Interview

Marcel Gelauff: ‘Nu echt tijd voor openheid van zaken rond MH17’

01-05-2015 11:56

Morgen is de Internationale dag van de Persvrijheid en in De Balie vindt het Festival van het Vrije Woord plaats. Er wordt gesproken over de grenzen van de persvrijheid die, na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo, opnieuw onder een vergrootglas lagen. Niet alleen cabaretier Hans Teeuwen is van de partij, maar ook Marcel Gelauff, hoofdredacteur van het NOS Journaal
 

‘Ik snap best dat zo’n MH17-rapport lang duurt, maar het wordt nu wel eens tijd om openheid van zaken te geven’

 

Kunnen journalisten alles zeggen en schrijven wat ze willen?
“Zeker, dat is in Nederland een basisbeginsel wat stevig verankerd zit in de rechtsstaat. Ik hoorde iemand na Parijs zeggen: ‘Het recht op het vrije woord is geen recht op beledigen’ en daar ben ik het wel mee eens. Je moet altijd weten waarom je iets zegt of schrijft en het is ook belangrijk voor welke doelgroep en op welk moment je dat doet. Een redacteur of tekenaar van een satirisch weekblad zal daar misschien wat verder in gaan dan wij.”

Is die persvrijheid wel eens onder druk komen staan bij het Journaal?
“Nee, natuurlijk wagen mensen voortdurend pogingen om ons te beïnvloeden, maar we maken onze eigen keuzes. We maken natuurlijk afspraken over de onderwerpen als we bijvoorbeeld met de directeur van Philips een interview doen, maar dat is logisch.” 

Neem bijvoorbeeld Koningsdag. Kan de journaliste in kwestie dan gewoon vragen wat ze wil?
“Dat denk ik wel. Ik weet alleen dat er een afspraak was dat wij een gesprekje zouden doen samen met RTL. Maar ik snap wel dat het op zo’n feestelijke dag niet zo logisch is om te vragen naar het nut van de monarchie, maar dat het over de dag zelf gaat. Je moet zo’n breed begrip als persvrijheid, waar veel meer facetten aan zitten op wereldschaal, niet versmallen tot een discussie over zo’n onschuldig interviewtje. Als je onze situatie vergelijkt met heel veel andere landen in de wereld dan doen we het heel goed, maar er zijn wel wat elementen waar we ons zorgen over moeten maken.”

Zoals? Staat onze persvrijheid onder druk?
“Wij hebben een redactiestatuut bij de NOS en dat geldt voor veel andere media ook, maar er spelen wel elementen mee die ervoor zorgen dat de persvrijheid iets meer onder druk staat. Toen ik vroeger bij de Leidse Courant werkte, stapte ik gewoon het stadhuis binnen als ik iemand wilde spreken, maar dat kan echt niet meer. Elke overheidsinstantie of ieder bedrijf heeft tegenwoordig een grote muur aan voorlichters die erop gericht zijn om informatie tegen te houden. Ik ging altijd van de situatie uit dat de overheid er voor jou is en niet andersom.”

Is het uitblijven van veel informatie over MH17 daar een goed voorbeeld van?
“Ik snap best dat zo’n rapport lang duurt, maar het wordt nu wel eens tijd om openheid van zaken te geven. Je zag het ook bij dat gedoe over de bonnetjes van de Cees H.-deal met Teeven en Opstelten waar de boel echt bewust lang vertraagd is. Burgers hebben toch recht op openheid.”

Er zijn veel meer voorlichters dan journalisten, dus moeten journalisten hard door die muren heen beuken om informatie boven te krijgen?
“Dat vergt veel vakkennis van een journalist want je moet veel bronnen hebben en goed researchen. Je ziet die ontwikkeling heel goed terug in de regionale en lokale journalistiek waar  gemeenteraadsleden nauwelijks nog kritisch ondervraagd worden omdat er geen journalisten meer werken.

“Nu is er door de opkomst van internet wel meer openheid, maar ik vind het nog steeds essentieel als journalisten die rol op zich nemen want zij hebben daar de middelen voor. Daarom geef ik morgen ook het startsein van een campagne waarin journalisten langs scholen gaan om te vertellen hoe belangrijk die persvrijheid is.”