Marokko hervat per direct de opname van uitgeprocedeerde Marokkaanse vreemdelingen die Nederland naar dat land wil terugsturen. Dat stellen Nederland en Marokko in een gezamenlijke verklaring die vanmiddag naar buiten is gebracht.
Begin april werd naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State duidelijk dat Nederland al sinds december geen Marokkanen zonder paspoort meer kon uitzetten. Marokko weigerde de in Nederland uitgeprocedeerde landgenoten een zogenaamd ‘laissez passer’ document te verschaffen om het land in te kunnen reizen. Daarmee reageerde Marokko op het voornemen van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om het Sociale Zekerheidsverdrag met Marokko op te zeggen.
Het weigering van Marokko om nog langer uitgeprocedeerde vreemdelingen terug toe te laten, was het hoogtepunt in een langslepend conflict over de uitkeringen die Nederland betaalt aan Marokkaanse burgers die zich weer in Marokko vestigen. Nederland wilde al langer dat die uitkeringen verlaagd zouden worden, maar Marokko wilde daar niets van weten.
Na maanden onderhandelen lijkt een akkoord nu aanstaande. Asscher toont zich optimistisch over de doorbraak. “Na een lange impasse zit er nu eindelijk schot in de zaak. Ik denk dat we een belangrijke horde hebben genomen om het verdrag aan te passen aan deze tijd. We kennen een lange vriendschapsband van 400 jaar met Marokko, het heeft mijn voorkeur het verdrag in overleg te wijzigen in plaats op te zeggen,” zegt de minister. Hij hoopt voor 15 juni tot een akkoord met Marokko te komen.
Belangrijkste wijziging in het verdrag zal de invoering van het woonlandbeginsel zijn. Iemand kan zijn uitkering dan wel nog meenemen naar Marokko, maar die zal dan aangepast worden aan het prijspeil daar. Dit gebeurt in principe met alle uitkeringen die worden meegenomen buiten de EU.
De hele verklaring van Nederland en Marokko:
Tijdens de vele gesprekken die tussen de Marokkaanse en Nederlandse bevoegde autoriteiten hebben plaatsgevonden, hebben beide partijen van gedachten gewisseld over verschillende gebieden van samenwerking en hebben zij het belang onderstreept van het behouden en versterken, in een sfeer van wederzijds respect, van hun betrekkingen, zowel op bilateraal, regionaal als internationaal gebied.
Wat betreft het Verdrag inzake sociale zekerheid, door beide landen in 1972 ondertekend, heeft de Nederlandse partij besloten de in oktober 2014 aangekondigde opzegging van genoemd Verdrag op te schorten teneinde beide partijen in de gelegenheid te stellen serieuze en inhoudelijke onderhandelingen te voeren over de herziening van dit Verdrag met het oog op het binnen enkele weken bereiken van een akkoord waarin rekening wordt gehouden met de belangen van beide landen.