Redactie, TPO, 16 april 2024 – Bijna driekwart van de 49.000 personen die in 2021 de bijstand verlieten voor een baan in loondienst, behield anderhalf jaar later nog steeds hun baan, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Vooral jonge bijstandsontvangers onder de 35 jaar vonden relatief vaak werk in loondienst. Van de totale groep uitstromers naar loondienst bleef 91 procent anderhalf jaar later nog steeds uit de bijstand.
Eind 2021 ontvingen 408.000 mensen tot de AOW-leeftijd een bijstandsuitkering, terwijl dat jaar ook 49.000 mensen uit de bijstand naar een baan in loondienst stapten.
Naar deze groep is gedurende 18 maanden na hun uitstroom onderzoek gedaan, om zo hun situatie qua werk en bijstandsuitkering te evalueren.
In de anderhalf jaar na hun uitstroom uit de bijstand nam het aantal mensen in loondienst gestaag af. Na zes maanden behield 82 procent hun baan zonder extra bijstand, terwijl dit na anderhalf jaar verder afnam tot 72 procent (35.000 mensen).
Van hen werkten 25.000 mensen continu in loondienst zonder bijstand, terwijl 10.000 mensen tijdelijk niet werkten in loondienst en/of bijstand ontvingen.
Relatief meer jonge mensen vonden werk: 34 procent van de uitstromers naar loondienst in 2021 was tussen de 25 en 35 jaar oud, terwijl slechts 16 procent van het totale aantal bijstandsontvangers in die leeftijdsklasse viel.
Ouderen (55 jaar tot de AOW-leeftijd) vormden een klein aandeel van de uitgestroomde groep naar loondienst, wat verklaard kan worden door de grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Na anderhalf jaar was echter de terugkeer naar de bijstand vergelijkbaar over alle leeftijdsgroepen.
Meer verschillen tussen leeftijdsgroepen werden waargenomen in de mate waarin mensen na anderhalf jaar nog in loondienst werkten en geen bijstand ontvingen.
Het hoogste percentage was te vinden in de leeftijdsgroep van 45 tot 55 jaar, met 75 procent van de uitgestroomde personen, terwijl het laagste percentage zich bevond in de groep jonger dan 25 jaar, met 67 procent.