Zamire Willems, TPO, 31 oktober 2024 – De reputatie van Mohammed Khatib, Europese voorman van het aan terreurorganisaties gelinkte ‘solidariteitsnetwerk’ Samidoun, is niet mals. Hij staat bekend als extremistisch, antisemitisch, haatprediker en verheerlijker van de extreem barbaarse terreuraanval op 7 oktober 2023 door Hamas op Israël.
Ondanks het inreisverbod voor Khatib dat is opgelegd door de minister van Justitie en Veiligheid, David van Weel (VVD), nam de Radboud Universiteit Nijmegen vrijdag nog steeds geen afstand van de goedkeuring voor de komst van de voorman van Samidoun.
Dit was voor een groep Israëlische en Joodse studenten des te meer reden om het geplande overleg, dat die vrijdagochtend al zou plaatsvinden, gewoon door te laten gaan.
“Het wordt steeds onveiliger voor Israëlische en Joodse studenten op de universiteit. Er zijn zeer concrete dreigingen geuit aan het adres van Israëlische studenten op de campus. We hebben dit ook duidelijk gemaakt aan de rector tijdens het gesprek”, zegt ‘Aaron’ (19), die om veiligheidsredenen alleen zijn verhaal wil doen als zijn anonimiteit gewaarborgd blijft.
Over de details en vorm van de bedreigingen kan de Joodse student voor nu niks zeggen, omdat er eerst nog aangifte wordt gedaan. Wat hij wel kan zeggen, is dat de mate en vorm ervan het afgelopen jaar zodanig zijn verergerd, dat aangifte doen de enige manier is om de veiligheid van de Israëlische en Joodse studenten enigszins te bewaken.
“Waar trekt de universiteit de grens? Waarom wordt er niets ondernomen? We hebben dit heel direct gevraagd, maar het antwoord bleef diplomatiek en vaag: ‘Het kan niet dat de sociale veiligheid in het gedrang komt’ … maar er kon ook niets concreets worden gedaan.”
In een reactie laat een woordvoerder van de Radboud Universiteit weten “niet in de positie te zijn om daar iets over te zeggen” en verwijst naar de politie of de personen die aangifte hebben gedaan.
Voorafgaand aan het overleg hebben de Israëlische en Joodse studenten een uitgebreid dossier samengesteld over Samidoun, gevuld met feitelijke bewijsstukken die het extremistisch karakter van de organisatie benadrukken. Aaron: “We kunnen nu in ieder geval stellen dat de Radboud Universiteit volledig op de hoogte is van hoe extreem Mohammed Khatib – en Samidoun – is.”
De Radboud zou hebben gezegd dat juridisch gezien iemand niet de toegang tot de campus kan worden ontzegd, dus gooiden de studenten het tijdens het overleg over een andere boeg, door te vragen; ‘Hoe zit het dan met de morele verantwoordelijkheid? En de sociale veiligheid?’
Na een jaar waarin antisemitisme, Israël-haat en pro-Palestijnse demonstraties zijn toegenomen, en Israëlische en Joodse studenten zelfs bedreigd worden tot het punt dat aangifte doen noodzakelijk is, voelen Aaron en zijn medestudenten zich ontmoedigd. “We zijn heel erg teleurgesteld dat de universiteit nog steeds niet voor ons opkomt,” zegt Aaron.
Tijdens het gesprek benoemde de universiteit volgens hem dat de situatie op de campus een afspiegeling is van wat er in de bredere samenleving gebeurt. “Daaruit concludeer ik dat het voor de Radboud geen prioriteit is om het hier voor ons veiliger te maken,” aldus Aaron, die het bovendien onbegrijpelijk vindt dat zeer extreme gedachten en het uiten daarvan door medewerkers van de universiteit ook onder het kopje academische vrijheid vallen.
Aaron heeft dan ook de indruk dat de universiteit meer waarde hecht aan de acties van docenten onder het mom van academische vrijheid, dan aan het erkennen en aanpakken van de angsten en gevaren die Israëlische en Joodse studenten daardoor ervaren. Een indruk die de universiteit niet direct wegwuift: “Gezien alle ontwikkelingen kunnen we ons voorstellen dat sommige studenten dit zo ervaren, maar dat is niet onze bedoeling. Hierover willen we met hen in gesprek blijven.”
