Redactie, TPO, 19 december 2024 – De rechtbank stelt dat de belangen van de vreemdelingen, die dreigden op straat te belanden, zwaarder wegen dan die van de minister van Asiel en Migratie, Marjolein Faber (PVV), die had aangegeven de financiering van bijna 25 miljoen euro aan deelnemende gemeenten te beëindigen.
In reactie op het besluit van Faber had het Rotterdamse college van B&W besloten om de voorziening te sluiten, zoals afgesproken in het coalitieakkoord tussen Leefbaar Rotterdam, VVD, D66 en DENK. De sluiting van de LVV zou betekenen dat ongedocumenteerde vreemdelingen in Rotterdam op straat komen te staan.
De 22 ongedocumenteerden dienden 5 december in de rechtbank een bezwaar in tegen het besluit van Faber (PVV) om te stoppen met deze opvang.
Momenteel biedt de opvang in de stad plaats aan 45 personen, van wie velen kampen met ernstige lichamelijke of psychische klachten, verslavingen of andere complexe problemen. Deze mensen hebben vaak specifieke hulp nodig. Zonder opvang bestaat de kans dat deze kwetsbare personen in een uitzichtloze situatie terechtkomen.
Vooralsnog heeft de minister niet gereageerd op de beslissing van de rechter. Het is daarmee onduidelijk of het kabinet aanvullende maatregelen gaat nemen om de situatie in Rotterdam of in andere gemeenten te ondersteunen.
In Rotterdam heeft wethouder Faouzi Achbar (DENK), verantwoordelijk voor Welzijn, Samenleven, Sport en Digitale Inclusie, nog geen inhoudelijke reactie gegeven op de uitspraak. Wel heeft hij eerder aangegeven te willen zoeken naar een oplossing.
Voor een tiental ernstig zieke, oudere of kwetsbare gebruikers van de bed-bad-broodregeling had de stad al een alternatieve opvang geregeld. De uitspraak van de rechter dwingt de gemeente echter om ook voor de overige gebruikers een blijvende oplossing te vinden.
Bron: ANP