Na het debat in de Tweede Kamer woensdagochtend over het rapport ICT wordt de teleurstelling alleen maar groter. De politici verschuilen zich achter meer en meer toezicht en grijpen niet naar middelen om de kern van de problemen aan te pakken. Aanleiding voor het debat is het teleurstellende rapport van de Commissie Elias over mislukte projecten. Dat is best bijzonder omdat veel van de kosten vaak in de fase na het project komen. Maar dat staat er niet en dus wordt er niet over gedebatteerd.
Eigenlijk ging het debat voornamelijk over de vraag hoe het Bureau ICT Toetsing (BIT) vorm moet krijgen en waar het thuishoort. Het nieuwe orgaan moet nieuwe projecten toetsen op haalbaarheid. Daarbij is het niet de taak om vast te stellen of iets anders of slimmer kan.
Ook kwam de vraag aan bod of gedurende projecten getoetst kan worden. En daar is het standpunt dat dit kan ‘als er aanleiding toe is’. Dat is knap onhandig, want soms lijkt alles redelijk te gaan, terwijl een project toch ontspoort.
Wat mij stoort is dat bijna alle aandacht uitgaat naar een toezichthouder die een deel van het toezicht van de Tweede Kamer lijkt te gaan doen. Begrijpelijk want in het rapport van Elias staat ook dat het parlement de toezichthoudende taak zelf niet waarmaakt.
Maar daarmee dring je niet door tot de kern van de ICT-problemen. Er komen weer meer mensen die kijken of het werk wel goed gaat. Zie het als een meubelmaker die nog meer aandacht krijgt of het werk wel goed gebeurt. Wat je nodig hebt, is meer goed opgeleide meubelmakers en dat gebeurt niet. Ook missen de meeste politici zelf de kennis om echt door te pakken en dus vervallen ze in algemeenheden.
Minister Stef Blok toont zich enthousiast over een team van 100 ambtenaren die her en der in te zetten zijn voor projecten. Deze groep experts wordt uitgebreid naar 200 medewerkers. Dat lijkt fors, maar zoveel is dat niet. Het vakgebied heeft heel veel verschillende kennisgebieden.
We hebben specialisten nodig op bijvoorbeeld: kennis van Microsoft-producten, open standaarden, SAP-oplossingen, open source, Oracle, cloud-technologieën, informatiebeveiliging, Cisco, ERP, CRM, web applicatie, privacybescherming, kwalitatief goed programmeren, architectuur, migratie, database-ontwerp, systeembeheer, virtualisatie, applicatie beheer, licentieproblematieken, netwerkbeheer, tientallen programmeertalen en ga zo maar door.
Als ieder onderdeel een echte goede expert krijgt dan hebben we het slechts over een paar man per gebied. De echte kennis die mobiel inzetbaar is binnen de landelijke overheid blijft daarmee enorm laag. Bij een heel groot risicovol project kun je wat mensen inzetten. Reken niet op het maken van hele grote stappen.
Weliswaar erkent Blok ruiterlijk dat onduidelijke informatievoorziening echt overal voorkomt. Over een strategie om deze problematiek in de hand te krijgen, spreekt hij zich vervolgens niet uit. We lopen opnieuw daarom achter de feiten aan. We blijven kijken per project zonder dieper inzicht te krijgen in of een project wel handig is of echt de slimste route.
Wat belangrijk is, is dat we juist wel de vinger achter problemen krijgen. Maar politiek gezien hoeft dat niet, omdat de Tweede Kamer daar ook niet om vraagt. Dus zal een CIO (Chief Information Officer) bij het Rijk ook niet uitgedaagd zijn dat te regelen, omdat met zoveel achterstallig onderhoud iedere stap risicovol is.
Gelukkig hebben we een Rijks-CTO (Chief Technology Officer) die onder andere probeert organisaties beter te laten samenwerken. Daarmee smoor je al veel problemen in de kiem als je kennis en kunde, licenties, software en architectuur zoveel mogelijk deelt. Maar geen politicus die het daar vandaag ook maar één seconde over heeft gehad.
Vooral de PVV maakt zich boos over de één tot vijf miljard euro die wordt verkwist. Maar voor mij zit daar niet het probleem. Belangrijker vind ik dat na jaren studeren de Kamerleden niet achter de werkelijke ICT-bestedingen zijn gekomen en dus moeten gissen naar de verkwisting.
Waarom dwingt de politiek niet af dat de uitgaven niet beter in kaart worden gebracht? De Open State Foundation worstelt al langer om bestedingen tot detailniveau in de openbaarheid te krijgen. Waar blijft de politiek? Zonder die informatie valt er te weinig te sturen.
Het rapport Elias lijkt nu niet meer op te leveren dan een verbetering van het toezicht op de meubelmakers tijdens de bouw van de meubels. Voor het vakmanschap, de bruikbaarheid van de meubels en de beheersing van de kosten van begin van een plan tot het buiten gebruik stellen van de meubels is weinig tot geen aandacht.
Willen we van het beheersen van ICT-projecten komen tot een uitgevoerde visie op de informatiemaatschappij met een daarbij goed functionerende overheid, dan moeten er echt fundamentelere stappen worden gezet. Tot die tijd is het rapport Elias vooral het verhaal van de zoveelste gemiste kans.