Redactie, TPO, 7 maart 2024 – Demissionair minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting (CDA) stelt met zijn nieuwe wetsvoorstel over regie op volkshuisvesting voor om meer macht naar zich toe te trekken, meldt het ANP.
Het doel is om de strijd tegen het woningtekort en het gebrek aan bouwlocaties aan te pakken door de minister meer bevoegdheden te geven om vastgelopen bouwprojecten weer op gang te brengen.
Dit blijkt uit het voorstel dat De Jonge donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het wetsvoorstel, genaamd ‘Versterking regio volkshuisvesting’, beoogt een betere en snellere sturing van het Rijk, de provincies en gemeenten op het aantal te bouwen woningen, de locaties en de doelgroepen voor deze woningen.
Het wetsvoorstel verplicht Rijk, provincies en gemeenten om gezamenlijk een volkshuisvestingsprogramma op te stellen, waarin onder andere hoeveelheden, doelgroepen en bouwlocaties worden vastgelegd.
Als provincies en gemeenten er niet in slagen om hierover overeenstemming te bereiken, kan de minister in het uiterste geval zelf locaties aanwijzen. Bovendien dienen woningcorporaties en gemeenten bindende afspraken te maken over de bouw van 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 woningen voor mensen met middeninkomens tot en met 2030, inclusief concrete plannen over locaties en bouwtijdschema’s.
Alle gemeenten zullen verplicht worden gesteld om een urgentieregeling te hebben, waardoor ook woningzoekenden met spoed elders in het land beter geholpen kunnen worden. Dit moet volgens De Jonge leiden tot een efficiëntere toewijzing van woningen en een verbeterde kans voor reguliere woningzoekenden om een passende woning te vinden.
Kortere procedures, instructies tav betaalbaarheid en aantallen, aanwijzing locaties en meer.
Met het wetsvoorstel Versterking regie #Volkshuisvesting nemen we weer het stuur in handen zodat we met meer regie, meer tempo meer betaalbare woningen bouwen.https://t.co/KoaSGZeO6B pic.twitter.com/eCRP7hKhT0— Hugo de Jonge (@hugodejonge) March 7, 2024
Verder wil De Jonge met zijn wetsvoorstel een einde maken aan langdurige beroepsprocedures die woningbouwprojecten vertragen. Slechts éénmaal zal er beroep kunnen worden aangetekend bij vergunningverlening, wat naar schatting een tijdsbesparing tot een jaar kan opleveren.
Daarnaast legt het wetsvoorstel de verplichting op aan bestuursrechters om binnen zes maanden uitspraak te doen in bezwaarprocedures tegen woningbouwprojecten, die door het kabinet als urgent worden beschouwd vanwege zwaarwegende maatschappelijke belangen.
Dit versnelt de behandeling van eventuele beroepen, wat bijdraagt aan het bevorderen van een snellere uitvoering van deze projecten.
