gangers, maar het gemak waarmee de eigen bevolking wordt gesommeerd op te rotten, is storend. Het lijkt alsof er delen van onze eigen samenleving al opgegeven zijn, voordat ze daadwerkelijk strafbare feiten hebben gepleegd. Politici op de stoel van de rechter.
Niet gehinderd door enig besef van achtergrond en mensenkennis wordt er door volwassen en politiek invloedrijke mensen informeel gesproken over het ‘uitzetten van Marokkanen’. En als we het hebben over Marokkanen die een strafblad hebben, lijkt de meerderheid het er wel mee eens te zijn om hen uit te zetten. Maar waarheen? Als jij en je vader hier geboren en getogen zijn, wat heeft een land aan de andere kant van Europa daar dan mee te maken? Hoe gaan wij om met onze mensen? Is dit het land van vrijheid? Van tolerantie? Van pragmatisme?
Terug naar het radio-item. Dat ligt anders, zult u denken. Wat heeft het behouden van de Zeeuwse taal en cultuur in Brazilië nou te maken met integratieproblematiek in Nederland? Nou, alles!
Precies dit item op de radio geeft ons een prachtig inkijkje in hoe chauvinisme werkt. Met zijn allen vinden we het ‘leuk’ dat er een Zeeuwse enclave is, en als er daar een cultuurbewaker is, die dat gedachtegoed bewaakt, vinden we dat ‘grappig’, ‘leuk’, of zelfs ‘noodzakelijk’. Waarom? Zijn wij superieur? Zijn wij een beter volk? Hebben wij het beste met de mensen voor? Spreken wij de waarheid?
Wij doen aan de andere kant van de wereld, precies wat we de niet-westerse eerste, tweede, derde, en straks waarschijnlijk ook vierde generatie verwijten: het behouden van de eigen cultuur op ‘vreemd’ grondgebied. Als er imams zijn, of Marokkaanse geschiedkundigen die in Nederland aan groepen uitleggen hoe hun cultuur in elkaar steekt, schiet iedereen van zijn stoel om moord en brand te roepen, Kamervragen te stellen, of aangifte te doen. Hypocriet? Wellicht. Logisch? Jazeker. Diep in ons hart handelen we allemaal hetzelfde.
‘Wij’ in Brazilië. ‘Zij’ in Nederland.