Politiek

De puinhopen van rechts – Partijen komen en gaan, óók in Vlaanderen

27-03-2015 11:58

De afgelopen tien jaar ontstonden in Nederland verschillende partijen op rechts en vaak verdwenen ze weer even snel als ze gekomen waren. Veel van deze partijen zijn onbekend gebleven om de eenvoudige reden dat ze heel kort bestonden. Wie weet nog waar EénNL voor stond? Of de Onafhankelijke Burger Partij, het Democratisch Politiek Keerpunt, de Partij voor Nederland en recent Artikel 50? Laat staan dat men nog weet hoe het deze partijen verging en wie er actief waren.

De meeste partijen die snel afsterven worden nooit beschreven en krijgen nooit meer aandacht. Ze verdwijnen in het niets. Toch is er nu een uitzondering, en wel uit Vlaanderen. Want ook daar ontstond een partij die gebouwd was rond een leider, een rechts programma had en een kort leven beschoren was: de Lijst Dedecker (LDD). De partij verdween even snel als hij gekomen was.

Derk Jan Eppink

De LDD leverde een welbespraakte politicus op: Derk Jan Eppink, in Nederland bekend als journalist van NRC. Hij werd in België gekozen als Europarlementariër voor LDD. Dit gebeurde echter in de nadagen van de partij. Eppink begreep al snel na zijn verkiezing dat er geen tweede periode bij LDD in zou zitten. Over zijn vijf jaar Europarlement schreef Eppink Het Rijk der Kleine Koningen waarin de LDD ook aan bod komt. Er blijken veel overeenkomsten met Nederlandse partijen op rechts, maar er is ook een belangrijk verschil.

De eerste overeenkomst is het onbetrouwbare karakter van nieuwe partijen omdat ze volledig afhankelijk zijn van hun leider. Bij LDD was de leider – Jean-Marie Dedecker – lijsttrekker bij de Europese verkiezingen, maar daarbij was afgesproken dat de nummer twee, Eppink, een eventuele zetel zou innemen. Toen de uitslag tegenviel, ontstond meteen twijfel of het oorspronkelijke plan wel door zou gaan. Dedecker overwoog zijn zetel alsnog in te nemen, hetgeen Eppink maar net kon voorkomen.

Inhoudelijke vrijheid

Een tweede overeenkomst is de inhoudelijke slordigheid. Hoewel een partij om een programma zou moeten draaien, is het programma meestal juist het sluitstuk van de partij en niet het beginpunt. Bij LDD kreeg Eppink als belangrijkste Europese kandidaat simpelweg de opdracht een Europees programma te schrijven. Er was geen commissie die zich over het programma boog, het waren simpelweg de ideeën van Eppink zelf. Hij raadpleegde er niemand over.

Een derde overeenkomst is dat de leider – in dit geval Dedecker – niet of nauwelijks de regie over de kandidaten heeft omdat hij dit uitbesteedt. De Europese kandidatenlijst van LDD was het werk van Eppink. Door de toenmalige populariteit van LDD stroomden vele kandidaten toe en – vierde overeenkomst met Nederlandse partijen – was het lastig hun CV’s te checken. Duidelijk was wel dat velen er lustig op los logen.

Een verschil

Maar er is ook een verschil met de Nederlandse collega’s. Eendagsvliegen in de Nederlandse politiek denken nauwelijks na over de toekomst als ze zien dat hun partij dreigt te stranden. Eppink was zich daar echter al heel snel van bewust en stelde alles in het werk om zijn werk niet voor niets te laten zijn, al was LDD een aflopende zaak.

Eppink was een van de motoren achter een nieuwe eurokritische fractie in het Europees Parlement, de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR). Hij wilde dat die fractie zou blijven bestaan als hij niet herkozen zou worden. Eppink ging op zoek naar partners die zijn rol over zouden kunnen nemen en die werden ook gevonden. Er zitten nog steeds Vlamingen in de eurokritische ECR-groep in Brussel en Straatsburg, ook nu Eppink zelf weg is en de LDD geen zetels meer heeft.

Kom maar eens om dat politieke inzicht bij de Nederlandse collega’s.

Dirk-Jan Keijser en Chris Aalberts interviewden afgelopen jaar betrokkenen bij de partijen op rechts zoals de LPF, Trots op Nederland en de PVV. In april komt hun boek uit over ‘De puinhopen van rechts’. Zij schrijven tot die tijd wekelijks over hun bevindingen.