Redactie, TPO, 22 april 2024 – PVV-leider Geert Wilders houdt voet bij stuk en heeft inmiddels strafrechtelijke aangifte gedaan tegen GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans naar aanleiding van uitspraken die Timmermans deed tijdens zijn partijcongres afgelopen zaterdag, meldt het ANP.
Wilders beschuldigt Timmermans van opruiing, waarbij hij claimt dat Timmermans zou hebben aangezet tot strafbare feiten. De aangifte, opgesteld door Wilders’ advocaat Herman Loonstein, is maandag aan het Openbaar Ministerie overhandigd.
Niets nalaten? Niets?
Dus ook geen geweld?
Ik ga aangifte doen. https://t.co/ljXJ7OFCLC
— Geert Wilders (@geertwilderspvv) April 20, 2024
Hoewel Wilders op zaterdagavond al had aangekondigd dat hij aangifte zou doen, wilde hij eerst nog inhoudelijk overleggen met zijn advocaat. De aanleiding voor de aangifte is een specifieke uitspraak van Timmermans tijdens zijn toespraak op het partijcongres:
Volgens de aangifte impliceert deze uitspraak dat alles wordt ingezet om Wilders te voorkomen, inclusief mogelijke strafbare feiten, zoals opruiing. In de aangifte wordt onder meer verwezen naar Artikel 131 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht:
Hoewel Timmermans beweert dat hij in zijn toespraak eigenlijk “niet nalaten” bedoelde in plaats van “niets nalaten”, maakt dit volgens de advocaat van Wilders geen verschil. De intentie en oproep van Timmermans blijven naar zijn mening hetzelfde, namelijk het voorkomen van Wilders’ machtsovername.
De advocaat waarschuwt dat dergelijke uitspraken mensen kunnen aanzetten tot strafbare feiten, en verwijst naar het verleden, waarbij politici zoals Pim Fortuyn werden bedreigd en zelfs vermoord na kritiek van andere politici.
Zo valt in de aangifte onder meer te lezen:
Timmermans ontkent dat hij heeft opgeroepen tot geweld en benadrukt dat zijn middelen altijd parlementair zijn geweest. Desalniettemin beweert de GroenLinks-PvdA-leider dat Wilders snel om zich heen slaat, zodra hij kritiek krijgt.