Nieuwsuur sprak de Europese voorman van de omstreden pro-Palestijnse organisatie Samidoun, die de terreuraanval van 7 oktober verheerlijkt. Hij zou maandag op de @Radboud_Uni spreken, maar het kabinet ontzegt hem toegang tot Nederland. #Nieuwsuur pic.twitter.com/S393V2XXzn
— Nieuwsuur (@Nieuwsuur) October 25, 2024
Na de eerdere ongeregeldheden tijdens de universiteitsbezetting en de steeds grimmiger wordende sfeer op de tentenkampen van pro-Palestijnse activisten op de campus afgelopen juni, en wekelijkse protesten met leuzen gericht op de vernietiging van Israël en alle Joden worden, voelt Aaron – net als veel Israëlische en Joodse medestudenten – zich gedwongen om omwille van de eigen veiligheid zoveel mogelijk vanuit huis te studeren. Volgens Aaron klinken de dreigende leuzen en het lawaai van de activisten door tot ver op de campus.
Dat zich onder de activisten ook universiteitsmedewerkers bevinden, maakt het gevoel van onveiligheid nóg groter. De aanwezigheid van assistent-professor Harry Pettit op de campus, een pro-Palestina activist die vaak berichten plaatst op het social mediaplatform X die als opruiend kunnen worden ervaren, leidt ertoe dat Aaron bepaalde gebouwen vermijdt en waar nodig een omweg maakt. Hij is Pettit “gelukkig” nog nooit tegengekomen, en het idee van een directe ontmoeting of gesprek met deze activist beangstigt hem.
Nu geldt het beginsel ‘academische vrijheid’ voor zowel studenten als docenten, wat inhoudt dat iedereen de ruimte heeft om onderzoek te verrichten en hun mening te uiten in de uitoefening van hun rol. Maar hoe ver reikt die vrijheid precies? Waar ligt de grens wanneer Israëlische en Joodse studenten de universiteit niet meer als een veilige plek ervaren door de aanwezigheid van iemand als Pettit? Iemand die openlijk zijn activistisch anti-Israël standpunt vertoont en betrokken is bij het uitnodigen van sprekers zoals Mohammed Khatib?
“Academische vrijheid is niet absoluut, maar aan grenzen gebonden. Er zijn studenten die hebben aangegeven zich niet veilig te voelen op onze campus. Dat vinden we ernstig. Veiligheid is essentieel voor onze mensen en ook voor ons onderwijs en onderzoek,” zegt een woordvoerder van de Radboud Universiteit, die om vertrouwelijkheidsredenen niet expliciet naar Pettit verwijst, maar het algemeen houdt.
“Met studenten en medewerkers die zich niet veilig voelen en die zich melden, gaan we in gesprek als zij dat willen en bezien we welke mogelijkheden er zijn om hier iets aan te doen. Al onze docenten hebben de verantwoordelijkheid om binnen de onderwijssetting voor een veilige omgeving te zorgen. Wie zich onbehoorlijk behandeld voelt, kan een klacht indienen. In het publieke domein hebben onze docenten dezelfde rechten en plichten als ieder ander”, vervolgt de woordvoerder, verwijzend naar de regeling voor het gebruik van sociale media door medewerkers van de Radboud Universiteit:
Respecteer een ander. Hanteer dezelfde omgangsvormen in op (social) media als in de ‘reële’ wereld: houd rekening met de ander, luister naar elkaar en wees respectvol over verschillen met betrekking tot etnische of nationale herkomst, godsdienstige overtuiging, geslacht, seksuele voorkeur en handicap.
Over hoe de universiteit denkt de angsten bij Israëlische en Joodse studenten te kunnen wegnemen, zegt de woordvoerder het volgende:
De woordvoerder geeft verder geen informatie over de vraag of Harry Pettit door de universiteit is aangesproken over zijn uitlatingen, die door Israëlische en Joodse studenten als zeer angstig worden ervaren: “Dergelijke gesprekken met individuele medewerkers zijn vertrouwelijk.”
Volgens Aaron zijn anti-Israëlische en antisemitische incidenten op de Radboud Universiteit sinds 7 oktober 2023 in frequentie en intensiteit toegenomen. De constante alertheid en het steeds afwegen of hij zijn Joodse identiteit kan delen, beïnvloeden zijn leven als jonge Joodse student diepgaand.
De beslissing van de overheid om Samidoun-voorman Mohammed Khatib de toegang tot Nederland te ontzeggen, gaf hem enige opluchting. Toch overheerst de teleurstelling in het dagelijks leven, vooral omdat enkele politieke partijen tegen een (aangenomen) motie stemden om Samidoun op de nationale sanctielijst terrorisme te plaatsen en de Radboud Universiteit, ondanks het inreisverbod, blijft vasthouden aan ‘academische vrijheid’.
