Recensie

Fenomenale Genesis schuurt, schaaft en schrapt aan je ziel

28-04-2015 19:16

Koop niet de laatste dvd-box van Borgen, The Killing of House of Cards. Over een jaar ben je ze vergeten. Neem je tijd en portemonnee om Genesis te zien. Tot op je sterfbed zul je je deze prachtserie verhalen herinneren.

Gezien: Genesis in het Zuiderstrandtheater Scheveningen, 25 april 2015

“Wat ben jij voor een God die mensen hun kinderen afpakt? Een achteloze God is geen god.”

Wham, in de eerste zin van de voorstelling zonder omwegen het Heilige Verbond tussen ‘Hem’ en het uitverkoren volk op de proef gesteld. Jakob rest op het toneel slechts de mantel van zoon Jozef, zijn ‘dierbaarste’ en roept God ter verantwoording. Deze eerste episode van Genesis snijdt door m’n hart. Maar dat kan ook een persoonlijke reden hebben.

“Onverschilligheid is de grootste wreedheid”, veroordeelt Jakob, en herhaalt dit aan het einde van Genesis nog eens na de hereniging met Jozef in Egypte. Die de vele verloren, gescheiden jaren niet meer goed kan maken. Ik denk aan “onverschilligheid is het allerergste” ooit geleerd van een vriendin die me de klassieken bijbracht op het nabij gelegen strand van Scheveningen.

In een volgende scene zien we Adam en Eva naakt in een prachtig pantomime ballet verstrengelen, maar daarop ook terstond met de nodige droge humor de afstand tussen man en vrouw etaleren.

Weergaloos

En dan is Genesis pas net begonnen, een weergaloze voorstelling van 4,5 uur (plus 1,5 uur nassen tussendoor) die afwisselend adembenemend, hartverscheurend, twijfel zaaiend, zoekend, spottend en geestig is. Alles. Behalve onverschillig.

In steeds wisselend tempo voeren regisseur Johan Doesburg en zijn al even knappe scenarioschrijver Sophie Kassies ons langs de belangrijkste hoofdstukken van Genesis: schepping, de verhalen van Noach en (naamloze) vrouw, Abraham en Sara (en Hagar), Ismaël en Isaac, Lot, Rebekka. En vooral van Jakob (‘Israël’), z’n intelligentie in gevecht met de fysiek sterke houwdegen broer Esau, en zijn kinderschare verwekt met vier vrouwen. Van wie Rachel (Hannah Hoekstra) en Lea (Ruta van Hoof) hun strijd van haat en lust naar de grootse hoogte voeren.

Maar als rode draad in al die episodes meer nog dan zusternijd de broederstrijd, op leven en dood, van Kaïn en Abel, Jakob en Esau tot uiteindelijk Jozef, gehaat en verkocht door zijn broers. Al dan niet allemaal uitverkoren, maar vooral in nimmer aflatende strijd om te overleven gegrepen door paradoxen en strijd.

Religie, identiteit en land

Het mag dan populair zijn in interviews het cliché te verkondigen dat je louter verhalen wilt vertellen, die we moeten ‘koesteren’. Maar natuurlijk gaat Genesis ook over geloof en identiteit, en zelfs een beetje over het land.

Met de sprookjes die we religie noemen toont Doesburg weinig moeite. Met fraaie ironie, zo niet sarcasme passeren pijpenkrullen, malle goddelijke visioenen, de Ark van Noach gebouwd met een Ikea-handleiding en gefantaseerde maar niettemin halsstarrig omarmde rituelen. Tot er een niet-Joodse toeverlaat overlijdt aan het verlies van haar ‘godjes’. Wat nu, Jakob?

Anders ligt dat met de identiteit die Doesburg en Kassies zoeken en (dus) ons laten zoeken in de oervaders en moeders. Uitdagend, met Mohammed Azaay in de rol van Abraham en met een sappig Vlaams accent van Dries Vanhegen voor Jakob.

