“Je bent te goed voor hem”, zegt moeder Junn (Pei-pei Cheng, Crouching Tiger, Hidden Dragon) tegen haar zoon Kai (Andrew Leung). Ze heeft het over Richard (Ben Whishaw, Perfume), zijn huisgenoot die te veel aandacht opeist. Ze voelt zich in de steek gelaten, weggestopt in het verzorgingstehuis waar haar zoon haar nu komt opzoeken. Kai heeft wat te vertellen over hem en Richard. Zover komt het echter niet. Wat we zien is een flashback naar de laatste ontmoeting tussen Junn en haar overleden zoon.
De enige persoon die zich nog over Junn bekommert is Richard, die ze nooit heeft gemogen. En dat weet hij. Maar hij wil haar helpen, de enige link die hij nog heeft met zijn dode partner. Hij weet dat ze aanpapt met een andere bewoner in het verzorgingstehuis, de oude Brit Alan (Richard Bowles). Om het gemakkelijker, te maken zorgt hij voor vertaler Vann (Naomi Christie). En misschien kan hij haar helpen om uit dat verschrikkelijke tehuis te verhuizen.
Woorden vormen soms eerder een barrière dan een verbinding. Door continu te liegen over de ware aard van zijn relatie met Richard, heeft hij een diepe kuil gegraven waar zijn moeder de dupe van is. Des te erger na zijn dood. Maar ook in de relatie tussen Junn en Alan blijkt dat het makkelijker kan gaan wanneer je elkaar niet begrijpt. Junn en Richard zijn eigenlijk niet zo verschillend. Beide blijven hun laatste keer dat ze met Kai waren in hun hoofd afspelen.
Door het aantal hoofdpersonen te minimaliseren ontstaat er een film die zou kunnen werken als theaterstuk. De situatie in de film is extreem ingewikkeld en fragiel en de sterkte zit vooral in het acteerwerk. Whishaw speelt op het topje van zijn kunnen een man die zijn diepe emoties moeilijk kan verbergen. En de cultuurclash met starre Junn is erg naturalistisch neergezet door Cheng. Voor beide zeggen lichaamsbewegingen wat woorden niet kunnen uiten.
Dat Leung – nog – niet de beste filmacteur is deert niet. Het ontbreekt hem vaak aan de subtiliteiten waarmee een filmacteur zijn theaterachtergrond afwerpt. Maar de flashbacks waarin Leung acteert zijn nauwelijks van belang voor de vorming van zijn personage. Dat bestaat vooral in de herinneringen en de acties de twee nabestaanden. En die spreken boekdelen.
Maar wat dit verhaal echt boven het niveau van een veredeld theaterstuk tilt, is dat regisseur Hong Khao de mogelijkheden van film weet aan te grijpen om dit verhaal te vertellen. De camera voegt een extra laag toe, en ook montage wordt benut. En vooral zijn subtiliteit is geweldig. Khao staat aan het begin van een veelbelovende carrière als filmregisseur.
De symboliek en thematiek borrelt langzaam op gedurende de film. De eindscène brengt alles tot bloei. Vragen die de film oproept, maar toch onbeantwoord blijven, doen er dan niet heel erg meer toe. En daaruit blijkt een gave van de filmmaker Khao als verteller. Hier draaide het om, zegt hij. Tenminste. Als je goed oplet.