“Ze zijn natuurlijk bang voor die lui die extreme eisen stellen en acties tegen Israël opeisen. Ik snap ergens hun angst voor nóg heftigere acties,” zegt Aaron. “Maar het lijkt wel alsof er eerst een dode moet vallen voordat ze wakker worden en zeggen: ‘Hier trekken we een grens.’ Als ze dat zelfs bij iemand als Khatib al niet doen…”
De Radboud Universiteit zegt zich niet te herkennen in het door Aaron geschetste beeld. “De verantwoordelijkheid van de universiteit is voor zowel de academische vrijheid van wetenschappers en van de universiteit, als voor de universitaire gemeenschap”, stelt de woordvoerder, hierbij verwijzend naar een verklaring van het college van bestuur afgelopen maandag.
Zolang de universiteit geen duidelijke stelling neemt, vreest Aaron dat het anti-Israël- en anti-Joodse sentiment onder activisten alleen maar zal toenemen. Ook het overleg bleek volgens hem weinig effectief; de Joodse studenten voelen zich er “helemaal niets” mee opgeschoten.
“We worden doorverwezen naar een vertrouwenspersoon, maar verder blijft de universiteit laks en neemt geen concrete actie,” aldus Aaron. Op de vraag waar een oplossing ligt, antwoordt hij: “Er móet een tegengeluid komen. Maar wij durven zelf geen actie te ondernemen, omdat we dan onze anonimiteit verliezen, en dat is te gevaarlijk. De pro-Palestina-groep is ook veel groter, met zo’n 200 mensen, terwijl wij slechts een fractie daarvan vormen.”
Toch lijkt een tegengeluid op de campus voorzichtig te ontstaan. Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit, Vox, heeft in een open brief zijn afschuw uitgesproken over de passieve houding van de universiteit ten aanzien van de pro-Palestina-acties.
“De universiteit heeft nu een volledig dossier met bewijsstukken over Samidoun en Mohammed Khatib in handen,” vertelt Aaron. “Nu is het aan hen om er duidelijk afstand van te nemen. Of ze dat zullen doen, is nog maar de vraag.”
Hoewel Mohammed Khatib de toegang tot Nederland is ontzegd, wist de voorman van Samidoun maandag alsnog via een online verbinding studenten van de Radboud Universiteit toe te spreken. De toespraak vond niet plaats in een universitair gebouw, maar werd buiten vertoond.
Mohammed Khatib has not been silenced. He addresses staff and students (and a bit of media) at @Radboud_Uni despite the extralegal government ban. From the river to the sea Palestine will be free. No apologies for resisting genocide. pic.twitter.com/CO7b42qY0W
— Harry Pettit 🇱🇧🇵🇸 (@HarrygPettit) October 28, 2024
De Radboud Universiteit besloot geen ruimte ter beschikking te stellen voor de toespraak, omdat nog steeds niet voldaan kon worden aan drie vooraf gestelde voorwaarden waaraan de, door een groep docenten aangemelde academische lezing met Khatib, moest voldoen: ‘Kan de veiligheid worden gegarandeerd?’, ‘Heeft de lezing een academisch karakter?’ en ‘Mag deze spreker hier spreken?’.
Uiteindelijk werd de toespraak alsnog getoond toen pro-Palestijnse studenten, in protest tegen het inreisverbod van Khatib, een demonstratie organiseerden en de lezing tijdens deze demonstratie via een laptop op een grasveld uitzonden.
Volgens een woordvoerder van de universiteit kon men hier weinig aan doen:
In hoeverre de universiteit concrete maatregelen gaat nemen waardoor Israëlische en Joodse studenten zich weer veiliger voelen, zegt de woordvoerder het volgende:
“In het academisch onderwijs streven onze docenten naar een diverse en inclusieve omgeving waarin alle perspectieven en meningen moeten kunnen worden gedeeld, met respect voor de ander. En dus ook zonder dat daarbij sprake is van discriminatie, islamofobie en antisemitisme. Studenten met gevoelens van onveiligheid kunnen daarover individueel of samen in gesprek gaan met de universiteit om te zien welke mogelijkheden er zijn en hoe daar opvolging aan gegeven kan worden. Dat gebeurt ook.”
De woordvoerder benadrukt dat “iedereen op de campus zich heeft te houden aan bestaande wet- en regelgeving”, op de campus van de universiteit is naar eigen zeggen dan ook geen ruimte voor discriminatie en intimidatie.
“De beveiliging van de universiteit staat in nauw contact met de politie en indien nodig worden maatregelen genomen”, aldus de woordvoerder.