Het matriarchaat van de doorgifte van de Joodse identiteit komt heftig op de vloer in deze Genesis. We horen Abraham onverholen ‘eigen volk eerst’ uiten voor zijn zoon: “Hij moet een vrouw. Van ons eigen bloed…liefst een meisje uit het huis van mijn broer.”

Het is een fraai sluiten van de cirkel van het begin van Doesburgs toneelloopbaan met Fassbinders Het vuil, de stad en de dood. Het stuk dat in een kennelijk even onontkoombaar als afschuwelijk misverstand strandde. (later alsnog gespeeld). Subtiel en intelligent brengen Doesburg en Kassies in Genesis de wederzijdse xenofobie van de uitverkorenen en omringende volkeren op toneel.

En het al dan niet beloofde land? Komt ook in beeld, met de politieke laag van Kanaän en omringende, bedreigende volkeren. Als zijn dochter Dina wordt verkracht door Sichem, gaat Jakob (Israël) in op het verzoek van diens vader en koning om Dina uit te huwelijken. Voor de lieve vrede. Haar broers, Jakobs zonen, wreken bloedig. Jakob: “Jullie hebben God misbruikt om een slachting aan te richten. Alle volken van Kanaän tot in lengte van jaren tot vijand gemaakt. Wrang en wreed zal ons lot zijn.”

Nauwelijks zwakke momenten

Zo rijgen Kassies en Doesburg een alomvattend levensverhaal uit personages, hun kracht en zwakheden, vertwijfeling en moed, resulterend in repeterende botsingen met zichzelf en anderen. Maar uitverkoren en hoe dan ook overlevend.

Los van het zoeken naar betekenissen is Genesis gewoon een prachtige voorstelling met krachtig acteren in mooie decors, met bescheiden, effectieve video en een miraculeuze alleskunner-musicus Harry de Wit. Doesburg toont moed met de keuze voor een jonge groep waarvan de acteurs zo’n vijf rollen spelen. Ga er maar aanstaan.

Zijn er dan geen zwakke momenten in Genesis? Weinig of niet in dit tonaalfeest. Ik had moeite met de grote karakterovergang van de twijfelende jonge Jakob (Reinout Scholten van Aschat) naar de doortastende oude. En vond het laatste bedrijf met Jozef, broers en vader in Egypte minder gewicht hebben dan de fenomenale eerste drie.

Luid klinkt het gejubel met nauwelijks verhuld oranjegevoel over buitenlands succes van ‘onze’ Ivo van Hove in Engeland en Amerika en eerder Johan Simons in Duitsland. We prijzen onze gelukkig met fantastische toneelmakers.

Johan Doesburg hoort daarbij. Klinkt oubollig, maar ik ben hem ook domweg dankbaar voor zo veel mooie stukken met Het Nationale Toneel, altijd origineel, nooit de weg van de minste weerstand kiezend.

Officieel draait deze schitterende voorstelling in Scheveningen nog tot 24 mei 2015. Maar ik kan me niet voorstellen dat dit het laatste einde is en minder dan tienduizend bevoorrechten haar mogen genieten.

Genesis is tenminste zo onderhoudend als die met een vloed aan p.r. gelanceerde mooie voorstellingen die honderdduizenden of zelfs miljoenen bezoekers trekken. (Al wordt dat soms doorgeprikt.) Om nog maar niet te spreken van die dvd-series die we zo nodig thuis op de bank moeten zien, maar die wat mij betreft qua zeggingskracht en levenslessen niet kunnen tippen aan Genesis.

Genesis schuurt, schaaft en schrapt aan je ziel. Doesburg en Kassies zijn pure kunstenaars. Mocht een Nederlandse mecenas onsterfelijkheid nastreven, dan ligt hier zijn buitenkans: geef Genesis geld, voor meer voorstellingen en acteurs in Nederland, en voor vervaardiging van buitenlandse versies.