In 1857 werd bij wet besloten dat klassen niet meer dan 70 leerlingen op een leerkracht mochten hebben. Werden dat er meer, dan moest de school een assistent-leerkracht inzetten, een kwekeling (docent in opleiding). Pas bij 100 kinderen was het nodig de klas op te delen, en een tweede volleerd docent aan te stellen. En dat kon eenvoudig. Verschillende leeftijdsgroepen van vier tot twaalf zaten in een lokaal, en kregen aardrijkskunde, vaderlandsche geschiedenis, lezen, schrijven en rekenkunde. Dyslectici bestonden niet, dat waren kinderen met ezelsoren op hun hoofd. ADHD betekende simpelweg dat de leerling iets vaker met de plak in aanraking kwam en een zeer nauwkeurige omschrijving van de hoek kon geven. Ook ADD was een onbekend gegeven, deze jongetjes kregen gewoon straf als ze weer hun werkje (of de eieren voor de betaling van de leerkracht) vergeten waren.Een simpele baan en de meesters beklaagden zich niet. De jongens zaten in gelid en wie niet mee kon viel buiten boord en bleef daar achter. Vond de meester je dan aardig, dan mocht je poetsen terwijl de anderen leerden, met die korte spanningsboog werd het immers toch nooit iets. IJverige leerlingen werden beloond en verder geholpen, zwakke genegeerd en moeilijke gestraft, een ideale onderwijsvorm.
Liefst wil Minister Bijsterveldt terug naar deze tijd. Weg met alle indicaties, weg met extra begeleiding, honderd leerlingen in de aula en een docent ervoor. Over vervalste Vaderlandsche Geschiedenis, over het prachtige landschap van weleer. Een rekentoetsje en wat spelling. Kun je niet leren, niet getreurd op den tijd kom jij in de textielfabriek aan de beurt. Onderwijs zou immers maar verheffen, kritische geesten kweken. En die zouden dan wel eens kunnen begrijpen dat midden in een regeringsperiode drie/vier/vijf/zes/zeven/acht/elf/… weken (omcirkel het juist antwoord) onderhandelen met een dromer van een gulden-tijdperk gewoon betekent dat het CDA in een kabinet met de PVV zit.