Redactie, TPO, 5 april 2024 – Meer dan 550 derdelanders die uit Oekraïne zijn gevlucht, hebben te horen gekregen dat ze voorlopig in Nederland mogen blijven, meldt het ANP. Volgens de Raad voor de Rechtspraak hadden deze derdelanders om een voorlopige voorziening verzocht, die door verschillende rechters zijn toegekend.
Met deze voorlopige voorzieningen behouden ze voorlopig hun recht op opvang en mogen ze daar blijven in afwachting van een definitieve uitspraak over hun verblijfsstatus.
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn ongeveer 2900 derdelanders naar Nederland gevlucht. Een deel van hen is vertrokken of heeft asiel aangevraagd.
Het is echter niet bekend hoeveel derdelanders er nu nog in Nederland verblijven en hoeveel van hen nog in afwachting zijn van een voorlopige voorziening. De Raad voor de Rechtspraak verwacht dat ook deze resterende verzoeken zullen worden toegekend door rechters.
Recentelijk heeft de Raad van State, de hoogste rechter, bepaald dat zes derdelanders voorlopig mogen blijven. Zij vechten het besluit om te vertrekken aan en wachten op een definitieve uitspraak.
Hoewel dit oordeel alleen geldt voor deze zes personen, is het wel van invloed op soortgelijke gevallen. Andere derdelanders in vergelijkbare omstandigheden kunnen dezelfde uitkomst verwachten, zoals meerdere rechters hebben aangegeven.
De derdelanders waren in Oekraïne met een tijdelijke verblijfsvergunning toen Rusland het land binnenviel. Na hun vlucht naar Nederland kregen ze bescherming, vergelijkbaar met andere Oekraïense vluchtelingen, met recht op verblijf, werk, studie en leefgeld.
Hoewel hun oorspronkelijke regeling op 4 maart afliep en ze vier weken kregen om Nederland te verlaten, zijn veel derdelanders naar de rechter gestapt om te protesteren tegen het vertrekbesluit. Verschillende rechtbanken hebben tegenstrijdige besluiten genomen, waarbij sommige rechtbanken hebben geoordeeld dat ze moeten vertrekken en andere hebben besloten dat ze mogen blijven.
De rechtbank Amsterdam heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie gevraagd om verduidelijking van de Europese afspraken over derdelanders. Zolang er geen antwoord is, mogen de derdelanders volgens de Raad van State en lagere rechters in Nederland blijven.
