Hugo de Jonge, minster van Wonen, erkent dat het steeds moeilijker wordt om de ambitieuze doelstelling van bijna 1 miljoen nieuwe huizen tot 2030 te realiseren, meldt de Telegraaf. De woningbouw kampt met aanzienlijke obstakels en de vooruitzichten voor de komende jaren zijn somber, als gevolg van vergunningsproblemen en economische uitdagingen. De vrijdag gepubliceerde Staat van de Volkshuisvesting bevestigt deze zorgwekkende trend op de woningmarkt, waarbij de beoogde bouw van 100.000 woningen per jaar onder de huidige omstandigheden ver buiten bereik lijkt te liggen. De bouwsector stagneert, met verwachtingen dat het aantal nieuwe woningen dit jaar slechts rond de 90.000 zal liggen, vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Vandaag is de Staat van de #Volkshuisvesting gepubliceerd.
Achter alle cijfers zitten mensen die snakken naar een betaalbare woning. Deze Staat is daarmee ook een aansporing om te volharden en op het fundament dat gelegd is voort te bouwen.⤵️https://t.co/vq1FJQWm0h pic.twitter.com/bHFpt1aw4t
— Hugo de Jonge (@hugodejonge) November 17, 2023
Een belangrijke factor die bijdraagt aan de moeizame gang van zaken is het aanzienlijke probleem van vergunningverlening voor nieuwe woningen. Het aantal afgegeven vergunningen wordt verwacht dit jaar verder te dalen, wat de bouwproductie in de komende jaren negatief zal beïnvloeden. Minister De Jonge erkent dat dit waarschijnlijk zal resulteren in een lagere oplevering van nieuwbouwwoningen in 2024 en 2025 ten opzichte van 2022 en 2023, waardoor de eerder gestelde doelen nog verder uit het zicht raken. Ondanks de uitdagingen blijft De Jonge optimistisch, zij het met een dosis realisme. Hij wijst op de ingewikkelde omstandigheden waaronder de doelstellingen moeten worden behaald, waaronder stijgende bouwkosten als gevolg van hogere lonen. De minister hoopt de bouwsector een impuls te geven met extra financiële steun, zoals de Startbouwimpuls en doorbouwgarantie, om de sector te ondersteunen bij het overwinnen van de huidige dip. Hij benadrukt het belang van voortbouwen op het gelegde fundament om de ambitieuze opdracht tot 2030 te blijven nastreven.