Redactie, TPO, 26 maart 2024 – Na bijna 82 jaar is er opnieuw een oorlogsslachtoffer geïdentificeerd dankzij DNA-onderzoek, meldt het ministerie van Defensie. Het gaat om Petrus Albertus van Dieren. Hij werd op 24 juli 1942 door de Duitse bezetter geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte in Den Haag, nadat hij een jaar eerder gearresteerd was vanwege zijn betrokkenheid bij een overval op een distributiekantoor in Amsterdam.
Van Dieren werd samen met enkele anderen door de Duitsers veroordeeld tot de doodstraf, die na zijn verblijf in de Scheveningse gevangenis werd voltrokken.
Na de oorlog werden zijn stoffelijke resten aangetroffen in een massagraf op de Waalsdorpervlakte, maar identificatie was destijds niet mogelijk. Hij werd daarom begraven als onbekende Nederlander op het Nationaal Ereveld Loenen.
Echter, onderzoek door de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) suggereerde dat Van Dieren mogelijk onder de onbekende doden op het ereveld lag.
Definitieve bevestiging kwam pas na DNA-onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), nadat een nabestaande van Van Dieren een DNA-monster had afgestaan.
Van Dieren is een van de vele onbekende oorlogsslachtoffers die zijn begraven op het Nationaal Ereveld Loenen. Als onderdeel van het project ‘honderd van Loenen’, gestart in 2018 door verschillende instanties waaronder de BIDKL en het NFI, worden stoffelijke resten onderzocht om hen alsnog een naam te geven.
Mogelijke nabestaanden van andere niet-geïdentificeerde slachtoffers worden aangemoedigd zich te melden bij de BIDKL, waar specialisten beoordelen of zij in aanmerking komen voor DNA-afname om verdere identificatie mogelijk te maken.