Volgens een deel van progressief-links Nederland staan we aan de vooravond van een bijna fascistisch kabinet, rechts-conservatieven juichen en zien een historische verandering. Welke van de twee is juist?
Of is het polariserend geschreeuw? Dit aanstaande 31ste kabinet is te karakteriseren als radicaal-rechts, het wordt gedragen door de grootste partij die populistisch is.
Er is sprake van nationalistische tendensen en migratiestromen worden als een bedreiging gezien voor de Nederlandse samenleving. Gezag, handhaving en veiligheid staan centraal. Ook de vrije keuzes van mensen.
Boerenconservatisme is ook sterk aanwezig. Het boerenleven wordt geïdealiseerd, voorbij de grenzen van dieren, natuur, milieu en klimaat.
Er is een combinatie van sociaal-economisch rechtse maar ook linkse maatregelen. Lastenverlichting, maar tevens beleid op terreinen, zoals zorg en kwaliteit van leven. We mogen straks wel weer 130 km racen en boeken worden duurder, maar niet verbrand.
Een vijandbeeld is te zien, dat is de links-progressieve elite. De NPO en cultuur zijn in handen van links en dragen verkeerde standpunten uit. Dus minder geld naar de NPO en ook minder (linkse) ambtenaren.
Voor het etiket extreemrechts moet er sprake zijn van racisme en discriminatie in beleid. Met duidelijke trekken van xenofobie. Dit kabinet wil mensen helemaal niet uitsluiten op ras of geloof.
Extreemrechts wil de democratische rechtsstaat omverwerpen en schuwt geweld niet. Je kunt er de fascistische trekken in zien. Daar is bij deze coalitie geen sprake van.
Bij extreemrechtse partijen zie je idealiseren van geweld en het uitschakelen van tegenstanders en instituties. Verder dan wat pesterijen over en weer in debatten komt het in deze tijd gelukkig niet.
Dit kabinet komt niet eens in de buurt van extreemrechts. Stop met deze hysterische framing.
Überhaupt is er een devaluatie van begrippen. Steeds zijn er meer helden, crises, genocides en intimidaties. Het is vaak een typering die onjuist is, tekort doet aan de ware betekenissen en tot uitholling van de begrippen leidt.
De komst van dit 31ste kabinet na de Tweede Wereldoorlog wordt ook door sommigen als ‘historisch’ beschouwd. Daar kun je eveneens vraagtekens bij zetten.
Alles is historisch zodra het heeft plaatsgevonden. Maar dat is wat flauw. Je hebt historische feiten en gebeurtenissen.
Zo’n feit/gebeurtenis heeft een waar mogelijk objectieve duiding – via historische technieken en methoden – dat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden en leidt tot een bepaald feitelijk standpunt over de betekenis van de gebeurtenis (of niet gebeurtenis, ook niet handelen kan een historisch feit van belang zijn).
Er is ook sprake van tijd-, cultuur- en plaatsgebondenheid van de historicus. Wie vindt wat op basis van wetenschap of ideologie?
Dan komt de vraag aan de orde – want historisch heeft meerdere betekenissen – of de gebeurtenis een dusdanige invloed heeft met gevolgen in de tijd dat er sprake is van veranderingen die groot en uniek te noemen zijn.
Iedere uitslag van een verkiezing is een historisch gegeven, maar hoeft dus niet zo historisch te zijn.
Vooralsnog is de komst van dit kabinet een historisch feit maar ook niet zo heel bijzonder als de Amerikaanse of Franse revolutie, de opkomst en val van Hitler, de dood van Julius Caesar, de ontdekking van penicilline, de Verlichting of de eerste mens op de maan. Het is (nog) niet zo baanbrekend of revolutionair.
Wilders is geen Trump. Hij past wel in een hedendaagse tijd waar steeds meer mensen zorgen hebben over Westerse normen en waarden, identiteit en mogelijke gevolgen van migratiestromen.
Na kabinetten in Hongarije, Italië, Finland, Zweden en Denemarken (dat laatste land is trouwens weer net iets anders en misschien kunnen sociaaldemocraten hier eens naar kijken) is de komst van dit kabinet in Nederland passend binnen een trend die wel weer historisch is te noemen.
Een kans om soms over links en dan weer over rechts meerderheden te krijgen. Op progressieve of conservatieve terreinen, als de vier partijen uit dit kabinet dat durven én kunnen. En als links-progressieve partijen over de eigen ideologische schaduw kunnen heenstappen.
Er komt waarschijnlijk geen historische Wilderiaanse revolutie en is dit kabinet gewoon een tussendoortje naar nieuwe verkiezingen.
Wat kiezers vooral willen, is niet alleen maar conservatief-rechts of progressief-links beleid: juist beleid op basis van wisselende meerderheden past beter bij het huidige politieke klimaat. Kiezers hebben ook steeds minder behoefte aan etiketten plakken op mensen en partijen.
Er komt waarschijnlijk geen historische Wilderiaanse revolutie en is dit kabinet gewoon een tussendoortje naar nieuwe verkiezingen. Dit kabinet kan wel eens heel normaal zijn en toch net iets anders dan de 30 ervoor.